Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1832/02 van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie. Paardrijden als tijdverdrijf.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1832/02 van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie. Paardrijden als tijdverdrijf.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1832/02 van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie. Paardrijden als tijdverdrijf.

Publicatieblad Nr. 028 E van 06/02/2003 blz. 0144 - 0145


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1832/02

van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie

(27 juni 2002)

Betreft: Paardrijden als tijdverdrijf

Is het de Commissie bekend dat er regels bestaan die het paardrijden voor recreatieve doeleinden beperken op terreinen die onder de compensatieregeling per oppervlakte cultuurgrond vallen?

Kunnen die gronden niet gebruikt worden om paarden af te rijden voor recreatieve doeleinden, in plaats van de openbare weg, in gebieden waar de mogelijkheden anders beperkt zijn?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(26 juli 2002)

In artikel 1, lid 6, van Verordening (EG) nr. 327/2002 van de Commissie van 21 februari 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen(1) is bepaald dat de braakgelegde grond niet mag worden gebruikt voor andere vormen van landbouwproductie dan die bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen(2), en evenmin voor andere landbouwdoeleinden of andere winstgevende bestemmingen die met akkerbouw onverenigbaar zijn. Op grond van artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999 mag de braakgelegde grond worden gebruikt voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet specifiek voor voeding of vervoedering bestemde producten.

De braakregeling is ingevoerd als een marktregulerend instrument, hoofdzakelijk voor granen, en speelt een belangrijke rol bij het beperken van de productie. Land dat wordt gebruikt voor het recreatief berijden van paarden is vaak bouwland dat onder de akkerbouwregeling valt. Het toestaan van de mogelijkheid braakland te gebruiken voor het recreatief berijden van paarden of daarmee

vergelijkbare doeleinden, brengt het risico met zich mee dat producenten hun normale bouwplan wijzigen om hierop in te spelen. Dat zou de braakregeling minder doeltreffend kunnen maken. Bovendien zij erop gewezen dat braakland niet mag worden gebruikt voor agrarische doeleinden die met akkerbouw onverenigbaar zijn.

Incidenteel en niet-commercieel gebruik voor recreatieve doeleinden kan echter worden toegestaan.

(1) PB L 51 van 22.2.2002.

(2) PB L 160 van 26.6.1999.