Home

Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 9/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014 en (EU) nr. 652/2014

Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 9/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014 en (EU) nr. 652/2014

28.4.2021

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 151/46


Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 9/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014 en (EU) nr. 652/2014

(2021/C 151/02)

I. INLEIDING

1.

Op 7 juni 2018 heeft de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad haar voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma voor de eengemaakte markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, en Europese statistieken, en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014, (EU) nr. 258/2014, (EU) nr. 652/2014 en (EU) 2017/826 (1) (“het programma”).

2.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 17 oktober 2018 advies uitgebracht (2) en het Comité van de Regio's heeft zijn advies tijdens de plenaire vergadering van 5 december 2018 aangenomen (3).

3.

De Raad (Concurrentievermogen) heeft tijdens zijn zitting van 29 november 2018 een partiële algemene oriëntatie over het voorstel aangenomen (4). In de partiële algemene oriëntatie ontbraken een aantal elementen, met name bepalingen met gevolgen voor de begroting of van horizontale aard, en bepalingen in verband met lopende besprekingen in andere voorbereidende instanties van de Raad over andere wetgevingsvoorstellen. Die elementen zijn in de tekst aangegeven met vierkante haken. Zij werden op dat ogenblik buiten de onderhandelingen gelaten, aangezien eerst meer vooruitgang op horizontaal niveau, onder meer politieke sturing door de Europese Raad over het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2021-2027, nodig was om het standpunt van de Raad over deze onderdelen vast te stellen.

4.

In het Europees Parlement werd het verslag over het Commissievoorstel op 22 januari 2019 in de Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) goedgekeurd en op 12 februari 2019 in de plenaire vergadering bevestigd. Toen heeft het Europees Parlement zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld (5). Het Europees Parlement heeft het dossier overgedragen naar de volgende zittingsperiode. Op 8 oktober 2019 heeft de Commissie IMCO het mandaat om interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel te openen formeel aangenomen.

5.

Op 23 oktober en 18 november 2019 hebben trialogen plaatsgevonden om tot een gemeenschappelijk akkoord te komen over de niet tussen haken geplaatste delen van het voorstel. Het voorzitterschap heeft aan deze trialogen deelgenomen met de in november 2018 aangenomen partiële algemene oriëntatie als mandaat.

6.

Op 3 december 2019 heeft het Europees Parlement de Raad in kennis gesteld van zijn besluit om de onderhandelingen op politiek niveau tijdelijk te bevriezen. In de tweede helft van 2020 werden de onderhandelingen hervat en op 28 oktober 2020 heeft een derde trialoog plaatsgevonden.

7.

Op 18 november 2020 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers het voorzitterschap een herzien mandaat gegeven dat als basis voor de onderhandelingen in het kader van een vierde trialoog op 25 november 2020 en een vijfde trialoog op 8 december 2020 heeft gediend.

8.

Tijdens de trialoog op 8 december 2020 hebben de medewetgevers een voorlopig akkoord over een compromistekst bereikt. Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft deze definitieve compromistekst tijdens zijn vergadering van 18 december 2020 bevestigd met het oog op een akkoord (6).

9.

Op 11 januari 2021 heeft de Commissie IMCO van het Europees Parlement de definitieve compromistekst goedgekeurd. Vervolgens heeft de voorzitter van de Commissie IMCO op 15 januari 2021 de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers een brief toegezonden met de mededeling dat, indien de Raad zijn tijdens de trialogen overeengekomen standpunt formeel aan het Europees Parlement toezendt, zij de plenaire vergadering zou aanbevelen het standpunt van de Raad in tweede lezing van het Parlement zonder amendementen goed te keuren, nadat het eventueel is bijgewerkt door de juristen-vertalers.

II. DOELSTELLING

10.

Het programma moet volgens het voorstel worden vastgesteld voor de periode van het MFK 2021-2027. Het maakt deel uit van de sectorale voorstellen ter aanvulling van het pakket horizontale voorstellen betreffende het MFK voor die periode.

11.

Het doel van het programma is de governance van de interne markt te versterken en burgers, consumenten, bedrijven en overheden in staat te stellen de marktintegratie en -opening optimaal te benutten door het Unierecht te handhaven, de toegang tot de markt te vergemakkelijken, normen vast te stellen en de gezondheid van mens, dier en plant en het dierenwelzijn te bevorderen, en tegelijk de beginselen van duurzame ontwikkeling in acht te nemen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, het concurrentievermogen van ondernemingen, met name micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, te bevorderen, en een programmerings- en financieringskader voor Europese statistieken tot stand te brengen.

12.

Het programma brengt de activiteiten samen die tijdens de vorige MFK-periode werden gefinancierd uit zes voorloperprogramma's (het Europees statistisch programma; Cosme; het consumentenprogramma; het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen; de verordening in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, plantgezondheid en teeltmateriaal; de verordening ter ondersteuning van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers van financiële diensten), en bevat ook een aantal nieuwe initiatieven.

III. ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

A. Algemene opmerkingen

13.

De Raad en het Europees Parlement hebben onderhandelingen gevoerd met als doel een akkoord in vervroegde tweede lezing te sluiten op basis van een standpunt van de Raad in eerste lezing, dat het Europees Parlement als zodanig kan goedkeuren. De tekst van het standpunt van de Raad in eerste lezing komt volledig overeen met het compromis dat de medewetgevers hebben bereikt.

B. Specifieke opmerkingen

14.

Tijdens de onderhandelingen in november en december 2020 hebben de medewetgevers een compromis bereikt over de volgende openstaande kwesties:

looptijd van het programma: de Raad en het Europees Parlement zijn overeengekomen dat het programma wordt vastgesteld voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 en dat de looptijd van het programma is afgestemd op de duur van het MFK;

technische en administratieve bijstand voor de uitvoering van het programma: de medewetgevers zijn overeengekomen dat de totale kosten van administratieve en technische bijstand niet meer mogen bedragen dan 5 % van de totale financiële middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van het programma;

aangewezen begunstigden die de consumentenbelangen op Unieniveau vertegenwoordigen: er is overeengekomen dat de Commissie de bevoegdheid wordt toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vertegenwoordiging van de consumentenbelangen op Unieniveau, teneinde de lijst te wijzigen van entiteiten waaraan uit het programma een subsidie kan worden toegekend zonder oproep tot het indienen van voorstellen;

nationale referentielaboratoria als aangewezen begunstigden, en hun accreditatie: er is overeenstemming bereikt over de mogelijkheid voor de nationale referentielaboratoria voor plantgezondheid en de nationale referentielaboratoria voor diergezondheid om, als aangewezen begunstigden, subsidies uit het programma te ontvangen indien de door het programma ondersteunde acties van die laboratoria een toegevoegde waarde voor de Unie vormen en er in het programma voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om deze acties te ondersteunen. Er wordt voorzien in vergelijkbare voorwaarden voor de aanduiding van de aangewezen begunstigden en voor hun accreditatie;

medefinancieringsregels op het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders: de Raad en het Europees Parlement zijn het eens geworden over een vast medefinancieringspercentage van 50 %, dat bij uitzondering wordt verhoogd tot 75 % en 100 % onder bepaalde voorwaarden. De Commissie zal een uitvoeringshandeling kunnen vaststellen om het medefinancieringspercentage te verlagen indien dit nodig is op grond van het beschikbare budget of wegens ontoereikende uitvoering van het programma of van de noodmaatregel, of wegens de geleidelijke afbouw van de medefinanciering van acties tegen dierziekten of tegen plaagorganismen bij planten;

gedelegeerde handelingen, uitvoeringshandelingen en comités: de medewetgevers zijn overeengekomen dat werkprogramma's worden vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen waarmee de reeds in de basishandeling vastgestelde regels worden uitgevoerd, in voorkomend geval in overeenstemming met de desbetreffende sectorale wetgeving. De in bijlage II vermelde acties worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek. Er is overeengekomen dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor een periode van zeven jaar, die stilzwijgend met dezelfde termijnen wordt verlengd tenzij het Europees Parlement of de Raad zich hiertegen verzet;

terugwerkende kracht: er is overeengekomen dat de verordening in werking treedt op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en van toepassing is met ingang van 1 januari 2021.

IV. CONCLUSIE

15.

Het standpunt van de Raad in eerste lezing over de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken komt volledig overeen met het compromis dat de vertegenwoordigers van de Raad en het Europees Parlement tijdens hun onderhandelingen met de hulp van de Commissie hebben bereikt. Dit compromis is bevestigd door de brief van 15 januari 2021 van de voorzitter van de Commissie IMCO aan de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers.

(1) Document 9890/18 + ADD 1.

(2) Document 13680/18.

(3) Document 15555/18.

(4) Document 14257/1/18 REV 1.

(5) Document 6212/19.

(6) Document 14258/20.