Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 404/99 van Gerardo FERNÁNDEZ-ALBOR Maatregelen tegen het in omloop brengen van valse euro's

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 404/99 van Gerardo FERNÁNDEZ-ALBOR Maatregelen tegen het in omloop brengen van valse euro's

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 404/99 van Gerardo FERNÁNDEZ-ALBOR Maatregelen tegen het in omloop brengen van valse euro's

Publicatieblad Nr. C 348 van 03/12/1999 blz. 0061


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0404/99

van Gerardo Fernández-Albor (PPE) aan de Commissie

(1 maart 1999)

Betreft: Maatregelen tegen het in omloop brengen van valse euro's

Nu weldra euromunten en -bankbiljetten in omloop gebracht zullen worden, zijn deskundigen op het gebied van de bestrijding van valsemunterij van mening dat er een multinationaal bureau opgezet moet worden dat het beleid van elk land en de controlesystemen van de emissiebanken coördineert. Er wordt zelfs al gedacht aan een Centraal Europees Bureau waar alle gegevens van de verschillende landen terzake in een centrale databank worden opgeslagen.

Ook zijn de autoriteiten van bepaalde landen van het eurogebied van mening dat de wetgeving en de straffen voor euro-valsemunters gelijkgetrokken moeten worden, zodat wordt vermeden dat er landen zijn waar dit delict minder zwaar wordt gestraft dan elders. Gebeurt dit niet, dan zullen valsemunters hun clandestiene persen waarschijnlijk daar neerzetten waar de straf het laagst is, al worden allen gelijkelijk door de valse biljetten getroffen.

Hoe ziet de Commissie deze kwestie? Zal zij voorstellen een eenheidswetgeving voor alle betrokken landen op te stellen om het in omloop brengen van valse euro's doelmatig te kunnen bestrijden?

Antwoord van de heer de Silguy namens de Commissie

(27 april 1999)

Bij de voorbereiding van een Mededeling over de bescherming van de euro en de bestrijding van valsemunterij van 22 juli 1998(1) riep de Commissie in 1997 een deskundigengroep inzake de namaak van de euro in het levens. Aan deze groep nemen politiefunctionarissen uit alle lidstaten, vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank (ECB), het Europese politieagentschap (Europol) en de internationale rechercheorganisatie (Interpol) deel.

De Commissie zette in deze mededeling een strategie tot bestrijding van valsemunterij uiteen die onder meer een preventie- en opleidingsbeleid op Gemeenschapsniveau, een wetgevingskader voor de samenwerking tussen de betrokken nationale autoriteiten en de instellingen van de Unie en tussen de Unie en derde landen, de onderlinge aanpassing van de nationale wetgevingen met betrekking tot de definiëring van overtredingen, straffen en wederzijdse bijstand in rechterlijke zaken en het opzetten van een genormaliseerd systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de voor de bescherming tegen valsemunterij verantwoordelijke instanties omvat. Hiervoor zouden een database met strategische en operationele data (in plaats van een afzonderlijke database met informatie over de technische bijzonderheden van het valse geld), regels inzake de uitwisseling van informatie alsook de verplichting van de lidstaten het systeem voortdurend bij te werken, vereist zijn.

Zowel op technisch als op strategisch en operationeel vlak vorderen de werkzaamheden. Wat het technische aspect betreft, heeft de ECB reeds besloten een centrum voor de analyse van valse bankbiljetten op te zetten en een technische database voor vals geld met een aangesloten communicatienetwerk te behouden. Ten aanzien van munten hebben de lidstaten besloten, en heeft de ECB aanvaard, technische data over valse munten op te slaan in de database die door de ECB wordt onderhouden. Daarnaast wordt overwogen een technisch en wetenschappelijk centrum voor het onderzoeken van valse muntstukken in het leven te roepen.

Wat de strategische en operationele aspecten betreft, organiseert de Commissie sedert 1998 bijeenkomsten van deskundigen in het kader van haar raadgevend comité Coördinatie van de fraudebestrijding en heeft zij een gedetailleerde evaluatie van de noodzaak maatregelen te nemen in de vorm van twee werkdocumenten ingediend. Gelet op het werk dat tot dusverre al door de deskundigen is verricht, zal de Raad waarschijnlijk binnenkort het mandaat van Europol uitbreiden naar de bestrijding van de vervalsing van bankbiljetten en muntstukken.

Het is nu een prioriteit voor de Commissie om in nauwe samenwerking met de ECB na te gaan of het noodzakelijk is de nationale centrale banken en de lidstaten te verplichten bij te dragen aan de uitwisseling van informatie en samen te werken op het gebied van valsemunterij. De Commissie vindt ook dat internationale samenwerking van fundamenteel belang is om valsemunterij doeltreffend te bestrijden.

(1) COM(98) 474 def.