Home

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-03-2016, ECLI:NL:CBB:2016:58, 14/539 14/540 14/541

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-03-2016, ECLI:NL:CBB:2016:58, 14/539 14/540 14/541

Gegevens

Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum uitspraak
10 maart 2016
Datum publicatie
22 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:CBB:2016:58
Zaaknummer
14/539 14/540 14/541
Relevante informatie
Meststoffenwet [Tekst geldig vanaf 19-04-2023 tot 01-01-2024], Meststoffenwet [Tekst geldig vanaf 19-04-2023 tot 01-01-2024] art. 53, Meststoffenwet [Tekst geldig vanaf 19-04-2023 tot 01-01-2024] art. 55, Meststoffenwet [Tekst geldig vanaf 19-04-2023 tot 01-01-2024] art. 56

Inhoudsindicatie

Artikel 53, 55 en 56 uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

Boetes wegens niet juist vastleggen van vervoersgegevens vast mest met behulp van apparatuur voor automatische gegevensregistratie of satellietvolgapparatuur en niet naar waarheid opmaken van Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM)

Uitspraak

uitspraak

zaaknummers: 14/539, 14/540 en 14/541

16005

[naam] Handelsonderneming B.V. en

[naam] Holding B.V., alle te [plaats] , appellanten

(gemachtigde: mr. R.A.C.J. van Kessel),

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 1 juli 2014, kenmerk SHE 14/15, 14/16 en 14/17, in de gedingen tussen

(gemachtigde: mr. B. Raven).

Procesverloop in hoger beroep

Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Oost Brabant (rechtbank) van 1 juli 2014.

Met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.

Grondslag van het geschil

1.1

Voor een uitgebreide weergave van het verloop van de procedure, het wettelijk kader en de in deze gedingen van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. Het College volstaat met het volgende.

1.2

Verweerder heeft aan appellanten meerdere bestuurlijke boetes opgelegd van in totaal € 1.200,- per appellant wegens twaalf overtredingen van de Meststoffenwet. Aan deze boetes heeft verweerder het rapport van 14 maart 2013, nummer 71647 (rapport), dat is opgemaakt door toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), ten grondslag gelegd. Het betreft zes keer de overtreding van de artikelen 55 en 56 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet door in december 2012 vervoersgegevens over het laden en lossen van vaste mest vast te leggen met behulp van apparatuur voor automatische gegevensregistratie of satellietvolgapparatuur zonder dat er vaste mest is vervoerd en zes keer de overtreding van artikel 53, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet door van deze niet uitgevoerde transporten Vervoersbewijzen Dierlijke Stoffen (VDM’s) op te maken. Het betreft vier laadmeldingen op 4 december 2012, waarvan drie vanaf een locatie in [locatie 1] en één vanaf een locatie in [locatie 2] , een losmelding op 10 december 2012 vanaf een locatie in [locatie 3] en een laadmelding op 11 december 2012 vanaf een locatie in [locatie 4] en de bij deze laad- en losmeldingen behorende VDM’s. Voor elk van de twaalf overtredingen geldt een maximum boete van € 300,-. Aan appellanten zijn als pleger en medeplegers boetes van € 100,- per overtreding opgelegd met een totaal van € 1.200,- boete per appellant. In beroep bij de rechtbank hebben appellanten bestreden dat zij de overtredingen hebben gepleegd. Ook hebben zij aangevoerd dat het niet juist vastleggen van vervoersgegevens en het niet naar waarheid invullen van de desbetreffende VDM’s als één overtreding aangemerkt moet worden.

Uitspraak van de rechtbank

2.1

De rechtbank heeft de beroepen van appellanten ongegrond verklaard. De rechtbank heeft, voor zover voor het hoger beroep van belang, het volgende overwogen.

2.2

De rechtbank is van oordeel dat de controleurs op basis van bedrijfsbezoeken en eigen waarnemingen in het rapport nauwkeurig en zorgvuldig per locatie hebben omschreven dat er geen mest is geladen of gelost en dat verweerder van de juistheid van dit rapport mocht uitgaan. Daarbij is de rechtbank per locatie gedetailleerd ingegaan op door appellanten aangevoerde argumenten. De controleurs hebben, aldus de rechtbank, ook tijdig contact gezocht met [naam] en hem de gelegenheid geboden een verklaring te geven voor de overtredingen. De rechtbank is verder, gebaseerd op een uitgebreide motivering, van oordeel dat het ne bis in idem-beginsel niet is geschonden, omdat tussen beide maatregelen weliswaar koppelingen gelegd worden om de juistheid van de gegevens over en weer te toetsen, maar het verder twee op zichzelf staande maatregelen betreft waarbij de ene overtreding niet volgt uit de andere overtreding.

Beoordeling van het geschil in hoger beroep

Beslissing