Home

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009

TOELICHTING

1) Achtergrond van het voorstel

110 || · Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn[1] ("de basisverordening") in het kader van de procedure betreffende de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit onder meer India. · Algemene context Dit voorstel wordt ingediend in de context van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en betreft de intrekking van drie prijsverbintenissen die de Commissie eerder in het kader van de hierboven vermelde antisubsidieprocedure had aanvaard (Besluit 2000/745/EG[2], zoals gewijzigd bij de Besluiten 2005/697/EG[3] en 2013/223/EU[4]).

139 || · Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied             Bij Verordening (EG) nr. 461/2013[5] heeft de Raad een definitief compenserend recht ingesteld op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India. Bij Besluit 2000/745/EG, zoals gewijzigd bij de Besluiten 2005/697/EG en 2013/223/EU van de Commissie, heeft de Commissie drie prijsverbintenissen van Indiase ondernemingen aanvaard.

141 || · Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Niet van toepassing.

2) Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

|| · Raadpleging van belanghebbende partijen

219 || Partijen die belang hebben bij de procedure, werden overeenkomstig artikel 13, lid 9, van de basisverordening in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.

|| · Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

229 || Er hoefde geen beroep op externe deskundigheid  te worden gedaan.

230 || · Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een volledige lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

3) Juridische elementen van het voorstel

305 || · Samenvatting van de voorgestelde maatregel De Commissie besloot als gevolg van de verandering in de omstandigheden tijdens de uitvoering drie prijsverbintenissen op te zeggen. Voor één exporteur is de opzegging tevens het gevolg van herhaaldelijke schending van de rapportageverplichtingen betreffende de verbintenis. Derhalve moet de onderliggende verordening van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht dienovereenkomstig worden gewijzigd. De Raad wordt derhalve voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een verordening, die in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden bekendgemaakt.

310 || · Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn.

329 || · Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

|| · Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

331 || de vorm van de maatregel wordt in de basisverordening voorgeschreven en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

332 || Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, nationale, regionale en plaatselijke overheden, marktdeelnemers en burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

|| · Keuze van instrumenten

341 || Voorgesteld instrument: verordening.

342 || Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: de basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden.

4) Gevolgen voor de begroting

409 || Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2014/0026 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU)nr. 461/2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op deinvoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naaraanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelenovereenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009

DE RAAD VANDE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdragbetreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening(EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffendebeschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lidvan de Europese Gemeenschap zijn[6]("de basisverordening"), en met name artikel 13,

Gezienhet voorstel dat de Europese Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comitéheeft ingediend,

Overwegende hetgeenvolgt:

A.        VOORAFGAANDEPROCEDURE

(1)       De compenserende maatregelen betreffende de invoer vanpolyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India zijn sinds 2000 vankracht[7].Na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van deze maatregelen zijndeze voor het laatst gehandhaafd bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 461/2013[8].

(2)       Sinds 2000 zijnantidumpingmaatregelen betreffende de invoer van pet van oorsprong uit Indiavan kracht[9]. Na een nieuw onderzoek in verband met het vervallenvan deze maatregelen zijn deze voor het laatst gehandhaafd bij Verordening (EC)nr. 192/2007 van de Raad[10].Op 24 februari 2012 heeft de Commissie een volgend nieuw onderzoek inverband met het vervallen van de maatregelen geopend. BijUitvoeringsbesluit 2013/226/EU[11]heeft de Raad het voorstel van de Commissie voor een uitvoeringsverordening vande Raad tot handhaving van het antidumpingrecht op pet van oorsprong uit onderandere India verworpen en derhalve zijn de antidumpingmaatregelen vervallen.

(3)       In 2000 heeft de Commissiebij Besluit 2000/745/EG[12]prijsverbintenissen ("de verbintenissen") aanvaard die in het kadervan de antidumping- en de antisubsidieprocedures zijn aangeboden door onderandere de volgende Indiase ondernemingen: Pearl Engineering Polymers Limited("Pearl") en Reliance Industries Limited ("Reliance"). In2005 heeft de Commissie bij Besluit 2005/697/EG[13] tot wijziging van Besluit 2000/745/EG een verbintenis van deIndiase onderneming South Asean Petrochem Limited aanvaard, die als gevolg vaneen fusie haar naam wijzigde in Dhunseri Petrochem & Tea Limited("Dhunseri")[14].

B.         OPZEGGING VAN VERBINTENISSEN EN WIJZIGING VANVERORDENING (EU) Nr. 461/2013

(4)       Bij Besluit XX[15]heeft de Commissie de aanvaarding van de door de drie Indiase ondernemingenDhunseri, Reliance en Pearl aangeboden verbintenissen ingetrokken. Derhalvemoeten artikel 1, lid 4, en artikel 2 van en de bijlage bijVerordening (EU) nr. 461/2013 dienovereenkomstig worden ingetrokken. Debij artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 461/2013opgelegde definitieve compenserende rechten moeten dienovereenkomstig wordentoegepast op door de ondernemingen Dhunseri, Reliance en Pearl geproduceerdepet (aanvullende Taric-code A585 voor Dhunseri, aanvullende Taric-code A181voor Reliance en aanvullende Taric-code A182 voor Pearl),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENINGVASTGESTELD:

Artikel 1

1. Artikel 1,lid 4, en artikel 2 van en de bijlage bij Verordening (EU)nr. 461/2013 moeten worden ingetrokken.

2. Artikel 1,lid 5, van Verordening (EU) nr. 461/2013 wordt hernummerd totartikel 1, lid 4.

3. Artikel 3 vanVerordening (EU) nr. 461/2013 wordt hernummerd tot artikel 2.

Artikel 2

Deze verordeningtreedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatiebladvan de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

[2]               PB L 301 van 30.11.2000, blz. 88.

[3]               PB L 266 van 11.10.2005, blz. 62.

[4]               PB L 135 van 22.5.2013, blz. 19.

[5]               PB L 137 van 23.5.2013, blz. 1.

[6]               PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

[7]               PB L 301 van 30.11.2000, blz. 1.

[8]               PB L 137 van 23.5.2013, blz. 1.

[9]               PB L 301 van 30.11.2000, blz. 21.

[10]             PB L 59 van 27.2.2007, blz. 1.

[11]             PB L 136 van 23.5.2013, blz. 12.

[12]             PB L 301 van 30.11.2000, blz. 88.

[13]             PB L 266 van 11.10.2005, blz. 62.

[14]             PB C 335 van 11.12.2010, blz. 38.

[15]             Zie bladzijde XX vandit Publicatieblad.