Home

Centrale Raad van Beroep, 26-09-2008, BF9065, 06-7225 WAO

Centrale Raad van Beroep, 26-09-2008, BF9065, 06-7225 WAO

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
26 september 2008
Datum publicatie
16 oktober 2008
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2008:BF9065
Zaaknummer
06-7225 WAO

Inhoudsindicatie

Intrekking WAO-uitkering. Juistheid vastgestelde belastbaarheid. Geschiktheid eigen werk. Wat betreft de ingebrachte rapporten van Psychosofia verwijst de Raad naar de vaste jurisprudentie ter zake van gegevens afkomstig van dit instituut. Afwijzing verzoek om inschakeling van een deskundige.

Uitspraak

06/7225 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Naam appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 december 2006, 06/1976 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 26 september 2008

I. PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2008, waar appellante is verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge, voornoemd. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.K. Dekker.

II. OVERWEGINGEN

1. Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat thans met het volgende. In geding is het besluit van 21 april 2006 (hierna: bestreden besluit), waarbij het Uwv ongegrond heeft verklaard het bezwaar van appellante tegen het besluit van 12 september 2005. Daarbij heeft het Uwv de aan appellante toegekende uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), die laatstelijk werd berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%, met ingang van 3 november 2005 ingetrokken.

2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

3. In hoger beroep is namens appellante - kort samengevat - aangevoerd dat haar psychische en bijkomende lichamelijke klachten zijn onderschat.

Ter ondersteuning is verwezen naar de overlegde informatie van haar huisarts, de RIAGG en orthopedisch chirurg, alsook naar de rapporten van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans (Psychosofia) en is verzocht om inschakeling van een deskundige.

4. Evenals de rechtbank, ziet de Raad geen reden om de bevindingen van de (bezwaar)verzekeringsartsen met betrekking tot de klachten van appellante en de daaruit voortvloeiende beperkingen voor onjuist te houden. Naar het oordeel van de Raad is het onderzoek zorgvuldig en weloverwogen geweest, is de medische informatie van de RIAGG, huisarts en orthopedische chirurg meegewogen en is in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) in voldoende mate rekening gehouden met alle klachten van appellante. In dit verband onderschrijft de Raad de onderzoeksbevindingen van de bezwaarverzekeringsarts met betrekking tot het in beroep overgelegde huisartsenjournaal. De bezwaarverzekeringsarts heeft in dit journaal over de periode van 5 mei 2005 tot twee maanden na de datum in geding, 3 november 2005 geen informatie aangetroffen over stoornissen, waaruit structurele beperkingen voortvloeien, die van invloed zijn op appellantes functioneren en op de aan de orde zijnde FML. Voor wat betreft de namens appellante ingebrachte rapporten van Psychosofia verwijst de Raad naar zijn bij partijen bekende vaste jurisprudentie ter zake van gegevens afkomstig van dit instituut. Aldus is voor de Raad genoegzaam komen vast te staan dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist is en dient het verzoek om inschakeling van een deskundige afgewezen te worden.

5. De Raad, heeft uitgaande van de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid, evenmin reden om ervan uit te gaan dat appellante voor haar eigen werk niet geschikt is.

6. De aangevallen uitspraak komt daarom voor bevestiging in aanmerking.

7. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep,

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier, uitgesproken in het openbaar op 26 september 2008.

(get.) D.J. van der Vos.

(get.) M.C.T.M. Sonderegger.

TM