Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1069/98 van Allan MACARTNEY aan de Commissie. Communautaire belastingtarieven voor investeringen van buitenaf

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1069/98 van Allan MACARTNEY aan de Commissie. Communautaire belastingtarieven voor investeringen van buitenaf

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1069/98

van Allan Macartney (ARE) aan de Commissie

(6 april 1998)

Betreft: Communautaire belastingtarieven voor investeringen van buitenaf

Kan de Commissie bevestigen dat er lidstaten zijn die speciale verlaagde belastingtarieven voor investeerders van buitenaf hanteren, en zo ja, kan zij aangeven om welke lidstaten het hier gaat? Is een dergelijke handelwijze concurrentieverstorend en in strijd met de communautaire regels inzake de mededinging?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(3 juli 1998)

Alle lidstaten verlenen een verschillende fiscale behandeling aan binnen- en buitenlandse investeerders die onder andere het algemene beginsel reflecteert, dat in het OESO-modelverdrag inzake belastingen is vastgelegd, dat de belasting uiteindelijk moet worden geheven in het land van vestiging van de investeerder veeleer dan in de bronstaat van het inkomen.

De doorgaans gunstige behandeling die wordt verleend aan rente die wordt betaald aan natuurlijke personen die geen ingezetenen zijn en de onbelemmerde concurrentie tussen de lidstaten op dit gebied kan belastingontduiking in de hand werken, de belastingsinkomsten binnen de Gemeenschap uithollen en ertoe leiden dat de effectieve belastingdruk op arbeid groter is dan die op kapitaalopbrengsten.

De belastingmaatregelen vallen echter niet onder de concurrentieregels indien zij algemeen van toepassing zijn in de economie van een lidstaat en bepaalde ondernemingen of producties niet worden bevoordeeld.

Als onderdeel van een gecoördineerd pakket maatregelen ter bestrijding van schadelijke belastingconcurrentie, hebben de lidstaten in december 1997 overeenstemming bereikt over een gedragscode inzake bedrijfsbelasting en hebben zij de Commissie opgeroepen voorstellen in te dienen voor richtlijnen inzake de belasting op inkomsten uit spaargelden en inzake rente- en royaltybetalingen tussen ondernemingen. Het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake betalingen van rente en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten(1) is op 6 maart 1998 ingediend. Een voorstel voor een richtlijn van de Raad dat ertoe strekt in de Gemeenschap een minimum van effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente te garanderen(2) is op 5 juni 1998 aan de Raad voorgelegd.

In de gedragscode is met name rekening gehouden met de bepalingen inzake staatssteun van het EG-Verdrag en de Commissie heeft zich ertoe verbonden om de bestaande belastingmaatregelen opnieuw te onderzoeken om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van het EG-Verdrag op samenhangende en gelijke wijze door iedereen worden bereikt en om later dit jaar richtlijnen te publiceren in verband met de toepassing van de regels inzake staatssteun met betrekking tot directe bedrijfsbelastingen.

(1) PB C 123 van 22.4.1998.

(2) COM(98) 295 def.