Home

Zaak C-89/08 P: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 december 2009 — Europese Commissie/Ierland, Franse Republiek, Italiaanse Republiek, Eurallumina SpA, Aughinish Alumina Ltd (Hogere voorziening — Staatssteun — Accijnsvrijstelling voor minerale oliën — Verordening (EG) nr. 659/1999 — Artikel 1, sub b-v — Ontoereikende motivering — Taken en bevoegdheden van rechter — Middel van openbare orde ambtshalve opgeworpen door gemeenschapsrechter — Schending van beginsel van hoor en wederhoor — Omvang van motiveringsplicht)

Zaak C-89/08 P: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 december 2009 — Europese Commissie/Ierland, Franse Republiek, Italiaanse Republiek, Eurallumina SpA, Aughinish Alumina Ltd (Hogere voorziening — Staatssteun — Accijnsvrijstelling voor minerale oliën — Verordening (EG) nr. 659/1999 — Artikel 1, sub b-v — Ontoereikende motivering — Taken en bevoegdheden van rechter — Middel van openbare orde ambtshalve opgeworpen door gemeenschapsrechter — Schending van beginsel van hoor en wederhoor — Omvang van motiveringsplicht)

30.1.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/6


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 december 2009 — Europese Commissie/Ierland, Franse Republiek, Italiaanse Republiek, Eurallumina SpA, Aughinish Alumina Ltd

(Zaak C-89/08 P)(1)

(Hogere voorziening - Staatssteun - Accijnsvrijstelling voor minerale oliën - Verordening (EG) nr. 659/1999 - Artikel 1, sub b-v - Ontoereikende motivering - Taken en bevoegdheden van rechter - Middel van openbare orde ambtshalve opgeworpen door gemeenschapsrechter - Schending van beginsel van hoor en wederhoor - Omvang van motiveringsplicht)

2010/C 24/08

Procestaal: Frans, Engels en Italiaans

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Di Bucci en N. Khan, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Ierland (vertegenwoordigers: D. O'Hagan, gemachtigde, en P. McGarry, BL), Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en A.-L. Vendrolini, gemachtigden), Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: R. Adam, gemachtigde en G. Aiello, avvocato dello Stato), Eurallumina SpA (vertegenwoordiger: R. Denton, solicitor), Aughinish Alumina Ltd (vertegenwoordigers: J. Handoll en C. Waterson, solicitors)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer — uitgebreid) van 12 december 2007, Ierland e.a./Commissie (T-50/06, T-56/06, T-60/06, T-62/06 en T-69/06), waarbij het Gerecht heeft nietig verklaard beschikking 2006/323/EG van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën (PB 2006, L 119, blz. 12) — Begrippen bestaande steun en nieuwe steun — Objectieve begrippen — Motiveringsgebrek — Door de gemeenschapsrechter ambtshalve aan de orde te stellen middelen van openbare orde — Schending van het beginsel dat partijen het voorwerp van het geschil afbakenen en van de algemene beginselen van hoor en wederhoor en eerbiediging van de rechten van de verdediging

Dictum

1)

Het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 12 december 2007, Ierland e.a./Commissie (T-50/06, T-56/06, T-60/06, T-62/06 en T-69/06), wordt vernietigd voor zover het:

beschikking 2006/323/EG van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën, heeft nietig verklaard op grond dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen daarin de motiveringsplicht heeft geschonden wat het niet-toepassen van artikel 1, sub b-v, van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel [88 EG], betreft, en

de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft verwezen in haar eigen kosten en in die van verzoekers, daaronder begrepen die van de kortgedingprocedure in zaak T-69/06 R.

2)

De gevoegde zaken T-50/06, T-56/06, T-60/06, T-62/06 en T-69/06 worden verwezen naar het Gerecht van de Europese Unie.

3)

De beslissing over de kosten wordt aangehouden.