Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2360/99 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Salarissen, toelages, pensioenen en belastingen Europese instellingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2360/99 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Salarissen, toelages, pensioenen en belastingen Europese instellingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2360/99

van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie

(13 december 1999)

Betreft: Salarissen, toelages, pensioenen en belastingen Europese instellingen

De Commissie heeft aan het begin van haar mandaatperiode aangekondigd de Europese instellingen grondig te willen hervormen teneinde hun doelmatigheid en transparantie te verhogen.

Het Statuut van het personeel vormt op het gebied van de vergoedingen en andere regelingen een wezenlijk onderdeel van het functioneren van de Europese instellingen en zou dan ook openbaar moeten worden gemaakt.

Omwille van de begrijpelijkheid zou de verstrekte informatie zich op de uitersten van de loopbanen moeten concentreren in die zin dat gegevens zouden moeten worden verstrekt over de volgende categorieën: een ambtenaar die net in dienst is genomen met een universitaire opleiding, een rechter aan het Europees Hof van Justitie op het hoogtepunt van de loopbaan en een lid van de Commissie.

Voor deze specifieke gevallen wordt de Commissie om informatie verzocht over:

1. de salarisregeling;

2. de ontheemdingstoelage;

3. reis- en dagvergoedingen;

4. pensioen- en invaliditeitsregelingen;

5. de fiscale bepalingen

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(18 januari 2000)

De Commissie zendt het geachte parlementslid en het Secretariaat van het Parlement rechtstreeks een aantal voorbeelden van de bezoldiging (inclusief toelagen, belastingen en heffingen) en de reisdagvergoedingen van een pas aangeworven ambtenaar met universitaire opleiding (A8-1) en van een lid van de Commissie, de voorwaarden die gelden inzake pensionering en invaliditeit van ambtenaren, en die welke gelden voor pensionering van leden van de Commissie.

Bovendien vestigt de Commissie de aandacht van het geachte parlementslid op Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van,

alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2778/98 van de Raad van 17 december 1998(2) waarbij de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg wordt vastgesteld (bezoldigingssysteem voor de leden van de Europese instellingen) en het Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het bezoldigingsstelsel(3).

De vraag met betrekking tot de bezoldiging van een rechter van het Hof van Justitie moet aan de betrokken instelling worden gericht.

(1) PB 187 van 8.8.1967.

(2) PB L 347 van 23.12.1998.

(3) COM(1999) 650 def.