Home

Centrale Raad van Beroep, 23-12-2011, BU9319, 11-457 ANW

Centrale Raad van Beroep, 23-12-2011, BU9319, 11-457 ANW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
23 december 2011
Datum publicatie
27 december 2011
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2011:BU9319
Zaaknummer
11-457 ANW

Inhoudsindicatie

Het verzoek om herziening dient (...) te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.

Uitspraak

11/457 ANW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:

[verzoekster], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: verzoekster),

om herziening van de uitspraak van de Raad van 23 juni 2010, 09/4778 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

verzoekster

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 23 december 2011

I. PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 23 juni 2010.

De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

Het verzoek is behandeld ter zitting van de Raad van 11 november 2011. Verzoekster is daarbij niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Zuidersma-Hovers.

II. OVERWEGINGEN

1.1. Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:

a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,

b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en

c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

1.2. Bij de uitspraak waarvan thans om herziening wordt gevraagd, heeft de Raad de uitspraak van 16 juli 2009, 08/4428, van de rechtbank Amsterdam bevestigd. De Raad heeft daartoe overwogen dat de rechtbank terecht het beroep tegen het besluit van 17 oktober 2008 ongegrond heeft verklaard, aangezien het recht op een halfwezenuitkering met ingang van 30 november 2008 is geëindigd omdat haar zoon [naam zoon] de 18 jarige leeftijd heeft bereikt.

2. Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat zij het niet eens is met de uitspraak van de Raad van 23 juni 2010, omdat zij in een slechte financiële situatie verkeert.

3. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient dan ook te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.

4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Wijst het verzoek om herziening af.

Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van J.R. Baas als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2011.

(get.) E.E.V. Lenos.

(get.) J.R. Baas.

NW

III. DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),

Statue:

Rejète la demande de révision.

Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos en présence de J.R. Baas en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public le 23 décembre 2011.