Home

Centrale Raad van Beroep, 06-06-2007, ECLI:NL:CRVB:2007:560 BA7752, 06/2187 WWB

Centrale Raad van Beroep, 06-06-2007, ECLI:NL:CRVB:2007:560 BA7752, 06/2187 WWB

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
6 juni 2007
Datum publicatie
21 juni 2007
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2007:BA7752
Zaaknummer
06/2187 WWB
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:75

Inhoudsindicatie

Proceskostenveroordeling bij terugwijzing.

Uitspraak

06/2187 WWB

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 2 maart 2006, 06/163 en 06/400 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: College)

Datum uitspraak: 6 juni 2007

I. PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. drs. R.F. Bakker, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2007. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. Bakker. Het College heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.

II. OVERWEGINGEN

Bij de aangevallen uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank - voor zover hier van belang - het beroep van appellante tegen het op 25 november 2005 verzonden besluit van het College van 24 november 2005 niet-ontvankelijk verklaard wegens, niet verschoonbare, overschrijding van de beroepstermijn.

De Raad stelt, gelet op de brief van de griffier van de rechtbank van 10 maart 2006, vast dat namens appellante bij faxbericht van 4 januari 2006 tijdig beroep is ingesteld tegen het besluit van 24 november 2005. Tussen partijen is dit ook niet in geschil.

Hieruit volgt dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, moet worden vernietigd. De Raad zal de zaak terugwijzen naar de rechtbank. Hij vertrouwt erop dat de rechtbank het beroep met voortvarendheid zal behandelen.

Overeenkomstig zijn vaste rechtspraak zal de Raad het College - moeten - veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep, nu fouten van de rechtbank die leiden tot (gehele of gedeeltelijke) vernietiging van de aangevallen uitspraak voor rekening en risico van het betrokken bestuursorgaan komen. De Raad begroot de kosten op € 322,-- voor in hoger beroep verleende rechtsbijstand. De Raad is voorts ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Beroepswet gehouden te bepalen dat de gemeente Amsterdam aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht dient te vergoeden

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;

Wijst de zaak terug naar de rechtbank;

Veroordeelt het College in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van € 322,--, te betalen door de gemeente Amsterdam aan de griffier van de Raad;

Bepaalt dat de gemeente Amsterdam aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 105,-- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2007.

(get.) T.G.M. Simons.

(get.) R.L. Rijnen.

PR/290507