Home

Zaak T-196/06: Beroep ingesteld op 19 juli 2006 - Edison/Commissie

Zaak T-196/06: Beroep ingesteld op 19 juli 2006 - Edison/Commissie

Beroep ingesteld op 19 juli 2006 - Edison/Commissie

Partijen

Verzoekster: Edison SpA (vertegenwoordigers: M. Siragusa, R. Casati, M. Beretta, P. Merlino en E.B. Liberati, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

- nietig te verklaren, de beschikking van de Commissie van 3 mei 2006 (zaak COMP/F/38.620 - Waterstofperoxide en natriumperboraat), voor zover deze haar betreft;

- subsidiair, nietig te verklaren of te verlagen, de geldboete die bij de bestreden beschikking aan EDISON is opgelegd;

- verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De bestreden beschikking is dezelfde als die in zaak T-185/06, L'Air Liquide/Commissie. Bij deze beschikking is verzoekster hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de inbreuk van Ausimont, voor de volledige duur van haar deelname aan het kartel, en is haar wegens deze inbreuk een geldboete van 58,125 miljoen EUR opgelegd, waarvan 25,619 miljoen EUR in solidum met Solvay Solexis SpA. In de bestreden beschikking wordt dienaangaande gepreciseerd dat laatstgenoemde vennootschap thans door Solvay SA/NV wordt gecontroleerd, maar dat zij ten tijde van de inbreuk onder de naam Ausimont SpA indirect door Montedison (thans EDISON) werd gecontroleerd.

Tot staving van haar vorderingen stelt verzoekster:

- schending van wezenlijke procedurevoorschriften, meer in het bijzonder het beginsel van hoor en wederhoor en de rechten van de verdediging, alsmede van artikel 27, lid 1, van verordening (EG) nr. 1/2003, en artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 773/2004, omdat de Commissie voor het eerst in de beschikking tot staving van haar bezwarende stellingen heeft aangevoerd dat de gevolmachtigde voorzitter van Ausimont gedurende een groot gedeelte van de inbreukperiode ook lid was van de raad van bestuur van Montecatini, dit wil zeggen, de tussenvennootschap die volledig werd gecontroleerd door Montedison (thans EDISON), die zelf het maatschappelijk kapitaal van Ausimont volledig in handen had;

- schending van artikel 81 EG, omdat de inbreuk op de mededingingsregels door Ausimont ten onrechte aan verzoekster is toegerekend. Ten eerste heeft de Commissie gedwaald, voor zover zij zich op het standpunt heeft gesteld dat de omstandigheid dat een onderneming een participatie van 100 % in het kapitaal van een andere onderneming heeft, volstaat om het vermoeden te doen ontstaan dat de controlerende onderneming een beslissende invloed op het gedrag van de gecontroleerde onderneming uitoefent, zodat zij hoofdelijk aansprakelijk kan worden geacht voor de inbreuk van de gecontroleerde onderneming. Ten tweede betoogt verzoekster dat de bestreden beschikking op tegenstrijdigheden berust en ontoereikend is gemotiveerd, en stelt zij schending van artikel 81 EG, voor zover de Commissie heeft vastgesteld dat in het onderhavige geval ook uit "andere elementen" blijkt dat Ausimont geen autonome entiteit was die haar eigen commerciële strategie kon bepalen.

Verzoekster stelt tevens schending van de motiveringsplicht, voor zover de Commissie geen rekening heeft gehouden met de schriftelijke bewijzen en feitelijke omstandigheden die EDISON heeft aangevoerd tot staving van de autonomie van Ausimont om haar eigen commerciële beleid te bepalen.

--------------------------------------------------