Home

Zaak C-73/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Tivoli (Italië) op 11 februari 2013 — T

Zaak C-73/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Tivoli (Italië) op 11 februari 2013 — T

25.5.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 147/7


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Tivoli (Italië) op 11 februari 2013 — T

(Zaak C-73/13)

2013/C 147/12

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Tivoli

Partij in het hoofdgeding

Verzoekende partij: T

Prejudiciële vragen

1)

Is artikel 82 van DPR nr. 115 van 30 mei 2002 inzake de betaling van de rechtsbijstand in de Italiaanse rechtsorde — voor zover hierbij is bepaald dat het aan de advocaat verschuldigde honorarium en de aan hem verschuldigde onkosten door de rechterlijke autoriteit met een betalingsopdracht, volgens de tariefregeling voor de beroepsgroep, op zodanige wijze worden vastgesteld dat zij hoe dan ook niet hoger zijn dan de gemiddelde waarden van de tariefregelingen die voor de beroepsgroep gelden voor honoraria, rechten en vergoedingen, rekening gehouden met de aard van de beroepsverplichting, in verband met de gevolgen van de verrichte handelingen voor de procesrechtelijke positie van de verdedigde persoon — verenigbaar met artikel 47, derde alinea, van het [Handvest van de grondrechten] van de Europese Unie dat bepaalt dat rechtsbijstand wordt verleend aan degenen die niet over toereikende financiële middelen beschikken, voor zover die bijstand noodzakelijk is om de daadwerkelijke toegang tot de rechter te waarborgen?

2)

Is artikel 82 van DPR nr. 115 van 30 mei 2002 inzake de betaling van de rechtsbijstand in de Italiaanse rechtsorde — voor zover hierbij is bepaald dat het aan de advocaat verschuldigde honorarium en de aan hem verschuldigde onkosten door de rechterlijke autoriteit met een betalingsopdracht, volgens de tariefregeling voor de beroepsgroep, op zodanige wijze worden vastgesteld dat zij hoe dan ook niet hoger zijn dan de gemiddelde waarden van de tariefregelingen die voor de beroepsgroep gelden voor honoraria, rechten en vergoedingen, rekening gehouden met de aard van de beroepsverplichting, in verband met de gevolgen van de verrichte handelingen voor de procesrechtelijke positie van de verdedigde persoon — verenigbaar met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, zoals opgenomen in de communautaire rechtsorde in de zin van artikel 52, lid 3, van het [Handvest van de grondrechten] van de Europese Unie en van artikel 6 [VEU]?