Home

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 5 maart 2009.

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 5 maart 2009.

Visserij - Instandhouding van rijkdommen van zee - Technische instandhoudingsmaatregelen (Verordening nr. 894/97 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1239/98, art. 11 bis) (cf. punten 48-69)

2. Beroep wegens niet-nakoming - Onderzoek van gegrondheid door Hof - In aanmerking te nemen situatie - Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 226 EG) (cf. punt 76)

Voorwerp

Niet-nakoming - Gemeenschappelijk visserijbeleid - Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261, blz. 1) en (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid - Toelating van de thonaille door de nationale autoriteiten ondanks het communautaire verbod op het gebruik van drijfnetten van 2,5 km of langer - Ontbreken van doeltreffend controlesysteem om dit verbod te doen naleven

Dictum

1) Door de uitoefening van de visserij niet op afdoende wijze te controleren, te inspecteren en te bewaken wat het verbod op drijfnetten voor het vangen van bepaalde soorten betreft, en door er niet op toe te zien dat passende maatregelen worden genomen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor inbreuken op de communautaire regeling ter zake van het gebruik van drijfnetten, is de Franse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 2 en 31, leden 1 en 2, van verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2846/98 van de Raad van 17 december 1998, alsook krachtens de artikelen 23, leden 1 en 2, 24 en 25, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

2) De Franse Republiek wordt verwezen in de kosten.