Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0965/00 van Rosa Miguélez Ramos (PSE) aan de Commissie. Communautaire subsidies voor sloopbedrijven.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0965/00 van Rosa Miguélez Ramos (PSE) aan de Commissie. Communautaire subsidies voor sloopbedrijven.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0965/00

van Rosa Miguélez Ramos (PSE) aan de Commissie

(31 maart 2000)

Betreft: Communautaire subsidies voor sloopbedrijven

Sloopbedrijven zijn zeer geïnteresseerd in de precieze reikwijdte van de nieuwe communautaire voorschriften voor dergelijke installaties. Hoewel zij communautaire regelgeving voor deze sector verwelkomen, vragen zij zich af welke gevolgen deze regeling voor hen heeft, binnen welke termijnen zij hun installaties aan de nieuwe richtlijn zullen moeten aanpassen en of hiervoor subsidies worden verstrekt.

Op welke wijze denkt de Commissie de nieuwe Europese voorschriften voor de sloop van auto's aan de bedrijven in deze sector bekend te maken?

Welke termijnen worden deze bedrijven gegund om zich hieraan aan te passen?

Komen zij met het oog hierop in aanmerking voor subsidiëring?

Heeft de Commissie voorzien in het vaststellen van kwaliteitsparameters, het uitwisselen van ervaringen of goede praktijken, of het opzetten van homologatiesystemen op Europees niveau?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(17 mei 2000)

Het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende afgedankte voertuigen(1) is zoals alle communautaire richtlijnen tot de lidstaten gericht. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen van richtlijnen na te komen, terwijl zij vrij kunnen kiezen op welke wijze zij die doelstellingen bereiken. Het is in de eerste plaats de taak van de lidstaten te zorgen dat de betrokken bedrijven voldoende worden voorgelicht en, zo nodig, bijgestaan om aan de voorschriften van richtlijnen te voldoen.

Hoeveel tijd beschikbaar is om aan de richtlijn te voldoen, wordt pas bekend bij de definitieve vaststelling ervan. De wetgevingsprocedure is op dit ogenblik nog niet afgerond. Redelijkerwijs mag worden verwacht dat de richtlijn voor medio 2000 zal worden aangenomen. Volgens het gemeenschappelijk standpunt(2) moet de richtlijn in werking treden op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad, terwijl de lidstaten over een extra overgangsperiode van 18 maanden beschikken voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht.

Krachtens het EG-Verdrag is de financiering van milieumaatregelen van de Gemeenschap het voorrecht van de lidstaten. In het gemeenschappelijk standpunt is niet voorzien in specifieke financiële steun van de Gemeenschap.

Met betrekking tot kwaliteitsparameters en goede praktijken ten slotte, bevat het gemeenschappelijk standpunt, behalve technische minimumeisen voor de verwerking in artikel 6 en bijlage I, in artikel 5, lid 5, ook een verwijzing naar de invoering van gecertificeerde milieubeheersystemen voor bedrijven waar verwerkingshandelingen worden verricht.

(1) PB C 337 van 7.11.1997 als gewijzigd, PB C 156 van 3.6.1999.

(2) Gemeenschappelijk standpunt 39/1999, PB C 317 van 4.11.1999.