Home

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 december 2005 in zaak C-254/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 2002/20/EG — Elektronische-communicatienetwerken en -diensten — Machtiging — Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 december 2005 in zaak C-254/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 2002/20/EG — Elektronische-communicatienetwerken en -diensten — Machtiging — Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

11.2.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 36/13


ARREST VAN HET HOF

(Vijfde kamer)

van 15 december 2005

in zaak C-254/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek(1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 2002/20/EG - Elektronische-communicatienetwerken en -diensten - Machtiging - Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

(2006/C 36/24)

Procestaal: Grieks

In zaak C-254/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 juni 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: G. Zavvos en M. Shotter) tegen Helleense Republiek (gemachtigde: N. Dafniou), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: J. Makarczyk, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta en P. Kūris (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: R. Grass, op 15 december 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn), is de Helleense Republiek de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.