Home

Conclusie van advocaat-generaal Léger van 8 juli 1999.

Conclusie van advocaat-generaal Léger van 8 juli 1999.

1 Met dit beroep wenst de Commissie te zien vastgesteld, dat Ierland zijn verdragsverplichtingen niet is nagekomen door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en aan de Commissie mee te delen, die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom.(1) De Commissie vordert voorts verwijzing van Ierland in de kosten.

2 De Commissie stelt, dat ingevolge artikel 15 van richtlijn 92/100 de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan de richtlijn te voldoen, vóór 1 juli 1994 in werking moesten doen treden en de Commissie daar onverwijld van in kennis moesten stellen.

3 Na te hebben vastgesteld dat die termijn was verstreken zonder dat zij bericht had ontvangen over door Ierland getroffen implementatiemaatregelen, leidde de Commissie krachtens artikel 169 EG-Verdrag (thans artikel 226 EG) een niet-nakomingsprocedure in.

4 Bij brief van 20 januari 1995 nodigde zij de Ierse regering uit, binnen twee maanden haar opmerkingen over de gestelde niet-nakoming kenbaar te maken.

5 De Ierse regering antwoordde bij brief van 22 maart 1995, dat in 1994 begonnen was met een volledige herziening van de Copyright Act 1963 en dat een nieuw wetsontwerp in voorbereiding was om de Ierse wetgeving inzake het auteursrecht te moderniseren; in die nieuwe regeling zouden ook de bepalingen van de richtlijn worden opgenomen.

6 Toen nadere informatie uitbleef, richtte de Commissie op 1 juli 1997 een met redenen omkleed advies tot Ierland, waarin zij er wederom op wees, dat de implementatietermijn op 1 juli 1994 was verstreken en dat Ierland verplicht was mededeling te doen van alle eventueel getroffen uitvoeringsmaatregelen.

7 Nog steeds zonder nieuws over de voortgang van de procedure tot implementatie van richtlijn 92/100, stelde de Commissie het onderhavige beroep in.

8 De permanente vertegenwoordiging van Ierland bij de Europese Unie antwoordde bij brief van 26 augustus 1997 op het met redenen omkleed advies. In die brief deelde zij de Commissie mee, dat aanzienlijke vooruitgang was geboekt bij de opstelling van het wetsontwerp.

9 De Commissie merkt op, dat Ierland niet betwist, dat het ingevolge artikel 15 van richtlijn 92/100 verplicht was de bepalingen tot uitvoering van die richtlijn vóór 1 juli 1994 in werking te doen treden. Die verplichting, aldus de Commissie, vloeit zowel voort uit artikel 189 EG-Verdrag (thans artikel 249 EG) als uit artikel 5 EG-Verdrag (thans artikel 10 EG).

10 Ierland erkent, dat het verplicht is aan de richtlijn te voldoen. Het verklaart, dat het Ierse auteursrecht sinds 1963 niet meer was gewijzigd en dat daarom een algehele herziening van de Copyright Act 1963 noodzakelijk was. De nieuwe wet verkeert thans in een gevorderd stadium en zal binnenkort worden gepubliceerd. Om die reden verzoekt Ierland het Hof, de procedure voor zes maanden te schorsen.

11 Het staat vast, dat de in artikel 15 van richtlijn 92/100 bepaalde implementatietermijn al meer dan vijf jaar is verstreken. De Ierse regering betwist bovendien het haar verweten verzuim niet. Verder kan volgens 's Hofs vaste rechtspraak een lidstaat zich niet beroepen op technische problemen, verband houdend met, bijvoorbeeld, de noodzaak een wettelijke regeling van begin tot einde te herzien, en met de tijd die daarvoor nodig is.(2) Mitsdien moet het beroep dat de Commissie ter zake van de niet-nakoming van de uit richtlijn 92/100 voortvloeiende verplichtingen heeft ingesteld, gegrond worden verklaard, met afwijzing van het verzoek om schorsing van de procedure.

12 Volgens artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering wordt de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwezen, indien dat is gevorderd.

Conclusie

13 Bijgevolg geef ik het Hof in overweging uitspraak te doen als volgt:

"1) Door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en aan de Commissie mee te delen, die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, is Ierland de krachtens het EG-Verdrag en artikel 15 van die richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2) Ierland wordt verwezen in de kosten van de procedure."

(1) - PB L 346, blz. 61.

(2) - Arrest van 26 juni 1997, Commissie/Griekenland (C-329/96, Jurispr. blz. I-3749).