Home

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval met het oog op de vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval met het oog op de vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen

TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1.        Algemene context

Dezelfde eigenschappen die plastic draagtassencommercieel succesvol hebben gemaakt - licht gewicht en resistentie tegenafbraak - hebben ook bijgedragen aan de verspreiding ervan. Geschat wordt datin 2010 elke EU-burger 198 plastic draagtassen heeft gebruikt, waarvanongeveer 90 % lichte draagtassen. Lichte draagtassen worden minder vaakopnieuw gebruikt dan dikkere tassen en komen vaker als zwerfafval in het milieuterecht. Behoudens onverwachte ontwikkelingen wordt verwacht dat het verbruikvan plastic draagtassen verder zal toenemen.

Geschat wordt dat in 2010 in de EU meer dan achtmiljard plastic draagtassen als zwerfafval in het milieu zijn terechtgekomen.Zij ontsnappen aan het afvalbeheer en stapelen zich in ons milieu op (vooralals zwerfvuil op zee), wat steeds meer als een belangrijk wereldwijd probleemwordt beschouwd. Uit bewijsmateriaal blijkt ook dat zich grote hoeveelhedenafval in de Europese zeeën opstapelen. Het probleem van afval in de vorm vanplastic tassen in waterecosystemen treft niet alleen landen met een marienekustlijn, aangezien een groot deel van het afval de zee bereikt via rivieren.Weggegooide plastic draagtassen kunnen honderden jaren in het milieu aanwezigblijven, meestal in gefragmenteerde vorm. Het zeer hoge en nog steeds stijgendeverbruik van plastic tassen is ook niet optimaal vanuit het oogpunt van eenefficiënt gebruik van hulpbronnen.

In de EU worden plastic draagtassen in het kadervan Richtlijn 94/62/EG (richtlijn verpakking en verpakkingsafval) alsverpakking beschouwd. Er bestaan echter geen specifieke EU-beleidsmaatregelenof EU-wetgeving voor plastic draagtassen. Sommige lidstaten hebben al - metwisselend succes - beleidsmaatregelen genomen om het gebruik van plastic tassente verminderen, bijvoorbeeld door prijsmaatregelen, afspraken met dedetailhandel en voorlichtingscampagnes. Na pogingen van sommige lidstaten omplastic draagtassen te verbieden heeft de Raad Milieu de kwestie op 14 maart2011 besproken en de Commissie verzocht mogelijke EU-maatregelen tegen hetverbruik van plastic tassen te analyseren.

1.2.        Motivering en doel van hetvoorstel

De algemene doelstelling van dit voorstel inzakeplastic draagtassen bestaat erin de negatieve gevolgen voor het milieu (vooralzwerfafval) te beperken, de afvalpreventie te bevorderen en de hulpbronnenefficiënter te gebruiken, maar ook de negatieve sociaaleconomische effecten tebeperken. Meer specifiek wil het voorstel het verbruik van plastic draagtassenmet een dikte van minder dan 50 micron (0,05 millimeter) in deEuropese Unie verminderen.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN DEBELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

2.1.        Raadpleging en expertise

2.1.1.     Studies

In 2011 is een studie uitgevoerd over deproductie- en consumptiepatronen van plastic draagtassen, de effecten ervan ende effecten van de verschillende beleidsopties ter vermindering van het gebruikvan plastic draagtassen[1].In 2012 is een aanvullende studie uitgevoerd om de sociaaleconomische effectenvan de verschillende beleidsopties nader te analyseren[2].

2.1.2.     Interne raadpleging

In juni 2011 is een interdepartementale stuurgroepmet vertegenwoordigers van de DG's ENV, ENTR, SG, SJ en SANCO opgericht. Dezestuurgroep heeft de voorbereiding van de effectbeoordeling gevolgd.

2.1.3.     Externe raadpleging

Er vond een openbare raadpleging plaats tussen 17mei en 9 augustus 2011 in overeenstemming met de minimumnormen voorraadplegingen.

Er kwamen 15 538 reacties binnen, waaruitblijkt dat het publiek bijzonder bezorgd is over het niet-duurzame verbruik vanplastic draagtassen en veel verwacht van EU-maatregelen op dit gebied.

2.2.        Effectbeoordeling

Samen met dit voorstel worden eeneffectbeoordeling en een samenvatting gepubliceerd. In de effectbeoordelingworden de belangrijkste sociale, economische en milieueffecten van deverschillende beleidsopties ter vermindering van het verbruik van plasticdraagtassen geëvalueerd. Verschillende doelscenario's worden beoordeeld en meteen "basisscenario" vergeleken om de meest geschikte instrumenten -d.w.z. de instrumenten met een minimum aan kosten en een maximum aan resultaten- op te sporen.

De Raad voor effectbeoordeling van de Commissieheeft op 15 maart 2013 een positief advies over de effectbeoordelinguitgebracht en tegelijkertijd een aantal aanbevelingen gedaan om het verslagnog te verbeteren. Naar aanleiding van de optie om een gemeenschappelijk,EU-wijd streefcijfer voor de vermindering van het verbruik van plastic tassenvast te stellen heeft de Raad verzocht na te gaan in welke mate het probleemvan zwerfafval in de vorm van plastic tassen nationaal kan worden aangepakt.

Uit de beoordeling van de beleidsopties isgebleken dat het moeilijk is een EU-wijd reductiestreefcijfer vast te stellenen toe te passen voor alle lidstaten. In plaats van een gemeenschappelijkstreefcijfer voor de hele EU vast te stellen verdient het daarom de voorkeuralle lidstaten in het kader van Richtlijn 94/62/EG te verplichten het verbruikvan lichte plastic draagtassen te verminderen, waarbij ze hun eigen nationalereductiestreefcijfers kunnen vaststellen en zelf de maatregelen kunnen kiezenom die streefcijfers te halen. In een later stadium zou echter kunnen wordenoverwogen een reductiestreefcijfer voor de hele EU vast te stellen.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

3.1.        Samenvatting van devoorgestelde maatregel

Het voorstel wijzigt artikel 4 (preventie) vanRichtlijn 94/62/EG door de lidstaten te verplichten maatregelen te nemen om hetverbruik van lichte plastic draagtassen te verminderen. Er kunnen zoweleconomische instrumenten worden gebruikt als handelsbeperkingen wordeningevoerd in afwijking van artikel 18 van de richtlijn. Deze laatste bepalingverruimt dus de scala aan instrumenten waarover de lidstaten beschikken om hetniet-duurzame verbruik van plastic tassen aan te pakken.

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt eendefinitie van "lichte plastic draagtassen" toegevoegd aan artikel 3(definities).

3.2.        Rechtsgrondslag en recht om tehandelen

Het voorstel heeft dezelfde rechtsgrondslag alsRichtlijn 94/62/EG, namelijk artikel 100 bis (thans artikel 114VWEU).

De EU heeft het recht op te treden omdat het hogeverbruik van plastic draagtassen zowel een gemeenschappelijk als een grensoverschrijdendprobleem vormt en een EU-initiatief noodzakelijk is om het probleem op een meersamenhangende en doeltreffende wijze aan te pakken. Het ontbreekt demaatregelen van de individuele lidstaten momenteel aan de nodige samenhang omde doelstellingen te verwezenlijken. Ook is het de vraag of unilateralemaatregelen in de vorm van handelsbeperkingen verenigbaar zijn met Richtlijn94/62/EG in haar huidige vorm. Tegelijkertijd bewijzen de positieve ervaringenin een aantal lidstaten dat het wel degelijk mogelijk is het verbruik vanplastic draagtassen aanzienlijk te verminderen.

De EU-maatregelen ter beperking van het gebruikvan plastic draagtassen stroken volledig met de doelstellingen van Richtlijn94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval, en met name met dedoelstelling de milieueffecten van verpakkingen en verpakkingsafval tevoorkomen of te verminderen.

Vanwege de specifieke aard en achtergrond van hethuidige voorstel wordt het als een afzonderlijk initiatief ingediend inafwachting van de meer algemene evaluatie van het EU-afvalstoffenbeleid die deCommissie in het voorjaar van 2014 zal indienen.

3.3.        Subsidiariteits- enevenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met hetsubsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel van artikel 5 van het Verdragbetreffende de Europese Unie. Het beperkt zich ertoe Richtlijn 94/62/EG tewijzigen door een kader gemeenschappelijke doelstellingen vast te stellen,waarbij het aan de lidstaten is over de precieze uitvoeringsmethoden tebeslissen.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor deEU-begroting en gaat daarom niet vergezeld van het financieel memorandum alsbepaald in artikel 31 van het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom)nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 totvaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begrotingvan de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 vande Raad).

2013/0371 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT ENDE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 94/62/EGbetreffende verpakking en verpakkingsafval met het oog op de vermindering vanhet verbruik van lichte plastic draagtassen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VANDE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking vande Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie[3],

Na toezending van het ontwerp vanwetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economischen Sociaal Comité[4],

Na raadpleging van het Comité van de Regio's[5],

Handelend volgens de gewonewetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Richtlijn 94/62/EG van hetEuropees Parlement en de Raad[6]is vastgesteld om het effect van verpakkingen en verpakkingsafval op het milieute voorkomen of te verminderen. Hoewel plastic draagtassen verpakkingsmateriaalzijn in de zin van Richtlijn 94/62/EG, voorziet die richtlijn niet inspecifieke maatregelen met betrekking tot het verbruik van dergelijke tassen.

(2)       Het verbruik van plasticdraagtassen, dat naar verwachting zal toenemen als geen maatregelen wordengenomen, leidt tot zeer veel zwerfafval en een inefficiënt gebruik vanhulpbronnen. Het zwerfafval in de vorm van plastic draagtassen draagt bij aanhet probleem van het zwerfvuil op zee, dat een bedreiging vormt voor de marieneecosystemen wereldwijd.

(3)       Plastic draagtassen met eendikte van minder dan 50 micron, die de overgrote meerderheid van hettotaalaantal in de Unie verbruikte plastic draagtassen vormen, worden mindervaak dan dikkere plastic draagtassen opnieuw gebruikt en komen vaker alszwerfafval in het milieu terecht.

(4)       Het verbruik van plasticdraagtassen varieert aanzienlijk in de Unie doordat de consumptiegewoonten, hetmilieubewustzijn en de doeltreffendheid van de beleidsmaatregelen van delidstaten verschillen. Sommige lidstaten hebben het verbruik van plasticdraagtassen aanzienlijk kunnen verminderen: het gemiddelde verbruik in de zevenbest presterende lidstaten bedraagt slechts 20 % van het gemiddeldeverbruik in de EU.

(5)       Met het oog op soortgelijkeverminderingen van het gemiddelde verbruik van lichte plastic draagtassenmoeten de lidstaten maatregelen nemen om het verbruik van plastic draagtassenmet een dikte van minder dan 50 micron te verminderen overeenkomstig dealgemene doelstellingen van het afvalbeleid en de afvalhiërarchie van de Uniezoals bepaald in Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantalrichtlijnen[7].Bij deze maatregelen moet rekening worden gehouden met het huidige verbruik vanplastic draagtassen in de afzonderlijke lidstaten, waarbij een hoger verbruikambitieuzere inspanningen vereist. Om toezicht te houden op de vooruitgang bijde vermindering van het gebruik van lichte plastic draagtassen zullen denationale autoriteiten gegevens over het gebruik verstrekken uit hoofde vanartikel 17 van Richtlijn 94/62/EG.

(6)       Bij de maatregelen van delidstaten kan het gaan om economische instrumenten zoals belastingen enheffingen - die bijzonder doeltreffend zijn gebleken om het gebruik van plasticdraagtassen te verminderen - en om handelsbeperkingen zoals verboden inafwijking van artikel 18 van Richtlijn 94/62/EG, met inachtneming van deartikelen 34, 35 en 36 van het Verdrag betreffende de werking van deEuropese Unie.

(7)       Maatregelen ter verminderingvan het verbruik van plastic draagtassen mogen niet leiden tot een algemenestijging van de productie van verpakkingen.

(8)       De in deze richtlijn vervattemaatregelen zijn in overeenstemming met de mededeling van de Commissie aan hetEuropees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité vande Regio's over het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa[8] en moeten bijdragen aanmaatregelen ter bestrijding van zwerfafval uit hoofde van Richtlijn 2008/56/EGvan het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van eenkader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van hetmariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie[9]).

(9)       Richtlijn 94/62/EG moetdaarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJNVASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 94/62/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)           In artikel 3 wordt een nieuw punt 2bis ingevoegd:

'2 bis. "lichte plasticdraagtassen": draagtassen van materialen van kunststof - zoalsgedefinieerd in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 10/2011* - met eenwanddikte van minder dan 50 micron die aan consumenten worden verstrekt op deplaats van verkoop van goederen of producten.

_______________________

* PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1.'

2)           In artikel 4 wordt het volgende lid1 bis ingevoegd:

'1 bis De lidstaten nemen uiterlijk twee jaarna de inwerkingtreding van deze richtlijn maatregelen om het verbruik vanlichte plastic draagtassen op hun grondgebied te verminderen.

Bij deze maatregelen kan het zowel gaan omnationale reductiestreefcijfers, economische instrumenten alshandelsbeperkingen in afwijking van artikel 18 van deze richtlijn.

De lidstaten brengen verslag uit over de effectenvan deze maatregelen op het algemene ontstaan van verpakkingsafval wanneer zijbij de Commissie verslag uitbrengen overeenkomstig artikel 17 van dezerichtlijn.'

Artikel 2

1.           De lidstaten doen de nodigewettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijktwaalf maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn tevoldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar dezerichtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door delidstaten.

2.           De lidstaten delen deCommissie de tekst mee van de voornaamste bepalingen van intern recht die zijvaststellen op het door deze richtlijn bestreken gebied.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking opde twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad vande Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot delidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voorde Raad

De voorzitter                                                  Devoorzitter

[1]               BioIntelligenceService, 2011. Assessment of impacts of options to reduce the use of single-useplastic carrier bags, Final Report.

[2]               Eunomia2012. Assistance to the Commission to complement an assessment of thesocio-economic costs and benefits of options to reduce use of single-useplastic carrier bags in the EU, Final Report.

[3]               PB C van , blz. .

[4]               PB C van , blz. .

[5]               PB C

[6]               PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.

[7]               PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

[8]               COM(2011) 571 definitief.

[9]               PB L 164van 25.6.2008, blz. 19.