Home

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik

21.12.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 461/210


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik

(2018/C 461/17)

Algemeen rapporteur:

Sirpa HERTELL (FI/EVP), gemeenteraadslid van Espoo

Referentiedocument:

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu

COM(2018) 340 final — 2018/0172 (COD)

I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Eerste aanhaling

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 114 met betrekking tot verpakking zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 94/62/EG,

Motivering

Dit wijzigingsvoorstel betreft de eerste zin van de considerans. Het is bedoeld om te verduidelijken wat de wettelijke status van kunststofproducten voor eenmalig gebruik die beschouwd worden als verpakking in deze voorgestelde richtlijn is ten opzichte van de goedgekeurde richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval.

Wijzigingsvoorstel 2

Overweging 11

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(11)

Voor sommige kunststofproducten voor eenmalig gebruik zijn nog geen geschikte en duurzamere alternatieven algemeen beschikbaar; naar verwachting zal de consumptie van dergelijke kunststofproducten voor eenmalig gebruik toenemen. Om die trend te keren en inspanningen voor duurzamere oplossingen te bevorderen, zouden de lidstaten verplicht moeten worden om de nodige maatregelen te nemen zodat zij de consumptie van die producten aanzienlijk kunnen verminderen, zonder daarbij afbreuk te doen aan de hygiëne en veiligheid van de levensmiddelen, goede hygiënische praktijken, goede productiepraktijken, de informatieverlening aan de consument of de in de voedingsmiddelenwetgeving van de Unie vastgestelde traceerbaarheidseisen.

(11)

Voor sommige kunststofproducten voor eenmalig gebruik zijn nog geen geschikte en duurzamere alternatieven algemeen beschikbaar; naar verwachting zal de consumptie van dergelijke kunststofproducten voor eenmalig gebruik toenemen. Om die trend te keren en inspanningen voor duurzamere oplossingen te bevorderen, zouden de lidstaten verplicht moeten worden om onverminderd artikel 18 van Richtlijn 94/62/EG de nodige maatregelen te nemen zodat zij de consumptie van die producten aanzienlijk kunnen verminderen, zonder daarbij afbreuk te doen aan de hygiëne en veiligheid van de levensmiddelen, goede hygiënische praktijken, goede productiepraktijken, de informatieverlening aan de consument of de in de voedingsmiddelenwetgeving van de Unie vastgestelde traceerbaarheidseisen. Alvorens dergelijke maatregelen worden goedgekeurd, zouden de lidstaten een beoordeling moeten maken van de sociale, economische en milieueffecten om te waarborgen dat de maatregelen proportioneel en niet-discriminerend zijn.

Motivering

Dit wijzigingsvoorstel is bedoeld om ervoor te zorgen dat de op nationaal, regionaal en lokaal niveau toegepaste maatregelen proportioneel en niet-discriminerend zijn en stroken met de bestaande EU-wetgeving, m.i.v. Richtlijn 2008/98/EG en Richtlijn 94/62/EG.

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Deze richtlijn heeft tot doel de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, in het bijzonder op het aquatisch milieu, en op de menselijke gezondheid te voorkomen en te verminderen, en de overgang naar een circulaire economie met vernieuwende bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen, en zo ook bij te dragen tot de efficiënte werking van de interne markt.

Deze richtlijn heeft tot doel de algemene effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, in het bijzonder de gevolgen van de verplaatsing van afvalstoffen naar het aquatisch milieu, met inbegrip van zoetwater- en ondiepezeegebieden, en op de menselijke gezondheid en de gezondheid van zeedieren te voorkomen en te verminderen, en de overgang naar een circulaire economie met vernieuwende bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen, en zo ook bij te dragen tot de efficiënte werking van de interne markt.

Motivering

Sinds kort wordt kunststofzwerfvuil niet alleen in maritieme omgevingen aangetroffen, maar ook in zoetwatergebieden, waaronder rivieren en meren. Dit verschijnsel doet zich in iedere omgeving voor, van gletsjers in de bergen tot bronnen en rivieren. Hieruit blijkt duidelijk dat kunststofafval zich in de natuur op een groot aantal verschillende manieren verspreidt, en dat we van een groot deel van deze manieren geen duidelijk beeld hebben.

Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de afvloeiing van stedelijk water, regenwater en smeltende sneeuw. Deze stedelijke afvloeiing vormt een steeds groter probleem nu de opwarming van de aarde tot extreme regenval leidt. Het lozen van sneeuw in zeeën en meren in Noord-Europese gebieden is ook een van de oorzaken waardoor kunststofafval in aquatische ecosystemen terechtkomt.

Binnen Europa bestaan verschillende kwetsbare aquatische ecosystemen, zoals rivieren en meren, en met name twee zee-ecosystemen die bijzonder kwetsbaar zijn, nl. de Oostzee en de Middellandse Zee.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Deze richtlijn is van toepassing op de in de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik en op vistuig dat kunststoffen bevat.

Deze richtlijn is van toepassing op kunststofproducten voor eenmalig gebruik, met name de producten die in de bijlage zijn opgenomen, alsook in zijn algemeenheid op alle niet-afbreekbare kunststof wegwerpproducten die om welke reden dan ook in het milieu belanden, en op vistuig dat kunststoffen bevat.

Motivering

Het is van cruciaal belang voor ogen te houden dat er naast niet-afbreekbare polymeren op basis van fossiele brandstoffen ook biologisch afbreekbare kunststoffen op basis van fossiele brandstoffen en niet-afbreekbare biokunststoffen bestaan. Zwerfafval is het resultaat van niet-afbreekbare materialen die om welke reden dan ook in het milieu terechtkomen. Het is met name zaak alle wegwerpproducten in te zamelen en via mechanische, chemische of biotechnologische processen te recyclen. In de ontwerpfase van een product moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid tot inzameling. Als kunststof wegwerpproducten buiten de inzamelsystemen belanden, bestaat er altijd het risico dat zij uiteindelijk als afval in aquatische ecosystemen terechtkomen.

Vistuig wordt met name in aquatische omgevingen gebruikt, en kan zelfs bij juist gebruik verloren gaan.

Het huidige voorstel pakt slechts een deel van het probleem van kunststofzwerfvuil op zee aan. In de visserij wordt al aan terugwinning gedaan, maar de pleziervaart- en scheepvaartactiviteiten op de Europese zeeën moeten grondig worden gecontroleerd en gereguleerd om zo te voorkomen dat afval op zee wordt geloosd en passend afvalbeheer aan land te waarborgen. Vooral de Middellandse Zee en de Oostzee spelen hierbij vanwege het toerisme een belangrijke rol en dienen dan ook speciale bescherming te genieten.

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 3, punt 3 (nieuw, volgend op artikel 3, punt 2)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(3)„kunststoffen voor eenmalig gebruik”, vaak ook kunststof wegwerpproducten genoemd: producten die zijn ontworpen voor eenmalig gebruik, een beperkte levensduur hebben en in vele afzonderlijke componenten uiteen kunnen vallen, zoals producten die bedoeld zijn om slechts één keer te worden gebruikt voordat ze worden weggegooid of gerecycled;

Motivering

Vele over een lange periode gebruikte kunststofmaterialen zijn voor eenmalig gebruik, zoals medische apparaten of materiaal voor de thermische isolatie van gebouwen. Het is dan ook raadzaam de term „kunststof wegwerpproducten” te gebruiken en tegelijkertijd de verwachte levensduur van de producten aan te geven; of producten die kunnen desintegreren, zoals speelgoed, sluitingen enz.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 3, punt 15 (nieuw, volgend op artikel 3, punt 14)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(15)kunststoffen die in aquatische omgevingen afbreekbaar zijn, biologisch afbreekbare gemodificeerde natuurlijke polymeren en synthetische polymeren vallen niet onder de definitie van „kunststof”.

Motivering

Kunststofmaterialen vertonen zeer verschillend gedrag in het milieu. Natuurlijke polymeren zijn per definitie biologisch afbreekbaar en hetzelfde geldt voor bepaalde synthetische polymeren. Volgens de norm ASTM D6002 kunnen biologisch afbreekbare kunststoffen zodanig in een composteringsinstallatie biologisch worden afgebroken dat het materiaal niet meer visueel herkenbaar is en met dezelfde snelheid als bekende composteerbare materialen uiteenvalt in kooldioxide, water, anorganische verbindingen en biomassa.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 4, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1. De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om op hun grondgebied tegen … [zes jaar na de einddatum voor omzetting van deze richtlijn] een aanzienlijke vermindering te realiseren van de consumptie van de in deel A van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

1. De lidstaten treffen onverminderd artikel 18 van Richtlijn 94/62/EG de maatregelen die nodig zijn om op hun grondgebied tegen … [zes jaar na de einddatum voor omzetting van deze richtlijn] een aanzienlijke vermindering te realiseren van de consumptie van de in deel A van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van nationale streefwaarden voor consumptievermindering, maatregelen om ervoor te zorgen dat herbruikbare alternatieven voor de bewuste producten bij de verkooppunten aan de eindconsument aangeboden worden, en economische instrumenten zoals ervoor zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis bij de verkooppunten aan de eindconsument worden aangeboden. Welke maatregel wordt toegepast, zal afhangen van de effecten op het milieu van de in de eerste alinea genoemde producten.

Deze proportionele en niet-discriminerende maatregelen kunnen de vorm aannemen van nationale streefwaarden voor consumptievermindering, maatregelen om ervoor te zorgen dat herbruikbare alternatieven voor de bewuste producten bij de verkooppunten aan de eindconsument aangeboden worden, en economische instrumenten zoals ervoor zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis bij de verkooppunten aan de eindconsument worden aangeboden. Welke maatregel wordt toegepast, zal afhangen van de effecten op het milieu van de in de eerste alinea genoemde producten.

De lidstaten of hun lokale of regionale overheden zouden op hun grondgebied om specifieke redenen in goed afgebakende gebieden het gebruik van niet in deel A van de bijlage genoemde kunststofproducten voor eenmalig gebruik ook moeten kunnen beperken teneinde de meest kwetsbare ecosystemen, specifieke biotypen zoals natuurreservaten, archipels, rivierdelta’s of het Arctische natuurlijk milieu te beschermen.

Motivering

Het zevende milieuactieprogramma voor 2020 bevat als prioritaire doelstelling nr. 1, nl. „het beschermen, behouden en verbeteren van het natuurlijk kapitaal van de Unie”. Deze doelstelling is van essentieel belang voor de meest kwetsbare ecosystemen, met inbegrip van specifieke biotypen en de daaraan verwante ecosystemen, waterrijke gebieden en ondiepe wateren, berggebieden en Noord-Europese natuurlijke omgevingen, met name het Arctisch milieu.

De verwijzing naar artikel 18 van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval zou voor samenhang tussen de reeds goedgekeurde richtlijn en dit voorstel moeten zorgen. Door de lidstaten goedgekeurde maatregelen moeten proportioneel en niet-discriminerend zijn.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 4, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1. De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om op hun grondgebied tegen … [zes jaar na de einddatum voor omzetting van deze richtlijn] een aanzienlijke vermindering te realiseren van de consumptie van de in deel A van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

1. De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om op hun grondgebied tegen … [zes jaar na de einddatum voor omzetting van deze richtlijn] een aanzienlijke vermindering te realiseren van de consumptie van de in deel A van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van nationale streefwaarden voor consumptievermindering, maatregelen om ervoor te zorgen dat herbruikbare alternatieven voor de bewuste producten bij de verkooppunten aan de eindconsument aangeboden worden, en economische instrumenten zoals ervoor zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis bij de verkooppunten aan de eindconsument worden aangeboden. Welke maatregel wordt toegepast, zal afhangen van de effecten op het milieu van de in de eerste alinea genoemde producten.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van nationale streefwaarden voor consumptievermindering, maatregelen om ervoor te zorgen dat herbruikbare alternatieven voor de bewuste producten bij de verkooppunten aan de eindconsument aangeboden worden, en economische instrumenten zoals ervoor zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis bij de verkooppunten aan de eindconsument worden aangeboden. Welke maatregel wordt toegepast, zal afhangen van de effecten op het milieu van de in de eerste alinea genoemde producten.

De lidstaten dienen zich actief in te zetten voor de bevordering van innovatie en investeringen met het oog op circulaire oplossingen ten behoeve van het potentieel voor groei op het vlak van het toerisme en de blauwe economie.

Motivering

Het oplossen van problemen i.v.m. het afval van kunststof wegwerpproducten, en het recyclen van kunststoffen in zijn algemeenheid, maakt deel uit van de kunststoffenstrategie die erop is gericht innovatie en investeringen te stimuleren met het oog op circulaire oplossingen, met inbegrip van de EU-onderzoeksfinanciering in het kader van Horizon 2020 en van de Europese structuur- en investeringsfondsen. Er wordt echter te weinig aan onderzoek en ontwikkeling gedaan. Er is ook dringend behoefte aan financiering van pilot- en demonstratieprojecten.

In de EU-strategie voor ultraperifere gebieden uit 2017 wordt aandacht besteed aan het potentieel voor groei op het vlak van zowel het toerisme en de blauwe economie als de circulaire economie. Deze strategie is van toepassing op alle Europese maritieme regio’s en dient ook grote merengebieden te bestrijken.

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat tegen 2025 90 % (op gewichtsbasis) van de in deel F van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een bepaald jaar in de handel zijn gebracht, gescheiden ingezameld wordt. Om deze doelstelling te halen, kunnen de lidstaten onder andere:

De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat tegen 2025 90 % (op gewichtsbasis) van de in deel F van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een bepaald jaar in de handel zijn gebracht, gescheiden ingezameld wordt. Om deze doelstelling te halen, kunnen de lidstaten onder andere:

a)

statiegeldregelingen invoeren, of

a)

statiegeldregelingen invoeren, waarbij wordt nagegaan of het mogelijk is om dergelijke regelingen op EU-niveau te coördineren of te harmoniseren, of

b)

streefwaarden voor gescheiden inzameling vaststellen voor relevante regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

b)

streefwaarden voor gescheiden inzameling vaststellen voor relevante regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, met inbegrip van prikkels, waar passend, om de streefwaarden te overtreffen;

c)

overeenkomstig de afvalhiërarchie via een chemisch proces een deel van het kunststofafval terugwinnen in de vorm van polymeren, monomeren of andere chemische producten of energie door middel van gecontroleerde verbranding.

Gecontroleerde verbranding geniet de voorkeur als de kunststof niet op andere wijze tegen redelijke kosten teruggewonnen kan worden of indien de terugwinning van materiaal tot een grotere CO2-voetafdruk leidt dan verbranding.

Motivering

Nieuwe statiegeldregelingen kunnen een belangrijke stap vormen om dit probleem aan te pakken, maar moeten waar mogelijk wel op EU-niveau worden gecoördineerd.

Een systeem met vastgelegde streefwaarden voor gescheiden inzameling zou altijd ook moeten voorzien in speciale bonussen voor regionale of lokale overheden die de streefwaarden willen overtreffen, teneinde te voorkomen dat de meest geavanceerde onder hen door het vastleggen van streefwaarden worden ontmoedigd.

In sommige gevallen echter moet via een chemisch proces een deel van het kunststofafval worden teruggewonnen in de vorm van polymeren, monomeren of andere chemische producten of energie door middel van gecontroleerde verbranding.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 10

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten nemen maatregelen om consumenten van de in deel G van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik en vistuig dat kunststoffen bevat te informeren over:

De lidstaten nemen in samenwerking met de lokale en regionale overheden de noodzakelijke maatregelen om consumenten van de in deel G van de bijlage opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik en vistuig dat kunststoffen bevat te informeren over:

a)

de beschikbare systemen voor hergebruik van de vermelde producten en van vistuig dat kunststoffen bevat, de mogelijkheden voor afvalbeheer daarvan, en de beste praktijken voor een degelijk afvalbeheer in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/98/EG;

a)

de beschikbare systemen voor hergebruik van de vermelde producten en van vistuig dat kunststoffen bevat, de mogelijkheden voor afvalbeheer daarvan, en de beste praktijken voor een degelijk afvalbeheer in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/98/EG;

b)

de effecten op het milieu, en in het bijzonder op het mariene milieu, van zwerfvuil en andere ongepaste vormen van afvalverwijdering van de vermelde producten en vistuig dat kunststoffen bevat.

b)

de effecten op het milieu, en in het bijzonder op het mariene milieu, van zwerfvuil en andere ongepaste vormen van afvalverwijdering van de vermelde producten en vistuig dat kunststoffen bevat.

Motivering

In bewustwordingsmaatregelen moet in aanmerking worden genomen dat lokale en regionale overheden in samenwerking met de lidstaten een belangrijke rol spelen op het gebied van afvalinzameling en afvalbeheer.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 11

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Elke lidstaat zorgt ervoor dat de getroffen maatregelen voor de omzetting en uitvoering van deze richtlijn integraal deel uitmaken van en consistent zijn met de programma’s en/of maatregelen die zij hebben vastgesteld in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/56/EG (in geval van lidstaten met maritieme wateren), artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG, de artikelen 28 en 29 van Richtlijn 2008/98/EG (afvalbeheer en afvalpreventie) en de overeenkomstig de EU-wet voor het beheer van afval van schepen vastgestelde plannen voor opvang en verwerking van afval van schepen.

Elke lidstaat zorgt ervoor dat de getroffen maatregelen voor de omzetting en uitvoering van deze richtlijn integraal deel uitmaken van en consistent zijn met de programma’s en/of maatregelen die zij hebben vastgesteld in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 2008/56/EG (in geval van lidstaten met maritieme wateren), artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG, de artikelen 28 en 29 van Richtlijn 2008/98/EG (afvalbeheer en afvalpreventie) en de overeenkomstig de EU-wet voor het beheer van afval van schepen vastgestelde plannen voor opvang en verwerking van afval van schepen.

Om te voorkomen dat de voedselhygiëne en de voedselveiligheid in het gedrang komen, voldoen de maatregelen die de lidstaten treffen voor de omzetting en uitvoering van de artikelen 4 tot 9 aan de EU-wet inzake voedingsmiddelen.

Om te voorkomen dat de voedselhygiëne en de consumentenveiligheid in het gedrang komen, voldoen de maatregelen die de lidstaten treffen voor de omzetting en uitvoering van de artikelen 4 tot 9 aan de consumentenbeschermings- en de voedselwetgeving van de EU.

Motivering

Het is van vitaal belang dat er niet wordt getornd aan de functionaliteit van verpakkingsmateriaal en aan de essentiële rol die het vervult bij het waarborgen van een hoog niveau van voedselhygiëne, voedselveiligheid, volksgezondheid en consumentenbescherming.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 15, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2. De Commissie legt overeenkomstig lid 1 een verslag over de belangrijkste bevindingen van de evaluatie voor aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

2. De Commissie legt overeenkomstig lid 1 een verslag over de belangrijkste bevindingen van de evaluatie voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Motivering

Deze richtlijn is van groot belang voor lokale en regionale overheden, met name vanwege hun rol bij afvalinzameling en afvalbeheer. Daarom moet ook het Comité van de Regio’s kunnen meedoen aan het evaluatie- en herzieningsproces.

II. BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemeen

1.

onderstreept dat kunststoffen, met inbegrip van alle toepassingen ervan, van essentieel belang zijn voor de moderne maatschappij en dat de veiligheid en doelmatigheid van kunststoffen almaar beter worden. Tegelijkertijd worden de nadelen van kunststofafval almaar duidelijker en moet dit probleem grondig worden aangepakt;

2.

is verheugd over het voorstel van de Europese Commissie betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, maar wijst erop dat het toepassingsgebied van het voorstel vrij beperkt is. Om de fundamentele veranderingen teweeg te brengen die noodzakelijk zijn om dit probleem voor alle omgevingen aan te pakken, is er voor de lange termijn een meer holistische benadering nodig zoals voorgesteld in de EU-strategie inzake kunststoffen en in de EU-strategie voor de circulaire economie. Daarnaast is brede beleidssamenhang met het pakket circulaire economie noodzakelijk;

3.

verzoekt de Europese Commissie in dit verband een brede effectbeoordeling voor te leggen waarin de sociale, economische en milieugevolgen van de voorgestelde maatregelen duidelijk worden beschreven;

4.

dringt erop aan dat de definities van „kunststof” en „kunststofproducten voor eenmalig gebruik” worden verduidelijkt, met name waar het de definitie van „kunststofproducten voor eenmalig gebruik” betreft, die verwijst naar een product dat geheel of gedeeltelijk van kunststoffen is gemaakt. Het is raadzaam hiervoor de definitie van de International Union of Pure and Applied Chemistry (IUPAC) te gebruiken;

5.

merkt op dat het volgens de Europese wetgeving verboden is kunststofafval op stortplaatsen te lozen. Indien echter niet op korte termijn nieuwe technologieën en methoden voor kunststofrecycling worden ontwikkeld, bestaat het risico dat dit verbod zal leiden tot een toename van het vervoer van kunststofafval naar derde landen, waar minder goed ontwikkelde afvalbeheersystemen en gebrekkige processen voor het recyclen van kunststofproducten de hoeveelheid kunststofafval in zee kunnen doen toenemen;

6.

onderstreept dat de Europese kunststoffenstrategie nu al specifieke maatregelen inzake microplastics bestrijkt en dat deze stoffen ook bijdragen aan het kunststofafval;

7.

herinnert er nogmaals aan dat de hoeveelheid kunststofzwerfvuil in alle opzichten verminderd moet worden om niet alleen maritieme omgevingen te beschermen, maar alle ecosystemen in het algemeen. Het is van essentieel belang de mate van terugwinning en recycling van kunststoffen te verhogen overeenkomstig de afvalhiërarchie;

Samenhang met het huidige beleid

8.

benadrukt dat kunststoffen in verschillende toepassingen worden gebruikt waarbij ze andere verliezen beperken en voorkomen, bijvoorbeeld in het geval van levensmiddelenverpakkingen die worden gebruikt om het kwalitatieve en kwantitatieve verlies van voedingswaarde tegen te gaan;

9.

constateert dat in het EU-beleid inzake kunststoffen wordt gepleit voor het gebruik van biologisch afbreekbare kunststoffen als alternatief voor mechanische en chemische recycling wanneer dit alternatief problemen met betrekking tot verontreiniging kan ondervangen. Als alternatief wordt een toenemend gebruik van karton genoemd;

10.

wijst erop dat de EU-kaderrichtlijn mariene strategie de lidstaten ertoe verplicht tegen 2020 een goede milieutoestand van hun mariene milieu te bewerkstelligen. Gezien de kwetsbaarheid van deze natuurlijke omgevingen en het feit dat zij moeizaam herstellen van stress, gelden er met name strikte eisen ten aanzien van kwetsbare ecosystemen, met inbegrip van ondiepe en Noord-Europese aquatische ecosystemen. De richtlijn moet zodanig worden uitgebreid dat het gehele aquatische ecosysteem onder het toepassingsgebied valt;

11.

onderstreept dat moderne afvalwaterbehandelingsinstallaties, in lijn met de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, in staat zijn afval van macroplastics op doeltreffende wijze op te vangen, en dringt erop aan dat deze technologie consequent in heel Europa wordt toegepast. Tegelijkertijd creëert de mulch die bij afvalwaterbehandeling meekomt in het slib een risico op afval van microplastics. Er moeten meer methoden worden ontwikkeld om kunststofafval van kunstmatige mulch te scheiden;

12.

is ervan overtuigd dat de afvloeiing van stedelijk water, regenwater en smeltende sneeuw in het voorstel moet worden opgenomen. Nu de opwarming van de aarde tot extreme regenval leidt, moet er een verbod komen op het lozen van sneeuw in zeeën en meren;

13.

wijst erop dat het huidige voorstel slechts een deel van het probleem van kunststofzwerfvuil op zee aanpakt. De pleziervaart- en scheepvaartactiviteiten op de Europese zeeën moeten grondig worden gecontroleerd en gereguleerd om zo te voorkomen dat afval op zee wordt geloosd en passend afvalbeheer aan land te waarborgen, met name in de Middellandse Zee en de Oostzee;

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) en evenredigheid

14.

constateert dat het probleem van de kunststofvervuiling en het zwerfvuil op zee een grensoverschrijdend probleem betreft dat derhalve niet kan worden opgelost door afzonderlijke lidstaten die bepaalde zeeën en waterwegen delen. Daarom vindt het CvdR, ook in het licht van de noodzaak om versnippering van de interne markt te voorkomen, dat het huidige voorstel een daadwerkelijke meerwaarde voor de EU heeft en dat het in overeenstemming is met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid;

15.

onderstreept dat het probleem bij de bron moet worden aangepakt door zo veel mogelijk te voorkomen dat niet-afbreekbaar kunststofafval in de economie terechtkomt. In die gevallen waarin verdere behandeling downstream toch noodzakelijk is, bijvoorbeeld wanneer lokale en regionale afvalwaterzuiveringsinstallaties microplastic moeten verwijderen, moeten gemeenten en regio’s daarvoor volledig gecompenseerd worden en moeten de desbetreffende kosten op de producenten worden verhaald;

16.

is ervan overtuigd dat het recyclen van kunststofafval zo dicht mogelijk bij de plaats van lozing van het afval moet plaatsvinden teneinde verplaatsing van het afval zo veel mogelijk te beperken;

17.

dringt aan op wijzigingen in het productontwerp en een overgang naar duurzamere kunststoffen en vervangingsmiddelen voor kunststoffen. Met het oog op het risico op marktversnippering dienen de lidstaten een gemeenschappelijke statiegeldregeling voor kunststofverpakkingen vast te stellen, met name voor de verpakkingen van vloeistoffen. Waar het doppen en deksels van drankverpakkingen betreft, is het raadzaam recycleerbare, van vezels vervaardigde producten te gebruiken. Waar het wegwerpartikelen betreft, met name producten voor persoonlijke verzorging, moet de EU biologisch afbreekbare alternatieven stimuleren;

18.

ondersteunt de toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt, ook wat betreft het gebruik van vistuig, en benadrukt dat het van belang is met nieuwe oplossingen te komen voor milieuvriendelijk vistuig, met inbegrip van betaalbare biologisch afbreekbare oplossingen. Waar mogelijk zouden netten moeten worden voorzien van opsporingstechnologie en zou er een digitaal meldsysteem voor verloren vistuig moeten worden ingevoerd;

19.

benadrukt dat het gezien de verschillen tussen de lidstaten en de inrichting van hun afvalbeheer zaak is meer flexibiliteit te creëren ten aanzien van de meest geschikte methoden voor het verwerken van alle niet-recycleerbare kunststoffen. Er moet werk worden gemaakt van de ontwikkeling van een afvalinzamelingssysteem dat al het kunststofafval accepteert dat tijdens commerciële activiteiten op zee is geproduceerd of in de maritieme omgeving is verzameld, teneinde het dumpen van afval op zee te voorkomen;

Voorgestelde maatregelen

20.

is voorstander van de vier in het document voorgestelde opties of scenario’s. Informatiecampagnes, vrijwillige initiatieven en etikettering kunnen de algehele bewustmaking verhogen en het consumentengedrag beïnvloeden. De vraag blijft of dit genoeg is om de kern van het probleem aan te pakken, namelijk het gedrag van mensen op de lange termijn;

21.

stelt voor om de volgende maatregelen in overweging te nemen:

a.

etiketteringsvoorschriften zijn van belang om consumenten te informeren over de beste manieren om afval te verwijderen en over verwijderingsmethoden die vermeden moeten worden (met name waar het van vezels vervaardigde producten betreft, zoals vochtige doekjes), maar er is tevens behoefte aan actieve steun voor de ontwikkeling van ecologisch duurzame alternatieven, zoals biologisch afbreekbare ongeweven producten;

b.

het beperken van het op de markt brengen van kunststoffen voor eenmalig gebruik waarvoor algemeen beschikbare alternatieven bestaan, moet veel ruimer worden ingezet dan in het voorstel wordt aangegeven, en moet meer wegwerpartikelen omvatten dan bijvoorbeeld rietjes;

c.

de algemene reductiestreefwaarden, met name voor portieverpakkingen (voedselverpakkingen voor fastfood, zoals drinkbekers of houders voor voedingsmiddelen), moeten worden aangescherpt met aanbevelingen voor recycleerbare en biologisch afbreekbare alternatieven, waarbij de lidstaten tegelijkertijd in staat moeten worden gesteld hun eigen maatregelen te nemen om tot een vermindering te komen;

d.

toezeggingen door detailhandelaren om de verkoop van kunststof wegwerpproducten te beperken op basis van bindende overeenkomsten, zouden als alternatief kunnen worden ingezet voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor alle producten waarvoor de marktbeperkingsmaatregel niet geldt;

e.

voor het gebruik van kunststoffen die nodig zijn voor de primaire productie van levensmiddelen (zoals vistuig en landbouwfolie), moeten nieuwe technologische oplossingen worden ontwikkeld om de materialen na ieder gebruik in te zamelen, en moet worden voorzien in financiële stimulansen voor recycling en hergebruik;

f.

maatregelen op het gebied van productontwerp moeten ook aspecten van serviceontwerp bestrijken, zoals in verschillende lidstaten nu al het geval is (bijvoorbeeld drankflessen met vastgebonden dop);

22.

dringt erop aan dat het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval, waarin de doelstellingen voor het verminderen van de consumptie van lichte en zeer lichte plastic draagtassen zijn vastgelegd, zodanig wordt uitgebreid dat alle lichte verpakkingsmaterialen van niet-afbreekbaar materiaal hieronder vallen;

23.

stelt voor een regeling in te voeren op basis waarvan vistuig kan worden geleased en het materiaal door een apart bedrijf wordt ingezameld en gerecycled. Tevens moeten er technische maatregelen voor het detecteren en vinden van verloren gegaan vistuig worden ontwikkeld;

24.

benadrukt dat verkoopverpakkingen met polymere voeringen, die niet op het verkooppunt worden gevuld, zoals melkpakken, niet onder de definitie „kunststofproducten voor eenmalig gebruik” horen te vallen;

Geschiktheid en vereenvoudiging van de regelgeving

25.

pleit voor stimulerings- en steunmaatregelen voor de meer dan 50 000 kleine en middelgrote ondernemingen in de kunststoffensector met het oog op de ontwikkeling van producten als alternatief voor niet-afbreekbare kunststof wegwerpproducten. Het is van belang de toegang tot de markt voor nieuwe alternatieve materialen en alternatief productontwerp te vergemakkelijken door middel van innovatieprogramma’s en investeringssteun ten behoeve van procesaanpassingen;

26.

is van mening dat vrijwillige initiatieven van detailhandelaren gericht op het beperken van de verkoop van kunststof wegwerpproducten moeten worden gestimuleerd, mits er goed in de gaten kan worden gehouden hoe ze ten uitvoer worden gelegd en in hoeverre ze doeltreffend zijn;

27.

is van mening dat er marktbeperkingen moeten gelden voor kunststof wegwerpproducten die in de EU worden ingevoerd;

Gevolgen voor de begroting

28.

benadrukt dat stimuleringsmaatregelen, steun voor ontwikkeling en beter toezicht, evenals activiteiten gericht op het opruimen van afval van kunststof wegwerpproducten, dienen te worden gefinancierd door belasting te heffen op de invoer en productie van kunststof wegwerpproducten.

Brussel, 10 oktober 2018.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Karl-Heinz LAMBERTZ