Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3998/98 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Financiering van kindergroepen door het Socrates-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3998/98 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Financiering van kindergroepen door het Socrates-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3998/98 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Financiering van kindergroepen door het Socrates-programma

Publicatieblad Nr. C 207 van 21/07/1999 blz. 0155


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3998/98

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(5 januari 1999)

Betreft: Financiering van kindergroepen door het Socrates-programma

Het netwerk DIECEC (Developing Intercultural Education through Cooperation between European Cities) houdt zich bezig met de opleidingsbehoeften van groepen kinderen van minderheden, en de activiteiten worden tot nu toe gefinancierd door het Socrates-programma.

Kan de Commissie meedelen of de financiering van genoemd netwerk door dit programma na de recente aanpassing van Socrates zal worden voortgezet?

Antwoord van mevrouw Cresson namens de Commissie

(2 maart 1999)

In het kader van het Socrates-programma en overeenkomstig de procedures als bedoeld in de leidraad voor gegadigden, heeft de Commissie door transnationale partnerschappen ingediende projecten gesteund, waaraan plaatselijke en regionale autoriteiten die lid zijn van het DIECEC-netwerk (Developing intercultural education through cooperation between European cities) hebben deelgenomen. Voorts heeft de Commissie bijgedragen tot de ondersteuning en ontwikkeling van dit netwerk.

De Commissie wil de geachte afgevaardigde erop attenderen dat het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (21 december 1998) betreffende de tweede fase van het Socrates-programma een specifieke actie omvat (Comenius, actie 3) ter ondersteuning van de Europese netwerken die werkzaam zijn op onderwijsgebied. Bijgevolg vergemakkelijken de procedures als bedoeld in het gemeenschappelijk standpunt de financiële ondersteuning van organisaties zoals het DIECEC-netwerk, aangezien zij de deelname van de plaatselijke en regionale autoriteiten stimuleren.