Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2254/99 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Geografische herkomst van kwaliteitsproducten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2254/99 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Geografische herkomst van kwaliteitsproducten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2254/99

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(1 december 1999)

Betreft: Geografische herkomst van kwaliteitsproducten

1. Kan de Commissie mededelen waarom zij zich met het oog op de bescherming van de consument niet opwerpt tot pleitbezorger van het beginsel dat de informatie over de geografische herkomst van kwaliteitsproducten zoals honing moet worden gewaarborgd?

2. Kan zij voorts mededelen om welke redenen het specificiteitsattest voor zuivere natuurhoning nog steeds niet wordt erkend en er geen werk wordt gemaakt van de steeds opnieuw uitgestelde erkenning van een dergelijke kwaliteitsaanduiding, die door de consument ten zeerste zou worden gewaardeerd?

3. Kan de Commissie voorts mededelen waarom zij met het oog op de waarborging van de veiligheid op voedselgebied en ter bestrijding van vervalsing en fraude geen regels en criteria voor analyses en controles vaststelt op basis van de nieuwste wetenschappelijke bevindingen?

4. Acht zij het niet ook zinvol specifieke kwaliteitsnormen voor honing vast te stellen op basis van herkomst en toegepaste productieprocessen?

5. Waarom is zij niet bereid, naar analogie van talloze andere regelingen, de lidstaten in de gelegenheid te stellen voor hun eigen producten strengere kwaliteitsvoorschriften te hanteren?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(6 januari 2000)

1. Sinds 1992 kunnen de benamingen van de producten met specifieke kenmerken en een bepaalde geografische oorsprong beschermd worden in het kader van Verordening (EEG) nr 2081/92 van de Raad(1) inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen. Verschillende verzoeken van de lidstaten van de Gemeenschap hebben geleid tot het vastleggen van oorsprongsbenamingen voor honing. Italië heeft tot dusverre nog niet een dergelijk verzoek tot registratie van honing in het kader van Verordening (EEG) nr 2081/92 ingediend.

2. Wat de kwaliteitsaanduiding betreft heeft de Raad ook Verordening (EEG) nr 2082/92 aangenomen inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen. In het kader van deze Verordening werd een verzoek inzake registratie van de benaming Miele vergine integrale als specificiteitscertificering ingediend, waarover besprekingen tussen de Italiaanse autoriteiten en de Commissie hebben plaatsgevonden. De laatste informatie hierover is in oktober 1999 ontvangen.

3. en 4. In Richtlijn 74/409/EEG betreffende honing(2), die thans wordt herzien(3), wordt het begrip honing omschreven en worden bepaalde kenmerken van de samenstelling vastgesteld waaraan de verschillende honingsoorten moeten voldoen om onder deze benaming in de handel te kunnen worden gebracht. Dankzij de ontwikkeling van de analysemethoden kunnen andere criteria worden vastgesteld. Daartoe bevordert de Commissie, in overeenstemming met haar mededeling van 24 juni 1994 aan het Parlement en aan de Raad over de situatie van de Europese bijenteelt, de ontwikkeling van geharmoniseerde analysemethoden, aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd of de kwaliteitsvoorschriften van de verschillende honingsoorten, op basis van hun botanische of geografische oorsprong, worden gerespecteerd, teneinde bedrog te voorkomen en te bestrijden. Bij de werkzaamheden die door het onderzoekcentrum van Ispra zijn uitgevoerd is rekening gehouden met de meest recente wetenschappelijke analysemethoden. De resultaten van dit onderzoek werden onlangs aan de Commissie meegedeeld, die deze nog moet evalueren. In ieder geval wijst de Commissie er op dat het aan de controle-autoriteiten van de lidstaten is om vast te stellen of de producten aan de communautaire voorschriften voldoen.

De hiervoor genoemde Richtlijn, alsook de voorgestelde herziening geven de honingproducenten de mogelijkheid om de handelsbenaming aan te vullen met verwijzingen naar bloemen- of plantendelen of naar de regionale, territoriale of topografische oorsprong. Bovendien kunnen de benamingen voor honing met een specifiek karakter beschermd worden in het kader van Verordening (EEG) nr 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen, of in het kader van Verordening (EEG) nr 2082/92 van de Raad inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen.

5. Zoals bij vele andere regelingen in de levensmiddelensector het geval is meent de Commissie dat als de technische voorschriften voor de samenstelling op Gemeenschapsniveau eenmaal geharmoniseerd zijn, iedere ingreep van een lidstaat obstakels voor de handel in de Gemeenschap teweeg zou kunnen brengen. De toepassing van strengere nationale voorschriften is echter toegestaan wanneer zij door overwegingen in verband met de volksgezondheid gerechtvaardigd zijn.

(1) PB L 208 van 24.7.1992.

(2) PB L 221 van 12.8.1974.

(3) COM(95) 722 def.