Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1865/03 van Anders Wijkman (PPE-DE) aan de Commissie. Nationale interpretatie van de EU-regelgeving inzake de bescherming van met uitroeiing bedreigde diersoorten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1865/03 van Anders Wijkman (PPE-DE) aan de Commissie. Nationale interpretatie van de EU-regelgeving inzake de bescherming van met uitroeiing bedreigde diersoorten.

20.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 70/65


(2004/C 70 E/068)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1865/03

van Anders Wijkman (PPE-DE) aan de Commissie

(6 juni 2003)

Betreft: Nationale interpretatie van de EU-regelgeving inzake de bescherming van met uitroeiing bedreigde diersoorten

De arakanga is een vogelsoort die voorkomt op de EU-lijst van met uitroeiing bedreigde dieren (Bijlage A). De regelgeving van de Europese Unie die gebaseerd is op de CITES-overeenkomst (Conventie over de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten) beoogt bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten tegen uitroeiing door beperking van en toezicht op de handel hierin.

De Raad voor de landbouw is de Zweedse instantie die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de regelgeving van de Europese Unie. Volgens bronnen in de Raad voor de landbouw kunnen de EU-regels aldus worden uitgelegd dat een arakanga die 15 jaar in Zweden heeft geleefd, eerst in een dierenwinkel en vervolgens in een Tropische volière, en over wiens oorsprong geen documenten beschikbaar zijn, niet langer aan het publiek mag worden getoond, maar in beslag moet worden genomen om vervolgens eventueel te worden geruimd. De vogel is echter van vóór de Conventie, d.w.z. dat hij is ingevoerd voordat de regelgeving van de Europese Unie en de CITES van kracht werden. Derhalve zou een uitzonderingsregeling moeten gelden. Voorts lijkt de interpretatie van de Raad voor de landbouw regelrecht in te druisen tegen de geest van de regelgeving, die immers optimale omstandigheden voor de dieren beoogt.

Is de Commissie van mening dat de Raad voor de landbouw de EU-regelgeving op redelijke wijze uitlegt?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(17 juli 2003)

De CITES-overeenkomst en Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad(1), waarmee aan deze overeenkomst uitvoering gegeven wordt, hebben hoofdzakelijk ten doel in het wild levende dier-en plantensoorten tegen niet-duurzame handel te beschermen.

De soorten in bijlage I bij die overeenkomst, die overeenstemt met bijlage A bij de verordening, zijn het meest bedreigd. Daarom is het commerciële gebruik van in het wild levende specimens van deze soorten, waartoe de arakanga behoort, verboden.

Wel kunnen afwijkingen worden toegestaan voor specimens die in de lidstaat vóór de inwerkingtreding van de CITES-voorschriften zijn binnengebracht. Dergelijke afwijkingen worden echter voor ieder geval afzonderlijk toegestaan nadat de terzake bevoegde administratieve instantie in de betrokken lidstaat zich van de toedracht van de zaak vergewist heeft en dienovereenkomstig een certificaat heeft afgegeven. Anders zou het mogelijk zijn illegaal verkregen dier- of plantensoorten voor commerciële doeleinden te verhandelen door voor te wenden dat het om specimens van vóór de tijd van de overeenkomst gaat; hierdoor zou de doelstelling van bijlage A worden ondergraven.

Wanneer een specimen voor commerciële doeleinden wordt gebruikt zonder dat hiervoor een afwijking is toegestaan, is er sprake van een overtreding en moet het specimen in beslag worden genomen en verbeurd worden verklaard. Tenzij terugzending naar het land van oorsprong mogelijk is, worden levende specimens (dieren of planten) dan ondergebracht in een opvangcentrum. Wanneer ze daar niet langdurig kunnen verblijven, gaan ze meestal naar goed aangeschreven dierentuinen of telers, maar het verbod op het commerciële gebruik ervan blijft van kracht.

De Commissie heeft over deze zaak contact opgenomen met de bevoegde administratieve instantie in Zweden. De autoriteiten in Zweden hadden vernomen dat de vogel zonder certificaat tentoongesteld werd. De eigenaar werd dan ook geheel terecht aangemaand een certificaat aan te vragen. Dit certificaat werd hem later verstrekt. Intussen was door berichten in de media het misverstand ontstaan dat de vogel gedood zou worden wanneer dit certificaat zou worden geweigerd. De Commissie is echter meegedeeld dat dit nooit in de bedoeling lag van de Zweedse administratieve instantie.

De Commissie stelt met genoegen vast dat de Zweedse autoriteiten de Gemeenschapsvoorschriften correct hebben uitgelegd en dienovereenkomstig hebben gehandeld. Het welzijn van de vogel kwam niet in het gedrang en het hoofddoel, namelijk het voorkomen van frauduleus of niet-duurzaam gebruik van de in bijlage A vermelde bedreigde soorten, werd bereikt.