Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1179/00 van Gorka Knörr Borràs (Verts/ALE) aan de Commissie. Baskische taal in de autonome gemeenschap Navarra.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1179/00 van Gorka Knörr Borràs (Verts/ALE) aan de Commissie. Baskische taal in de autonome gemeenschap Navarra.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1179/00

van Gorka Knörr Borràs (Verts/ALE) aan de Commissie

(12 april 2000)

Betreft: Baskische taal in de autonome gemeenschap Navarra

De juridische regeling met betrekking tot de Baskische taal in Navarra is vastgelegd in de regionale Wet 18/1986 van 15 december 1986 betreffende het Baskisch. Deze wet verdeelt het grondgebied van Navarra in drie taalgebieden: een Baskischtalig gebied, waar Baskisch en Spaans beide als officiële taal worden erkend, en een gemengd en een niet-Baskischtalig gebied, waar het Spaans de enige officiële taal is. Volgens de regering van Navarra wordt het Baskisch gesproken door 70 % van de bevolking in het Baskischtalige gebied, 21 % in het gemengde gebied en 7 % in het niet-Baskischtalige gebied.

In het Baskischtalige gebied, waar het Baskisch als officiële taal is erkend, zijn het onderwijs en ook de administratie tweetalig. In het gemengde gebied is de taal niet officieel erkend en geldt het beginsel van vrijwilligheid. In het niet-Baskischtalige gebied heeft het Baskisch absoluut geen rechten. In het onderwijs is het Baskisch een keuzevak, en ondanks de bestaande vraag is er geen openbaar onderwijs in het Baskisch. De overheidsdiensten in dit gebied zijn niet verplicht en hebben ook niet de middelen om de burgers in deze taal te woord te staan. Aan de enige openbare universiteit van de autonome gemeenschap wordt evenmin onderwijs in het Baskisch verstrekt. De studie van het Baskisch is onlangs gelijkgesteld met de studie van vreemde talen zoals het Engels of het Frans.

De regionale Wet 13/1986 betreffende het Baskisch erkent het Baskisch als streektaal in Navarra. Het Europees Parlement heeft in dit verband talrijke resoluties aangenomen, bijvoorbeeld de resolutie van 30 oktober 1987, waarin de lidstaten wordt aanbevolen het onderwijs in de regionale en minderheidstalen officieel op basis van gelijkheid met het onderwijs in de landstalen te organiseren. De resoluties van 9 februari 1994, 17 december 1998 en 16 maart 2000 zijn van dezelfde strekking.

Is de Commissie op de hoogte van deze situatie? Meent de Commissie niet dat de huidige situatie in het niet-Baskischtalige gebied duidelijk indruist tegen wat in deze resoluties is vastgesteld? Meent de Commissie niet dat op de vooravond van het Europees Jaar van de talen bijzondere aandacht moet uitgaan naar gevallen zoals het Baskisch in Navarra? Is de Commissie voornemens een verslag op te stellen over de eerbiediging van de culturele verscheidenheid in de lidstaten, in overeenstemming met de beginselen van artikel 151 van het Verdrag?

Antwoord van mevrouw Reding namens de Commissie

(14 juni 2000)

Respect voor de taalkundige en culturele verscheidenheid is één van de hoekstenen van de Unie. De Commissie neemt kennis van de door de geachte afgevaardigde verstrekte informatie over de situatie van de Baskische taal in de Communidad Foral de Navarra.

De Commissie heeft op haar bevoegdheidsgebied actie ondernomen, b.v. door het opstellen van een verslag over de situatie van de regionale en minderheidstalen in de Unie (de Euromosaic-studie) en door het verlenen van financiële steun voor het behoud en de bevordering van regionale en minderheidstalen, alsook door het ondersteunen van het Europees Bureau voor minderheidstalen en het Mercator-informatienetwerk. De Commissie heeft ook in het kader van andere communautaire programma's initiatieven in verband met regionale en minderheidstalen gefinancierd.

Wat het Europees Jaar van de talen betreft, is het hoofdoel van dit initiatief het vergroten van het bewustzijn van het belang van het leren van talen. Alle door de lidstaten aangegeven talen voor de uitvoering van het Europees Jaar van de talen zullen ongeacht hun status gelijke toegang tot het programma krijgen.

Als onderdeel van haar actie voor het behoud en de bevordering van regionale en minderheidstalen is de Commissie van plan een studie uit te voeren naar de regionale en minderheidstaalgemeenschappen in de huidige Unie. Dit project zal op grond van de resultaten van de Euromosaic-studie een bijgewerkt overzicht bieden van onder meer de positie van dergelijke talen in de nationale, regionale en lokale juridische, administratieve en onderwijssystemen.