Home

Kennisgeving aan Babbar Khalsa, Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al Gama'a al-Islamiyya, IG), Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem), Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL), Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) en Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad), die geplaatst zijn op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (zie de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad)

Kennisgeving aan Babbar Khalsa, Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al Gama'a al-Islamiyya, IG), Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem), Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL), Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) en Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad), die geplaatst zijn op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (zie de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad)

20.11.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/11


Kennisgeving aan Babbar Khalsa, Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al Gama'a al-Islamiyya, IG), Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem), Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL), Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) en Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad), die geplaatst zijn op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

(zie de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad)

2010/C 316/06

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van Babbar Khalsa, Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al Gama'a al-Islamiyya, IG), Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem), Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL), Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) en Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad), die op de lijst van Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad zijn geplaatst(1).

In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad(2) is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken personen, groepen en entiteiten worden bevroren, en dat aan deze personen, groepen en entiteiten noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.

De Raad heeft nieuwe informatie ontvangen die relevant is voor de plaatsing op de lijst van de bovengenoemde groepen en entiteiten. Op grond van die nieuwe informatie heeft de Raad zijn motiveringen dienovereenkomstig gewijzigd.

De betrokken groepen en entiteiten kunnen de Raad verzoeken zijn herziene motivering voor hun handhaving op bovengenoemde lijsten aan hen mede te delen. Dergelijke verzoeken dienen als volgt te worden geadresseerd:

Raad van de Europese Unie

(t.a.v.: CP 931 designations)

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Dit verzoek dient binnen twee weken na publicatie van deze kennisgeving te worden ingediend.

De betrokken groepen en entiteiten kunnen te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen of te houden, te heroverwegen; deze verzoeken dienen aan bovengenoemd adres te worden gericht. Dergelijke verzoeken zullen worden behandeld wanneer zij worden ontvangen. In dat verband worden de betrokken groepen en entiteiten geattendeerd op de regelmatige evaluatie van de lijst door de Raad overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB(3). Om bij de volgende evaluatie te kunnen worden behandeld, dienen de verzoeken binnen twee weken na kennisgeving van de motivering te worden ingediend.

De betrokken groepen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de in de bijlage bij de verordening opgenomen bevoegde instanties van de lidstaat of lidstaten kunnen richten om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening). Een bijgewerkte lijst van de bevoegde instanties staat op de volgende website:

http://ec.europa.eu/comm/external_relations/cfsp/sanctions/measures.htm