Home

Kennisgevingen overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) — Sancties overeenkomstig het nationale recht op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden — artikel 4, lid 3

Kennisgevingen overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) — Sancties overeenkomstig het nationale recht op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden — artikel 4, lid 3

24.1.2008

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 18/1


Kennisgevingen overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)

Sancties overeenkomstig het nationale recht op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden — artikel 4, lid 3

(2008/C 18/01)

BELGIË

Deze sancties zijn vastgesteld bij artikel 3 van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007 en voegt een nieuw artikel 4 bis toe aan de wet van 15 december 1980.

Deze wijzigingen zijn nog niet in werking getreden. Artikel 48 van de wet bepaalt dat zij in werking treden op de door de koning te bepalen data en uiterlijk op de eerste dag van de dertiende maand na die waarin zij is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

„Artikel 4bis.

§ 1. Aan de buitengrenzen in de zin van de internationale overeenkomsten betreffende de overschrijding van de buitengrenzen die België binden of van de Europese regelgeving, dient het binnenkomen en het verlaten van het Rijk plaats te grijpen via een toegelaten doorlaatpost, dit gedurende de vastgestelde openingstijden, zoals aangegeven bij deze doorlaatposten.

§ 2. De vreemdeling is verplicht om zowel bij het binnenkomen als bij het verlaten van het Rijk uit eigen beweging zijn reisdocumenten te tonen.

§ 3. Een administratieve geldboete van 200 euro kan door de minister of zijn gemachtigde worden opgelegd aan de vreemdeling die de verplichting bedoeld in § 1 niet naleeft.

Indien de schending, van de verplichting bedoeld in § 1, te wijten is aan een nalatigheid van de vervoerder, is deze hoofdelijk aansprakelijk met de vreemdeling voor het betalen van de opgelegde boete.

De beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd, is onmiddellijk uitvoerbaar, niettegenstaande hoger beroep.

De rechtspersoon is burgerlijk aansprakelijk voor het betalen van de administratieve geldboete die aan zijn bestuurders, zijn leden van het leidinggevend en uitvoerend personeel, zijn aangestelden of lasthebbers wordt opgelegd.

De administratieve geldboete kan betaald worden door middel van de consignatie van het verschuldigde bedrag bij de Deposito- en Consignatiekas.

§ 4. De vreemdeling of vervoerder die de beslissing van de minister of van diens gemachtigde betwist, stelt binnen een termijn van één maand te rekenen van de kennisgeving van de beslissing, bij wege van een verzoekschrift, beroep in bij de rechtbank van eerste aanleg.

Indien de rechtbank van eerste aanleg het beroep ontvankelijk en gegrond verklaart, wordt de betaalde of in consignatie gegeven som teruggegeven.

De rechtbank van eerste aanleg moet uitspraak doen binnen een maand te rekenen van de indiening van het in het eerste lid bedoelde verzoekschrift.

De tekst van het eerste lid wordt opgenomen in de beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd.

§ 5. Indien de vreemdeling of vervoerder in gebreke blijft de geldboete te betalen, wordt de beslissing van de bevoegde ambtenaar of de in kracht van gewijsde gegane beslissing van de rechtbank van eerste aanleg ter kennis gebracht van de administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen, met het oog op de invordering van het bedrag van de administratieve geldboete.

§ 6. Indien de vreemdeling of de vervoerder of diens vertegenwoordiger de som van de administratieve geldboete heeft geconsigneerd bij de Deposito- en Consignatiekas en indien hij binnen de hierboven vermelde termijn geen beroep heeft ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg, komt de in consignatie gegeven som ten goede aan de Staat.”

BULGARIJE

Artikel 279, lid 1, van het strafwetboek bepaalt: „Een persoon die zonder de toestemming van de bevoegde autoriteiten de grens overschrijdt om het land binnen te komen of het land te verlaten, of die daartoe wel toestemming heeft verkregen, maar de grens op een andere dan de daartoe aangewezen plaatsen overschrijdt, wordt gestraft met een vrijheidsstraf van ten hoogste vijf jaar en een boete van 100 tot 300 lev.”

Recidive is een verzwarende omstandigheid en wordt bestraft met een vrijheidsstraf van één tot zes jaar en een boete van 100 tot 300 lev.

TSJECHIË

De Tsjechische Republiek heeft in haar wetgeving sancties opgenomen op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden. Deze sancties zijn opgesomd in artikel 157 van Wet nr. 326/1999 Coll., betreffende het verblijf van vreemdelingen op het grondgebied van de Tsjechische Republiek.

§ 157

(1) Een vreemdeling pleegt een misdrijf waneer hij of zij:

a)

de grens overschrijdt buiten de grensdoorlaatposten;

b)

misbruik maakt van een reisdocument (§ 108) dat aan een andere vreemdeling is afgegeven of van een reisdocument dat is afgegeven overeenkomstig bijzondere wetgeving (bepaling 21);

c)

zich onttrekt aan verblijf- of grenscontroles;

n)

de grens overschrijdt via een grensdoorlaatpost buiten de vastgestelde openingstijden of in strijd met het doel van de grensdoorlaatpost.

(2) Een straf tot 10 000 CZ kronen kan worden opgelegd voor de misdrijven gespecificeerd in lid 1, onder a), tot lid 1, onder e); een straf tot 5 000 CZC kan worden opgelegd voor de misdrijven gespecificeerd in lid 1, onder f), tot lid 1, onder n); en een straf tot 3 000 CZC kan worden opgelegd voor de misdrijven gespecificeerd in lid 1, onder o), tot lid 1, onder w);

DENEMARKEN

Op grond van artikel 38, lid 3, van de vreemdelingenwet, mag binnenkomst in en verlaten van een land dat niet is toegetreden tot de Schengenuitvoeringsovereenkomst in het algemeen slechts plaatsvinden aan goedgekeurde grensdoorlaatposten en op de vastgestelde openingstijden.

Op grond van artikel 59, lid 1, punt 1, is een vreemdeling die binnenkomt zonder door de paspoortcontrole te komen of buiten de openingtijden van een grensdoorlaatpost, strafbaar met een boete of met een gevangenisstraf tot zes maanden.

DUITSLAND

Artikel 98, lid 3, punt 2, juncto artikel 13, lid 1 en artikel 98, lid 5, van de Duitse wet inzake het verblijfsrecht (Aufenthaltsgesetz)

Artikel 98 — Boetebepalingen

(1) Is in overtreding degene die uit nalatigheid een van de in artikel 95, lid 1, punt 1 of 2, dan wel in lid 2, punt 1, onder b), vermelde handelingen begaat.

(2) Is in overtreding degene die

1.

in strijd met artikel 4, lid 5, eerste zin, geen bewijs overlegt,

2.

in strijd met artikel 13, lid 1, tweede zin, zich niet onderwerpt aan politiecontrole bij het grensoverschrijdend verkeer, of

3.

in strijd met artikel 48, lid 1, of lid 3, eerste zin, een daarin genoemd document of stuk niet of niet tijdig overlegt, overhandigt of verstrekt.

(3) Is in overtreding degene die met opzet of uit nalatigheid

1.

handelt in strijd met een uitvoerbare verplichting als bedoeld in artikel 12, lid 2, tweede zin, of lid 4, of met een beperking van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 54a, lid 2 of artikel 61, lid 1, eerste zin,

2.

in strijd met artikel 13, lid 1, buiten een aangewezen grensdoorlaatpost of buiten de vastgestelde openingstijden het land binnenkomt of verlaat of geen paspoort of paspoortvervangend document bij zich heeft,

3.

handelt in strijd met een uitvoerbare verplichting als bedoeld in artikel 46, lid 1, artikel 54a, lid 1, tweede zin, artikel 54a, lid 3, of artikel 61, lid 1, tweede zin,

3a.

zich in strijd met artikel 54a, lid 1, eerste zin, niet, niet juist of niet tijdig meldt,

4.

in strijd met artikel 80, lid 4, een der daarin vermelde aanvragen niet verricht of

5.

handelt in strijd met een rechtsvoorschrift als bedoeld in artikel 99, lid 1, punt 7 of 10, voor zover dit voorschrift met betrekking tot een bepaalde handeling verwijst naar deze boetebepaling.

(4) In de gevallen bedoeld in lid 2, punt 2, en lid 3, punt 2, kan poging tot overtreding worden bestraft.

(5) De overtreding kan in de gevallen bedoeld in lid 2, punt 2, met een geldboete van maximaal 5 000 euro en in de gevallen bedoeld in lid 1, lid 2, punt 1 en 3, en lid 3, punt 2, met een geldboete van maximaal 3 000 euro en in de overige gevallen met een geldboete van maximaal 1 000 euro worden bestraft.

(6) Aan artikel 31, lid 1, van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen wordt niet geraakt.

Artikel 13 — Grensoverschrijding

(1) Binnenkomst op het grondgebied van de Bondsrepubliek en uitreis uit het grondgebied van de Bondsrepubliek zijn uitsluitend toegestaan via de daartoe aangewezen grensdoorlaatposten en gedurende de daartoe vastgestelde openingstijden, tenzij in het kader van andere regelgeving of tussenstatelijke overeenkomsten uitzonderingen toegestaan zijn. Buitenlanders zijn ertoe verplicht bij binnenkomst of bij uitreis een erkend en geldig paspoort of vervangend document als bedoeld in artikel 3, lid 1, bij zich te hebben en controle van het grensoverschrijdende verkeer door de politie te aanvaarden.

(2) Bij een erkende grensdoorlaatpost wordt een buitenlander dan pas geacht te zijn binnengekomen wanneer hij de grens heeft overschreden en de grenspost is gepasseerd. Ingeval de instanties die belast zijn met de politiecontrole voor het grensoverschrijdende verkeer een buitenlander voor de beslissing over de terugwijzing (artikel 15 van deze wet, artikelen 18 en 18a van de Duitse wet asielprocedure (Asylverfahrensgesetz)), of gedurende de voorbereiding, vaststelling of uitvoering van deze maatregel de grensdoorlaatpost ten behoeve van een welbepaald voorlopig doel passeren, is er geen sprake van binnenkomst als bedoeld in de eerste zin, zolang de instanties het verblijf van de buitenlander nog kunnen controleren. Voor het overige wordt een buitenlander geacht te zijn binnengekomen wanneer hij de grens heeft overschreden.

ESTLAND

Onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of tijdelijke grens van de Republiek Estland is strafbaar overeenkomstig artikel 258 van het strafwetboek (gepubliceerd in de Riigi Teataja (staatsblad) I 2001, 61, 364; 2007, 2, 7).

Het strafwetboek

§ 258. Onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of tijdelijke grenslijn van de Republiek Estland

(1) Onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of tijdelijke grenslijn van de Republiek Estland, indien gepleegd:

1)

door het negeren van een stopsignaal of van een bevel van een grenswachter;

2)

door een groep;

3)

door middel van vervoer op een plaats die niet voor overschrijding is bestemd;

4)

en voor een misdrijf een straf werd opgelegd aan de pleger van hetzelfde feit is strafbaar met een geldstraf of met een gevangenisstraf van maximaal één jaar.

(2) Dezelfde handeling, indien gepleegd:

1)

met geweld, of

2)

door ernstige schade aan de gezondheid te veroorzaken;

is strafbaar met een gevangenisstraf van 4 tot 12 jaar.

Voor overtreding van de grensregeling alsook voor het onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of de tijdelijke grenslijn van de Republiek Estland zijn sancties vastgesteld in de artikelen 17, lid 1 tot 17, lid 2, van de wet betreffende de staatsgrenzen (bekendgemaakt in Riigi Teataja (staatsblad) I 1994, 54, 902; 2006, 26, 191):

§ 17. Overtreding van de grensregeling

Overtreding van de grensregeling is strafbaar met een geldboete van maximaal 200 boete-eenheden.

§ 17. Onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of tijdelijke grenslijn van de Republiek Estland

Onrechtmatig overschrijden van de staatsgrens of tijdelijke grenslijn van de Republiek Estland is strafbaar met een geldboete van maximaal 200 boete-eenheden.

GRIEKENLAND

Artikel 83 van wet 3386/2005 voorziet in de sancties voor het onrechtmatig overschrijden van grenzen. Onderdanen van derde landen die Griekenland willen binnenkomen of daartoe een poging ondernemen zonder de wettelijke formaliteiten te vervullen, zijn strafbaar met een gevangenisstraf van ten minste drie maanden en geldboete van 1 500 EUR.

SPANJE

De Spaanse wet regelt dergelijke situaties en voorziet in de passende sancties in de volgende teksten.

1) Vreemdelingen die worden aangehouden wanneer zij het land onrechtmatig willen binnenkomen op een onrechtmatige grensdoorlaatpost of op andere dan de vastgestelde openingstijden

In dergelijke situaties voorziet artikel 58 van organieke wet 14/2003 van 20 november 2003 tot wijziging van organieke wet 4/2000 van 11 januari 2000 betreffende de rechten en vrijheden van vreemdelingen in Spanje en hun sociale integratie, zoals gewijzigd bij organieke wet 8/2000 van 22 december 2000, in de rechtsconstructie van refoulement; dit is de sanctie van toepassing op situaties waarin vreemdelingen een land onrechtmatig willen binnenkomen in de zin van artikel 157, 1(B) van koninklijk besluit 2393/2004, dat wil zeggen vreemdelingen die opgepakt worden aan of in de buurt van de grens.

Refoulement van vreemdelingen is het terugsturen van de betrokken personen naar hun land van herkomst of naar het land van waaruit zij het land zijn binnengekomen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een administratieve procedure die verschilt van en sneller is dan die welke wordt gebruikt voor verwijdering.

2) Vreemdelingen die het land onrechtmatig zijn binnengekomen en op Spaans grondgebied zijn opgepakt

Op grond van artikel 53 van organieke wet nr. 14/2003 is dit een misdrijf dat strafbaar is met verwijdering van het Spaanse grondgebied, overeenkomstig artikel 57 van dezelfde wet.

FRANKRIJK

De Franse wetgeving betreffende deze sancties bevindt zich in de artikelen L. 621-1 en L.621-2 en R. 621-1 van het wetboek betreffende het binnenkomen en het verblijf van vreemdelingen en betreffende het asielrecht (Code de l'entrée et du séjour des étrangers et du droit d'asile, CESEDA), en die is in het algemeen gericht op het geval van een onderdaan van een derde land die de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf op Frans grondgebied niet vervult.

Deze artikelen voorzien in een gevangenisstraf van één jaar en een boete van 3 750 EUR. Bovendien kan de veroordeelde vreemdeling ook nog één verbod worden opgelegd om het grondgebied te betreden voor maximaal één jaar.

ITALIË

Artikel 1 van wet nr. 1278 van 24 juli 1930 bestraft een ieder die het land verlaat buiten de toegestane grensdoorlaatposten om controles te vermijden met een afzonderlijke „sanctie” ook al is die in het bezit van een paspoort of equivalent document.

Artikel 24 van wet nr. 1185/67 betreffende de afgifte van paspoorten voorziet in administratieve sancties voor eenieder die het nationale grondgebied verlaat zonder geldig paspoort of ander equivalent document (clandestiene uitwijking).

Dit artikel voorziet ook in twee verzwarende omstandigheden:

uitwijking zonder geldige documenten wanneer het paspoort werd geweigerd of ingetrokken;

uitwijking zonder geldige documenten wanneer de persoon in kwestie niet voldoet aan de voorwaarden voor uitwijking, bestraft met hechtenis of administratieve sanctie.

CYPRUS

Hoofdstuk 105, artikel 19, lid 2, van de vreemdelingen- en immigratiewet (L.178 (I)/2004), Cap. 105, artikel 19, lid 2, bepaalt dat elke immigrant die onrechtmatig de Republiek Cyprus binnenkomt, schuldig is aan een misdrijf en strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar of met een geldboete van maximaal 5 000 pond of met beide straffen, tenzij hij bewijst:

a)

dat hij de Republiek rechtmatig is binnengekomen voor de inwerkingtreding van deze wet,

b)

dat hij de Republiek via de lucht is binnengekomen, geen persoon is die voorheen als een illegale immigrant werd beschouwd en van plan was zich naar de dichtstbijzijnde immigratiebeambte te begeven,

c)

dat hij een vergunning of titel heeft op grond van deze wet of van regelingen uitgevaardigd op grond van deze of andere wetten, om in de Republiek te blijven, of

d)

dat de geldigheid van zijn vergunning of titel is verstreken of dat zijn vergunning of titel is ingetrokken en hij nog geen redelijke kans heeft gehad om de Republiek te verlaten.

LETLAND

Wat inbreuken betreft op de regeling in verband met de staatsgrens, grenszone, grensgebied, grenscontrole of grensdoorlaatposten bepaalt artikel 194 van het Letse wetboek betreffende administratieve inbreuken dat daarvan aangifte wordt gedaan of dat dat wordt bestraft met een geldboete van maximaal 150 lats (LVL) of dat een administratieve aanhouding van maximaal vijftien dagen kan worden verricht.

Opzettelijke onrechtmatige grensoverschrijding is strafbaar met een geldboete van 50 tot 250 lats (LVL).

Artikel 284 van het Letse strafwetboek bepaalt dat een persoon die opzettelijk onrechtmatig de grens overschrijdt, in het geval van recidive binnen een jaar, strafbaar is met een vrijheidsberovende straf van maximaal drie jaar, of een gevangenisstraf, of een boete van maximaal zestig maal het maandelijkse minimumloon.

LITOUWEN

Sancties op het onrechtmatig overschrijden van grenzen variëren naargelang van de ernst van de misdrijven tussen een geldboete van 250 LTL tot 500 LTL of maximaal 2 jaar gevangenisstraf.

Wanneer onrechtmatige grensoverschrijding samen met mensensmokkel wordt gepleegd, kunnen de sancties, naar gelang van de ernst van de misdrijven, tot 10 jaar gevangenisstraf bedragen.

Uittreksel uit het Litouwse wetboek van administratieve inbreuken

Artikel 205, lid 2. Onrechtmatige grensoverschrijding door onachtzaamheid

Onrechtmatige grensoverschrijding door onachtzaamheid is strafbaar met een geldboete van 250 Litas tot 500 Litas.

Uittreksels uit het strafwetboek

Artikel 291. Onrechtmatige grensoverschrijding

1. Een ieder die de staatsgrens onrechtmatig overschrijdt, is strafbaar met een geldboete, met hechtenis, of een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar.

2. Een vreemdeling die de Republiek Litouwen onrechtmatig is binnengekomen met de bedoeling asiel aan te vragen, wordt niet strafrechtelijk vervolgd zoals bedoeld in lid 1.

3. Een vreemdeling die een in lid 1 vermelde handeling heeft gepleegd met de bedoeling onrechtmatig een derde land binnen te komen vanuit de Republiek Litouwen, wordt niet strafrechtelijk vervolgd als bedoeld in lid 1, als hij/zij volgens de gevestigde orde uit de Republiek Litouwen is verwijderd naar het land van waaruit hij/zij onrechtmatig de grens van de Republiek Litouwen heeft overschreden, of naar het land waarvan hij/zij onderdaan is.

Artikel 292. Onrechtmatig smokkelen van personen over de staatsgrens

1. Een persoon die onrechtmatig een vreemdeling zonder vaste verblijfplaats in de Republiek Litouwen heeft vervoerd over de staatsgrens van de Republiek Litouwen, of een vreemdeling die de grens van de Republiek Litouwen onrechtmatig had overschreden, heeft vervoerd of gehuisvest in de Republiek Litouwen, is strafbaar met een geldboete, met hechtenis of met een gevangenisstraf van maximaal zes jaar.

2. Een persoon die een handeling bedoeld in lid 1 heeft gepleegd met oneerlijke motieven of die het leven van iemand in gevaar heeft gebracht, is strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal acht jaar.

3. Een persoon die de in lid 1 bedoelde handelingen heeft georganiseerd is strafbaar met een gevangenisstraf van vier tot tien jaar.

4. En rechtspersoon is aansprakelijk voor de in dit artikel vermelde handelingen.

LUXEMBURG

Aangezien de enige buitengrens van Luxemburg de luchthaven is, heeft Luxemburg op dit gebied geen sancties vastgesteld.

HONGARIJE

Personen die het nationale grondgebied onrechtmatig betreden, begaan een administratieve inbreuk.

Een verwijdering en toegangs- en verblijfsverbod of een afzonderlijk toegangs- en verblijfsverbod kunnen als administratieve sanctie worden uitgesproken in de vreemdelingenprocedure tegen een vreemdeling die de regels inzake binnenkomen en verlaten van het grondgebied heeft geschonden of gepoogd heeft dat te doen.

Daarnaast kan de overheid die bevoegd is voor administratieve inbreuken een geldboete opleggen van maximaal 100 000 HUF aan een vreemdeling die zonder toestemming of onrechtmatig de staatsgrens van de Republiek Hongarije heeft overschreden. Voorts is het verblijf van een verwijderde vreemdeling in Hongarije zonder toestemming een misdrijf dat volgens het strafrecht strafbaar is met een gevangenisstraf van maximaal een jaar.

Aangehaalde wetgeving:

Wet XXXIX van 2001 over binnenkomst en verblijf van vreemdelingen (hierna ESF genoemd), artikel 32, lid 2, onder a);

Wet IV van 1978 betreffende het strafwetboek (hierna „CrC” genoemd), Artikel 214;

Besluit van de regering nr. 218/1999 over administratieve inbreuken, artikel 22, lid 1.

Personen die betrokken zijn bij of hulp verlenen bij het onrechtmatig binnenkomen/verlaten van het land of die vergemakkelijken, plegen een misdrijf.

Vergemakkelijken van onrechtmatige grensoverschrijding is een misdrijf en is strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar.

De gevangenisstraf bedraagt maximaal vijf jaar wanneer de persoon die de grensoverschrijding vergemakkelijkt, handelt omwille van financieel gewin of de grensoverschrijding vergemakkelijkt voor meer dan een persoon.

De gevangenisstraf bedraagt twee tot acht jaar wanneer de persoon die de grensovergang vergemakkelijkt, onmenselijke behandeling gebruikt, of de geholpen personen gewapend zijn of wanneer de persoon die de onrechtmatige grensovergang vergemakkelijkt hulp verleent op een commerciële manier.

Voorbereiding van de vergemakkelijking van onrechtmatige grensoverschrijding is ook een misdrijf en strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar.

Een verwijdering in het kader van het vreemdelingenbeleid wordt bevolen aan de vreemdeling die onrechtmatig binnenkomen of verlaten van het land (door grensoverschrijding) of verblijf van personen of groepen organiseert of vergemakkelijkt of betrokken is bij het smokkelen van personen; voorts kan een verwijdering in het kader van het vreemdelingenbeleid worden bevolen aan de vreemdeling van wie de binnenkomst en het verblijf de openbare veiligheid kan schenden of er een bedreiging voor kan vormen.

Wetgeving waarnaar wordt verwezen:

CrC Artikel 218, Mensensmokkel.

MALTA

Het is van belang op te merken dat artikel 5, lid 1, van de immigratiewet (hoofdstuk 217) bepaalt:

„Elke persoon, die geen toegangsrecht heeft, geen toegangs- en verblijfsrecht of geen recht om zich te verplaatsen of door te reizen op grond van de voorgaande, kan de toegang worden geweigerd, en wanneer hij in Malta landt of er zich bevindt zonder toestemming van de hoofdambtenaar vreemdelingenzaken, is hij of zij een illegale immigrant.”

Voorts bepaalt artikel 32 van de immigratiewet:

„Elke persoon die een bepaling van deze wet overtreedt, waarvan geen ander artikel van deze wet bepaalt dat het een misdrijf is, pleegt een misdrijf dat strafbaar is, na veroordeling door de Court of Magistrates, met een boete van maximaal 5 000 liri of een gevangenis van maximaal 2 jaar of met beide straffen tenzij voor een dergelijk misdrijf in een andere wet een zwaardere straf is vastgesteld.”

NEDERLAND

Artikel 108, lid 1, van de vreemdelingenwet, juncto artikel 46, lid 2, bepaalt dat overtredingen of handelen in strijd met een verplichting wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie. Geldboetes van de vierde categorie bedragen maximaal 16 750 EUR.

Artikel 4.4 van het vreemdelingenbesluit bevat de verplichting om de grens te overschrijden op een grensdoorlaatpost.

Artikel 108, lid 1, lid 2 en lid 3 van de vreemdelingenwet van 2000

1.

Overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens de artikelen 5, eerste en tweede lid, 46, tweede lid, aanhef, en onder b, alsmede handelen in strijd met artikel 56, eerste lid, dan wel handelen in strijd met een verplichting opgelegd bij of krachtens de artikelen 6, eerste lid, 54, 55, 57, eerste lid, 58, eerste lid, of 65, derde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.

2.

Overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens artikel 4, eerste en tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

3.

De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

OOSTENRIJK

Onverminderd de uitzonderingen in lid 2 of de verplichtingen inzake internationale bescherming, vereist artikel 4, lid 3, van de Schengengrenscode dat de lidstaten overeenkomstig hun nationaal recht sancties stellen op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden. Deze sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

Artikel 120 van de Oostenrijkse federale wet over het inzetten van vreemdelingenpolitie, de afgifte van documenten aan vreemdelingen en de afgifte van toegangsdocumenten (Wet betreffende vreemdelingenpolitie 2005 — FPG), Oostenrijks staatsblad I nr. 100/2005

Onrechtmatig verblijf

(1) Elke vreemdeling die

1.

onrechtmatig de Federale Republiek Oostenrijk binnenkomt of

2.

onrechtmatig in de Federale Republiek Oostenrijk verblijft, begaat een administratieve inbreuk en is onderworpen aan een geldboete van maximaal 2 180 EUR of, bij niet-betaling daarvan, aan een gevangenisstraf van maximaal drie weken. De plaats van binnenkomst of de laatste gekende verblijfplaats zal als de plaats van het misdrijf worden beschouwd; wanneer de binnenkomst via het openbaar vervoer gebeurt, is dat de meest nabije stop- of landingsplaats, waar het volgens het tijdschema van de vervoermaatschappij mogelijk is om uit te stappen uit het openbare vervoermiddel.

(2) Een ieder die het onder (1) vermelde misdrijf pleegt, terwijl hij/zij reeds definitief gestraft is voor een soortgelijke inbreuk, is strafbaar met een boete van maximaal 4 360 EUR of, in het geval van niet-betaling, met een gevangenisstraf van maximaal zes weken.

(3) Er is geen sprake van een administratieve inbreuk onder (1) en (2),

1.

als het alleen mogelijk was het land te verlaten naar een ander land waarnaar verwijdering niet toegestaan in (artikel 50);

2.

wanneer de verwijdering van de vreemdeling opgeschort is;

3.

in gevallen van tijdelijk verblijf van een begunstigde onderdaan van een derde land zonder visum of

4.

zolang de vreemdeling van zijn/haar persoonlijke vrijheid is beroofd.

(4) Een op grond van (1) (2) opgelegde sanctie sluit een sanctie uit voor de tezelfdertijd overeenkomstig (1) (1) gepleegde administratieve inbreuk.

(5) Er is geen sprake van een administratieve inbreuk overeenkomstig (1) wanneer de vreemdeling een aanvraag heeft ingediend voor internationale bescherming en hem/haar het recht op asiel werd erkend of het recht op aanvullende bescherming in Oostenrijk. De administratieve sanctie wordt opgeschort zolang de asielprocedure duurt.

Artikel 16 van de federale wet betreffende het uitvoeren van paspoortcontroles aan grensdoorlaatposten (Grenscontrolewet — GrekoG), Oostenrijks staatsblad 1996/435 in de versie van Oostenrijks staatsblad 2004/151:

Strafbepalingen

(1) Eenieder die:

1.

zonder toestemming een van de in artikel 5 bedoelde tekens verwijdert, verbergt of wijzigt, of

2.

met overtreding van de in artikel 10 vermelde specificatie de grens overschrijdt, of

3.

als aan grenscontroles onderworpen persoon, grenscontroles omzeilt, of

4.

voornemens is een grens te overschrijden of een grens heeft overschreden die aan grenscontroles is onderworpen en daarbij niet de routes voor grensoverschrijding heeft gevolgd, of

5.

ondanks een herinnering weigert informatie te verschaffen over het feit of hij/zij voornemens is een grens te overschrijden of een grens heeft overschreden of deze informatie onjuist verschaft, of

6.

ondanks een verzoek om ervan af te zien, een overeenkomstig artikel 11 (2) (3) gemaakte regeling niet nakomt en bijgevolg verantwoordelijk is voor een verstoring van grenscontroles of voor een vertraging van een vervoermiddel dat een tijdschema volgt,

is, op voorwaarde dat de handeling niet de voorwaarden vervult voor een misdrijf dat binnen de bevoegdheid van de rechtbanken valt of dat onder een andere rechtsbepaling strafbaar kan zijn met een even zware of zwaardere straf, schuldig aan een administratieve inbreuk en kan door de regionale administratieve autoriteiten of in de lokale invloedsfeer door een federale politieautoriteit tot een sanctie worden veroordeeld in de vorm van een boete tot maximaal 2 180 EUR of van een gevangenisstraf van maximaal zes weken. Met uitzondering van de gevallen onder 5 en 6, is de poging onderworpen aan een sanctie.

(2) Punt (1)5 is niet van toepassing wanneer de persoon die verplicht is om informatie te verschaffen, weigert informatie te verschaffen of onjuiste informatie verschaft omdat hij/zij anders zichzelf zou beschuldigen van een strafbaar feit.

POLEN

In Polen zijn die sancties vastgesteld in artikel 264 van het Poolse strafwetboek. Het gaat om straffen voor personen die onrechtmatig de Poolse grens hebben overschreden.

Dergelijke personen kunnen op drie verschillende manieren worden gestraft: boete, vrijheidsbeperking of gevangenisstraf van maximaal twee jaar.

Wanneer een persoon onrechtmatig de Poolse grens overschrijdt met gebruikmaking van geweld, bedreiging, door bedrog of met de samenwerking van andere personen, is hij of zij strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar.

Een persoon die een onrechtmatige grensoverschrijding organiseert, is strafbaar met een gevangenisstraf van zes maanden tot acht jaar.

PORTUGAL

Artikel 9 van besluitwet 244/98 van 8 augustus 1998 bepaalt: „Een ieder die het Portugese grondgebied binnenkomt of verlaat, moet dit doen met gebruikmaking van de daartoe aangewezen grensdoorlaatposten en op de vastgestelde openingstijden, onverminderd de bepalingen inzake het vrije verkeer van personen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst”.

Artikel 136, lid 1, van dezelfde besluitwet bepaalt dat de „binnenkomst van vreemdelingen op Portugees grondgebied in strijd met artikel 9 geacht wordt onrechtmatig te zijn”.

Artikel 148, lid 2, bepaalt dat „niet-naleving van artikel 9 strafbaar is met een boete van 200 tot 400 EUR”.

ROEMENIË

Artikel 70, lid 1, van de GEO nr. 105/2001 betreffende de Roemeense staatsgrens:

„Het binnenkomen of verlaten van het land door onrechtmatig de staatsgrens te overschrijden is een misdrijf en strafbaar met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar.

Wanneer de genoemde handeling is gepleegd met het doel zich te onttrekken aan strafuitvoering, is de handeling strafbaar met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar. Ook de poging om deze misdrijven te plegen, is strafbaar.”

SLOVENIË

Binnenkomst in de Republiek Slovenië wordt geacht onrechtmatig te zijn wanneer vreemdelingen:

het land binnenkomen hoewel de toegang hen werd geweigerd;

grenscontrole omzeilen;

het reisdocument of ander voor binnenkomst vereist document van een andere persoon gebruiken, of een vervalst of op andere wijze gewijzigd exemplaar daarvan, of wanneer zij onjuiste informatie verschaffen aan grenscontroleorganen (artikel 11 Ztuj).

Aan vreemdelingen die een misdrijf plegen door de Republiek Slovenië onrechtmatig binnen te komen, wordt een boete tussen 20 000 en 100 000 SIT (83,46 en 417,29 EUR) opgelegd (artikel 98 Ztuj).

Natuurlijke personen die een misdrijf plegen door niet via een grensdoorlaatpost de staatsgrens te overschrijden of in strijd met het bedoelde gebruik van de grensdoorlaatpost of buiten de openingstijden of het gebied van de grensdoorlaatpost de grens te overschrijden, worden veroordeeld tot een minimumboete van 100 000 SIT (artikel 43, lid 1, derde streepje, wet betreffende de controle op de staatsgrens, Ur. l. RS No 20/2004).

Bijstand verlenen aan vreemdelingen bij onrechtmatige binnenkomst, doorreis of verblijf

Personen die het een vreemdeling mogelijk maken of hem bijstand verlenen om de Republiek Slovenië binnen te komen, er te verblijven of erdoor te reizen mogen niet handelen in strijd met de bepalingen van de wet waarin de voorwaarden worden vastgesteld voor binnenkomst, verblijf, of doorreis van vreemdelingen op het grondgebied van de Republiek Slovenië (artikelen 13a en 13b Ztuj).

Personen die het vreemdelingen mogelijk maken, hen bijstand verlenen, of daartoe een poging ondernemen om de Republiek Slovenië binnen te komen, erdoor te reizen of er te verblijven in strijd met de vorige alinea zijn strafbaar met een boete tussen 100 000 en 240 000 SIT (417,20 en 1 001,5 EUR).

Rechtspersonen die een hierboven vermelde overtreding begaan, zijn strafbaar met een boete tussen 500 000 en 1 000 000 SIT (2 086,46 en EUR 4 172,93 EUR) en de verantwoordelijke persoon van de rechtspersoon met een boete tussen 150 000 en 300 000 SIT (625,94 en 1 251,88 EUR).

SLOWAKIJE

Overeenkomstig artikel 76 van wet nr. 48/2002 Coll. betreffende het verblijf van vreemdelingen, wordt onrechtmatige staatsgrensoverschrijding beschouwd als een inbreuk die strafbaar is met een boete van maximaal 50 000 SKK (artikel 76, lid 2). Elke vreemdeling die onrechtmatig de Slowaakse Republiek is binnengekomen, wordt administratief verwijderd door een politieafdeling en hem/haar zal de binnenkomst worden geweigerd voor een periode van minimaal een en maximaal vijf jaar (artikel 57, lid 1) van de wet betreffende het verblijf van vreemdelingen).

Op 1 januari 2006 is wet nr. 300/2005 Coll. („strafwetboek”) in werking getreden; Artikel 354 van deze wet (overschrijding van staatsgrenzen met geweld) bepaalt „Eenieder die de staatsgrens met geweld of bedreiging van onmiddellijk geweld overschrijdt, is strafbaar met een gevangenisstraf van drie tot acht jaar.”

Artikel 357 van het strafwetboek bepaalt „Een ieder die de Slowaakse Republiek binnenkomt via luchtvervoer in strijd met de bepalingen betreffende internationale vluchten is strafbaar met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar.”

Artikel 355 van het strafwetboek voorziet in een sanctie voor personen die het misdrijf van mensenhandel plegen:

Een ieder die onrechtmatige staatsgrensoverschrijding organiseert, is strafbaar met een gevangenisstraf van een tot vijf jaar (artikel 355, lid 1);

Een ieder die onrechtmatige staatsgrensoverschrijding organiseert met het oog op financieel of ander materieel gewin of een ieder die een vals reisdocument of identiteitsdocument voor onrechtmatige grensoverschrijding maakt, verwerft of verschaft, is strafbaar met een gevangenisstraf van drie tot acht jaar (Artikel 355; lid 2);

Handelingen waarvoor de op grond van de vermelde wetten opgelegde sanctie kan worden verhoogd (tot twintig jaar gevangenisstraf) worden vermeld in artikel 355, leden 3-5.

FINLAND

Artikel 7 Grensmisdrijven van het Finse strafwetboek (39/1889) zoals gewijzigd, bepaalt:

1. Een persoon die:

(1)

de Finse grens overschrijdt zonder een geldig paspoort of een ander reisdocument, of anders dan van een rechtmatig vertrekpunt naar een rechtmatig aankomstpunt, of in strijd met een wettelijk verbod, of een poging daartoe onderneemt,

(2)

op een andere manier de bepalingen over grensoverschrijding overtreedt, of

(3)

zonder toestemming verblijft, zich verplaatst of verboden activiteiten onderneemt in de grenszone, zoals bedoeld in de wet betreffende de grenszone (403/1947)

wordt voor een grensmisdrijf veroordeeld tot een boete of een gevangenisstraf van maximaal een jaar.

2. Een vreemdeling waaraan toegang wordt geweigerd of die wordt verwijderd als gevolg van de handeling bedoeld onder (1) of een vreemdeling die asiel zoekt of als vluchteling in Finland een verblijfsvergunning aanvraagt, wordt niet veroordeeld voor een grensmisdrijf. Een vreemdeling die de onder (1) vermelde handeling heeft gesteld door het feit dat hij/zij het slachtoffer was van mensenhandel bedoeld in hoofdstuk 25(3) of 25(3a) wordt evenmin veroordeeld voor een grensmisdrijf. (650/2004).

Artikel 7a — Klein grensmisdrijf (756/2000)

(1) Wanneer het grensmisdrijf, gelet op de korte duur van het verboden verblijf of de verboden verplaatsing, de aard van de verboden handeling, of andere omstandigheden van het misdrijf, als geheel beschouwd onbeduidend is, wordt de overtreder voor een klein grensmisdrijf veroordeeld tot een boete.

(2) De bepalingen in artikel 7(2) zijn ook van toepassing op handelingen bedoeld in (1).

ZWEDEN

In hoofdstuk 20, artikel 4, van de vreemdelingenwet worden sancties vastgesteld.

Artikel 4. Een vreemdeling die opzettelijk een buitengrens overschrijdt in de zin van de Schengenuitvoeringsovereenkomst op een onrechtmatige manier is strafbaar met een boete of met een gevangenisstraf van maximaal een jaar.

IJSLAND

Artikel 57 van de vreemdelingenwet (nr. 96/2002) bevat een algemene strafbepaling.

Overeenkomstig lid 1 worden boetes of gevangenisstraffen tot maximaal zes maanden uitgesproken onder meer wanneer een persoon opzettelijk of door onachtzaamheid de bepalingen van deze wet of overeenkomstig deze wet opgelegde andere regels, verbodsbepalingen, bevelen of voorwaarden overtreedt. Sancties op het onrechtmatig overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden worden op deze bepaling gebaseerd. Deze sancties moeten zoals andere sancties werkzaam, ontradend en evenredig zijn.

NOORWEGEN

In Noorwegen wordt dit geregeld in artikel 47, eerste alinea, onder a), juncto artikel 23, tweede alinea, van de immigratiewet (wet nr. 64 betreffende de toegang van vreemdelingen tot het Koninkrijk Noorwegen en hun verblijf aldaar van 24 juni 1988) en artikel 4 juncto artikel 3, eerste alinea, punt 3 van de grenswet (wet nr. 2 betreffende verscheidene maatregelen ter uitvoering van de afbakening en bewaking van de grens van 14 juli 1950) juncto artikel 4, onder c), van Verordening nr. 4 van 7 november 1950.

Artikel 47 betreffende straffen, eerste alinea, van de immigratiewet bepaalt:

„Is strafbaar met een geldboete of met een gevangenisstraf van maximaal 6 maanden of met beide, de persoon die

a)

opzettelijk of door onachtzaamheid deze wet of krachtens deze wet vastgestelde verordeningen, verbodsbepalingen, bevelen of voorwaarden overtreedt (…).”.

Artikel 23 betreffende grensoverschrijding en grenscontrole, tweede alinea, bepaalt:

„Binnenkomst en uitreis vinden plaats langs goedgekeurde grensdoorlaatposten onverminderd andersluidende bepaling (…)”.

Straffen overeenkomstig de grenswet

De straffen worden geregeld in artikel 4 van de grenswet. Daarin is bepaald:

„Elke persoon die opzettelijk of door onachtzaamheid krachtens deze wet vastgestelde bepalingen overtreedt of deelneemt aan de overtreding daarvan, is strafbaar met een geldboete of een gevangenisstraf van maximaal drie maanden, tenzij een strengere bepaling van toepassing is. Een poging wordt gestraft als een gepleegd misdrijf.

In het geval van recidive of wanneer er sprake is van verschillende handelingen als vermeld in de eerste alinea of wanneer er sprake is van verzwarende omstandigheden, is de straf een geldboete of een gevangenisstraf van maximaal één jaar.”.

Artikel 3, eerste alinea, punt 3, van de grenswet bepaalt:

„De koning kan voor de hele grens of een deel ervan verbodsbepalingen vaststellen tegen:

(…)

3.

Het overschrijden van de grens over land, op zee of in de lucht zonder toestemming van de bevoegde autoriteit (…).”.

Artikel 4, onder c), van de overeenkomstig de bovengenoemde wet aangenomen verordening nr. 4 betreffende verscheidene grenskwesties van 7 november 1950, bepaalt:

„Aan of via de grens tussen Noorwegen en de Sovjet-Unie (Rusland) is het verboden om:

(…)

b)

de grens te overschrijden over land, op zee of in de lucht zonder toestemming van de Noorse grenscommissaris voor de grens tussen Noorwegen en de Sovjet-Unie (Rusland) (…).”.