Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2451/02 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Maatregelen tegen huidige en toekomstige verhogingen van de consumentenprijzen als gevolg van de invoering van de euro.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2451/02 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Maatregelen tegen huidige en toekomstige verhogingen van de consumentenprijzen als gevolg van de invoering van de euro.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2451/02

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(29 augustus 2002)

Betreft: Maatregelen tegen huidige en toekomstige verhogingen van de consumentenprijzen als gevolg van de invoering van de euro

1. Erkent de Commissie dat de mening van 83 % van de Europese bevolking die volgens de jongste Eurobarometer van oordeel is dat de invoering van de euro voor de consument heeft geleid tot versterkte prijsverhogingen, aansluit bij de inmiddels uitgesproken bevindingen van nationale regeringen en bankpresidenten, zodat deze publieke opinie meer dan door de Commissie vooraf werd verwacht bij de beantwoording van mijn vragen nrs. E-4066/00(1) en E-1193/02(2) gelijk heeft gekregen?

2. Blijken deze verhogingen onder meer te zijn veroorzaakt door het (veelal stelselmatig) afronden van prijzen naar boven en het streven in sommige bedrijfstakken om extra inkomsten te verwerven?

3. Kan de Commissie bevestigen dat weliswaar regeringen en bankpresidenten van verschillende lidstaten hun verontrusting over de prijsstijgingen hebben laten blijken, maar dat nergens maatregelen worden genomen om prijzen te bevriezen of te verlagen?

4. Wat is voor de in vraag 3 bedoelde passieve opstelling de reden? Worden prijsmaatregelen op het niveau van de lidstaten door de Commissie aangemoedigd als instrument om onvoorziene negatieve gevolgen achteraf te corrigeren of handhaaft zij nog altijd haar in antwoord op vraag E-1193/02 uitgesproken voorkeur voor een onbelemmerde interactie tussen vraag en aanbod?

5. Heeft de Commissie inmiddels een plan ontwikkeld voor de wijze waarop bij eventuele nieuwe toetreding tot de eurozone door huidige en toekomstige lidstaten van de EU een soortgelijke golf van extra prijsverhogingen kan worden voorkomen? Zo ja, aan welke maatregelen denkt zij dan? Zo nee, welke invloed verwacht zij dat van deze passieve opstelling zal uitgaan bij de komende referenda die over deze toetreding gehouden zullen gaan worden?

Bron: De Volkskrant van 13 augustus 2002.

(1) PB C 187 E van 3.7.2001, blz. 125.

(2) Zie blz. 1.

Gecombineerd Antwoordvan de heer Solbes Mira namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-2451/02 en P-2585/02

(24 oktober 2002)

Volgens een analyse van Eurostat die in juli 2002 werd gepubliceerd, zijn de consumptieprijzen in de eurozone volgens het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de eerste zes maanden van 2002 en de laatste zes maanden van 2001 met 1,4 % gestegen. 1,2 % hiervan wordt verklaard door historische inflatietendensen en door specifieke factoren die niet rechtstreeks verband houden met de invoering van de euro (klimatologische omstandigheden, indirecte belastingen enz).

Het inflatoire effect van de overgang naar de chartale euro blijft derhalve beperkt (ten hoogste 0,20 %), hoewel misschien iets minder dan bij de vorige ramingen (ten hoogste 0,16 %). In de meeste lidstaten zijn de nationale bureaus voor de statistiek of de centrale banken tot soortgelijke ramingen gekomen waarin over het algemeen ook sprake is van een beperkt effect.

Toch werden in bepaalde sectoren ongewone prijsverhogingen waargenomen (restaurants en cafés, gezondheidsdiensten, kleinhandel enz). Deze prijsverhogingen hebben, in combinatie met ongunstige afrondingen voor bepaalde veel gevraagde consumptieproducten, bij het publiek misschien de indruk gewekt dat er een groter inflatoir effect is dan blijkt uit de officiële indexcijfers voor alle consumptiegoederen en diensten.

Globaal gezien neemt de inflatie af sedert het begin van 2002.