Home

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-08-2021, ECLI:NL:CBB:2021:814, 21/69

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-08-2021, ECLI:NL:CBB:2021:814, 21/69

Gegevens

Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum uitspraak
10 augustus 2021
Datum publicatie
10 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:CBB:2021:814
Zaaknummer
21/69

Inhoudsindicatie

TVL. Vestigingsvereiste. Appellante is geen ambulante onderneming. Beroep ongegrond.

Uitspraak

uitspraak

zaaknummer: 21/69

(gemachtigde: J.J. Planje),

en

(gemachtigde: mr. J.J. Scholtes).

Procesverloop

Bij besluit van 13 augustus 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder appellantes aanvraag op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) afgewezen.

Bij besluit van 1 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard en deels niet-ontvankelijk verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juli 2021. Appellante en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Aanleiding van deze procedure

2. Appellante heeft een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de TVL.

3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de onderneming van appellante niet voldoet aan het vestigingsvereiste. De onderneming dient ten minste één vestiging te hebben met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar, dan wel een vestiging die fysiek is afgescheiden van de privéwoning van de eigenaar en voorzien is van een eigen opgang of toegang. Daarvan is geen sprake. Ook wordt de SBI-code waarmee appellante staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK), te weten [.......] (Overige paramedische praktijken (geen fysiotherapie of psychologie) en alternatieve genezers), niet aangemerkt als ambulante onderneming. Tot slot vat verweerder appellantes bezwaargrond, dat zij het niet eens is met de afwijzing vanwege de afwezigheid van een fysiek afgescheiden kantoor aan huis, op als een bezwaar tegen de TVL als zodanig. Daartegen kan geen bezwaar of beroep in gesteld worden, omdat de TVL een algemeen verbindend voorschrift betreft. Verweerder heeft het bezwaar, voor dat deel, om die reden, niet inhoudelijk behandeld.

Standpunt appellante

4. Appellante voert aan dat het onbegrijpelijk is dat het criterium van het ontbreken van een fysiek afgescheiden opgang doorslaggevend is voor de afwijzing. Voor rijschoolhouders wordt een uitzondering gemaakt in de coronasteunmaatregelen en dat komt qua werksituatie overeen met appellante. Appellante voert immers massagewerkzaamheden uit op locatie bij bedrijven, gemeenten en andere overheidsinstellingen, waarbij haar werkmateriaal permanent op locatie aanwezig is. Verder voldoet appellante aan alle criteria voor de TVL. Appellante voert tot slot aan dat de menselijke maat gehanteerd moet worden bij de criteria van de TVL.

Beoordeling door het College

5. Tussen partijen is niet in geschil dat appellante niet voldoet aan het vestigingsvereiste van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder e, van de TVL.

6. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat appellantes onderneming geen ambulante onderneming betreft, zodat een uitzondering op het vestigingsvereiste niet kan worden gemaakt. De SBI-code waarmee appellante op de peildatum stond ingeschreven, te weten de code [.......] , is immers niet opgenomen in de lijst met SBI-codes die in artikel 1 van de TVL zijn toegeschreven aan een ambulante onderneming. De auto- en motorrijscholen (SBI-code [.....] ) zijn wel aangewezen als ambulante onderneming, dus in zoverre is de onderneming van appelante niet vergelijkbaar met deze rijscholen. Appellante moet dus aan het vestigingsvereiste voldoen om in aanmerking te komen voor TVL-steun, en dat is niet het geval.

7. Voor de toekenning van TVL-steun is de inschrijving bij de KvK (SBI-code en bedrijfsomschrijving) doorslaggevend. Er wordt bij de uitvoering van de regeling niet gekeken naar de feitelijke bedrijfsactiviteiten van een onderneming. Ook voor de vraag of een onderneming ambulante bedrijfsactiviteiten verricht wordt gekeken naar deze inschrijving en niet naar de feitelijke bedrijfsactiviteiten. Daarvoor is gekozen om de regeling uitvoerbaar te houden. Dat de SBI-code van de onderneming van appellante niet is opgenomen onder de SBI-codes van ambulante ondernemingen in artikel 1 van de TVL, is een keuze van de regelgever die de rechter niet kan toetsen.

Conclusie

8. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van mr. M.H. van Kersbergen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2021.

De voorzitter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

BIJLAGE

Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL)

Artikel 1 van de TVL luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“In deze regeling wordt verstaan onder:

ambulante onderneming: onderneming die op 15 maart 2020 stond ingeschreven in het handelsregister onder de code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2, 47.89.9, 49.39.1, 49.32, 50.10, 50.30, 85.53 of 93.21.2 van de Standaard Bedrijfsindeling;

(…)

MKB-onderneming: in Nederland gevestigde onderneming als bedoeld in artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, niet zijnde een overheidsbedrijf, die een kleine onderneming of middelgrote onderneming is in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

(…)

getroffen MKB-onderneming: MKB-onderneming die voldoet aan artikel 2, tweede lid, onderdelen c, d en e;

(…)

vestiging: vestiging als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 2 van de TVL luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“1. De minister verstrekt eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden juni, juli, augustus en september van 2020.

2. De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:

a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;

b. waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van de omzet in de referentieperiode met de ratio tussen de vaste kosten en de omzet van een gemiddeld bedrijf, zoals per sector genoemd in de vierde kolom van de tabel in de bijlage, ten minste € 4.000 bedraagt;

c. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven;

d. waarvan de hoofd- of nevenactiviteit, waaronder de MKB-onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling, in de bijlage is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage;

e. die:

1°. voor zover het een MKB-onderneming, niet zijnde een horecaonderneming of een ambulante onderneming, betreft:

– ten minste één vestiging heeft met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming; of

– een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang; of

2°. voor zover het een horecaonderneming betreft ten minste één horecagelegenheid huurt, pacht of in eigendom heeft.

3. In afwijking van het tweede lid, aanhef en onderdeel d, wordt subsidie verstrekt aan een MKB-onderneming indien uit de aanduiding van de uitgeoefende activiteit of activiteiten van de onderneming, waaronder de onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister, ten genoegen van de minister blijkt dat de onderneming een hoofd- of nevenactiviteit uitvoert die in de bijlage is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage.”

Handelsregisterwet 2007

Op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel j, wordt onder vestiging verstaan: een gebouw of complex van gebouwen waar duurzame uitoefening van de activiteiten van een onderneming of rechtspersoon plaatsvindt.