Home

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India

11.12.2015

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 411/4


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India

(2015/C 411/04)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) („de basisverordening”), twee verzoeken ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

1. Verzoeken om een nieuw onderzoek

Het ene verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door de Venus-groep („Venus” of „de groep”), een groep van producenten-exporteurs uit India („het betrokken land”). De Venus-groep omvat de ondernemingen Venus Wire Industries Pvt. Ltd, Precision Metals, Hindustan Inox. Ltd en Sieves Manufacturer India, Pvt. Ltd. Het andere verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door Garg Inox Ltd („Garg”), een producent-exporteur uit India (beide ondernemingen worden hierna gezamenlijk „de indieners van het verzoek” genoemd).

Het gedeeltelijk tussentijds nieuwe onderzoek is beperkt tot een onderzoek naar dumping met betrekking tot de indieners van het verzoek.

2. Onderzocht product

Het onderzochte product wordt gedefinieerd als draad van roestvrij staal bevattende:

2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van draad die 28 of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom bevat;

minder dan 2,5 gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van draad die 13 of meer doch niet meer dan 25 gewichtspercenten chroom en 3,5 of meer doch niet meer dan 6 gewichtspercenten aluminium bevat;

van oorsprong uit India, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7223 00 19 en 7223 00 99 („het onderzochte product”).

3. Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad(2), laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1483 van de Commissie(3) („de bestaande maatregelen”).

4. Motivering van het gedeeltelijk tussentijds nieuwe onderzoek

De verzoeken op grond van artikel 11, lid 3, zijn gebaseerd op door de indieners van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat de indieners van het verzoek betreft en wat dumping betreft, de omstandigheden waarop de bestaande maatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

Wat Venus betreft, heeft de wijziging van omstandigheden van blijvende aard betrekking op verbeteringen van zijn kostentoerekeningssysteem, voorraadbeheersysteem en boekhoudingssoftware. Al deze elementen werden ontoereikend bevonden in het oorspronkelijke onderzoek en leidden tot de toepassing van artikel 18 van de basisverordening. Daarnaast heeft de groep recent geïnvesteerd in verschillende hoogrendementsmachines, wat aanzienlijke positieve gevolgen heeft op de kostenefficiëntie van zijn productie.

Wat Garg betreft, heeft de wijziging van omstandigheden van blijvende aard betrekking op de herstructurering van zijn productievoorzieningen en zijn verkoopkanaal in de Europese Unie. Volgens het door Garg verstrekte voorlopige bewijsmateriaal zijn door deze wijziging van omstandigheden zijn aanwending van middelen verbeterd en zijn efficiëntie verhoogd.

Zowel Venus als Garg heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrekt dat handhaving van de maatregelen op het huidige niveau niet langer noodzakelijk is om de gevolgen van de schade veroorzakende dumping te neutraliseren. Venus en Garg hebben de normale waarde vergeleken met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie, voor respectievelijk de periode van april 2014 tot en met december 2014 en de periode van april 2014 tot en met maart 2015. Uit deze vergelijkingen blijkt dat de respectievelijke dumpingmarges voor beide ondernemingen lager liggen dan het huidige niveau van de maatregelen.

De indieners van het verzoek voeren bijgevolg aan dat de handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, niet langer noodzakelijk lijkt om de gevolgen van eerder vastgestelde schade veroorzakende dumping te neutraliseren.

5. Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tot het onderzoek van dumping beperkt gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, opent zij hierbij een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Bij dit onderzoek zal worden nagegaan of de bestaande maatregelen ten aanzien van de indieners van het verzoek moeten worden gehandhaafd, ingetrokken of gewijzigd.

5.1. Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op de periode van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 (het „tijdvak van het nieuwe onderzoek”).

5.2. Onderzoek van de producent-exporteur

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de indieners van het verzoek nodig acht, zal de Commissie de indieners van het verzoek een vragenlijst toezenden.

De indieners van het verzoek moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.

5.3. Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.4. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.5. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited”(4).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan ingevolge artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1040 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-AD-STEEL-WIRES-DUMPING@ec.europa.eu

6. Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7. Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer

8. Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9. Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(5).