Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3980/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. De Joekos-zaak.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3980/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. De Joekos-zaak.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/745


(2004/C 84 E/0840)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3980/03

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(6 januari 2004)

Betreft: De Joekos-zaak

Op 19 juni laatstleden werd de heer Pitsjoegin, voormalig hoofd van de veiligheidsdienst van Joekos, gearresteerd op beschuldiging van een poging tot moord op mevrouw Kostina en de organisatie van de moord op het echtpaar Gorin. De rechtbank van Basmanji heeft zijn arrestatie bevestigd en de rechtbank van Moskou heeft dit besluit bekrachtigd, daarbij het verzoek van zijn advocaten verwerpend om de heer Pitsjoegin op vrije voeten te stellen tegen betaling van een borgsom van 3 miljoen roebel (ca. 85 000 EUR). De met het onderzoek belaste functionarissen weigeren gedetailleerde redenen te geven voor hun verdenking tegen de heer Pitsjoegin, terwijl de moordenaars reeds zijn veroordeeld. Gezien de herhaalde rechtsschendingen door de rechtbank van Basmanji hebben de advocaten van de heer Pitsjoegin een klacht ingediend bij het Europese Hof voor de Mensenrechten. In juli 2003 werd de heer Lebedjev, een belangrijk aandeelhouder van Joekos, gearresteerd op beschuldiging van fraude; hij bevindt zich thans in voorarrest. Tenslotte hebben op 26 oktober agenten van de Federale Veiligheidsdienst (FSB) een inval gedaan in het vliegtuig van de president-directeur van Joekos, de heer Chodorovski, waarbij zij hem arresteerden op beschuldiging van fraude en belastingontduiking. De Russische rechterlijke macht heeft zich in deze affaire doorlopend schuldig gemaakt aan schendingen van de constitutionele rechten en van het recht van aangeklaagde personen op een eerlijk proces. Onder de ernstigste rechtsschendingen kunnen worden genoemd het feit dat de rechten van de advocaten en het beginsel van vertrouwelijkheid van de contacten tussen de advocaat en zijn cliënt niet worden gerespecteerd, de weigering om publieke rechtszittingen te houden, het onthouden van het recht op een effectieve rechtsbijstand, het toepassen van willekeurige inhechtenisneming, foltering, illegale fouillering en een bevooroordeelde instelling van het gerechtshof. Bovendien werd beslag gelegd op 53 % van het aandeel van de heer Chodorovski in Joekos, volgens de procureur om te verhinderen dat deze aandelen aan een buitenlandse investeerdersgroep zullen worden verkocht. In totaal is er beslag gelegd op 61 % van de aandelen van Joekos, hetgeen de vrees doet toenemen dat er sprake is van een ontmanteling of nationalisering van deze onderneming. Tot besluit moet worden opgemerkt dat deze zaak, door zijn politieke karakter, een nieuwe aantasting vormt van het democratiseringsproces, alsook een verscherping van de onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting in de Russische Federatie.

Is de Commissie niet van oordeel dat het optreden van de gerechtelijke en politieke autoriteiten in Rusland niet compatibel is met de beginselen van de rechtsstaat? Welke initiatieven denkt de Commissie aan de lidstaten voor te stellen, of zelf te nemen in het kader van haar bevoegdheden, om te bewerkstelligen dat de Russische autoriteiten de beginselen van de rechtsstaat respecteren en om met name te garanderen dat de heren Pitsjoegin, Lebedjev en Chodorowski ten volle kunnen genieten van hun recht op verdediging, het recht van de beklaagde om onschuldig te worden geacht zolang zijn schuld niet is bewezen en alle andere fundamentele rechten? Is de Commissie, meer in het algemeen, niet van mening dat de fundamentele rechten van de burgers van de Russische Federatie niet op bevredigende wijze worden gegarandeerd in het hedendaagse Rusland, en dat hetzelfde ook geldt voor de rechten van de Russische en buitenlandse investeerders?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(30 april 2004)

De Commissie heeft de recente gebeurtenissen in Rusland, waaronder de arrestatie van de heer Chodorovski en de inbeslagname van een groot deel van de aandelen van Joekos door de Russische autoriteiten, op de voet gevolgd.

De Commissie is zich bewust van de vermeende schendingen van de grondrechten en het recht op een eerlijk proces in deze zaak. Zij heeft begrepen dat de advocaten van de heer Chodorovski momenteel in beroep gaan via het Russische rechtssysteem en bij het Europees Hof voor de rechten van de mens. De Commissie zal de uitkomst van deze procedures met grote interesse volgen.

Tijdens de Europees-Russische top op 6 november 2003 en de bijeenkomst van de Permanente Samenwerkingsraad EU-Rusland op 27 april 2004, evenals tijdens gelegenheden tot andere politieke dialoog met de Russische autoriteiten, heeft de Commissie onderstreept dat het noodzakelijk is dat Rusland de wet eerlijk, niet-discriminatoir en proportioneel toepast. Zij heeft benadrukt dat deze beginselen de basiselementen van het partnerschap tussen de Unie en Rusland vormen en dat, indien zij niet gerespecteerd worden, de in de afgelopen jaren geboekte vooruitgang bij de schepping van een positief handels- en investeringsklimaat in Rusland ondermijnd dreigt te worden.