Home

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eindevaluatie van het programma Douane 2007 overeenkomstig artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2007")

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eindevaluatie van het programma Douane 2007 overeenkomstig artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2007")

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eindevaluatie van het programma Douane 2007 overeenkomstig artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2007") /* COM/2008/0612 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.10.2008

COM(2008) 612 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Eindevaluatie van het programma Douane 2007 overeenkomstig artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2007")

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Eindevaluatie van het programma Douane 2007 overeenkomstig artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2007")

PROGRAMMA DOUANE 2007

Het programma Douane 2007 werd vastgesteld bij Beschikking 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003. Het was het derde actieprogramma van de Europese Gemeenschap voor douane en had betrekking op de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007. De 27 lidstaten van de EU konden aan dit programma deelnemen, alsmede Kroatië en Turkije. De kosten van het programma werden gedragen door de Europese Gemeenschap en de deelnemende landen.

Het programma Douane 2007 was in de eerste plaats gericht op het ondersteunen en bevorderen van samenwerking en coördinatie tussen de nationale douanediensten van de lidstaten. Het programma moest in de eerste plaats die diensten ten goede komen. Om de doelstellingen te realiseren (die waren beschreven in het actieprogramma Douane 2007, deel I) berustte het programma voornamelijk op:

- gemeenschappelijke acties, waaronder seminars, workshops en projectgroepen, de uitwisseling van ambtenaren, opleidingsactiviteiten, benchmarking en andere acties. 20% van het programmabudget was voor dergelijke gemeenschappelijk acties bestemd.

- Informatietechnologie- (IT-)systemen, waaronder het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (New Computerised Transit System of NCTS) en een aantal tariefgerelateerde systemen (waaronder het informatiesysteem voor het geïntegreerde tarief van de EG – TARIC) en risicobeheer- en informatiesystemen (waaronder het elektronische risicoinformatieformuliersysteem – RIF). 80% van het programmabudget was voor IT-systemen bedoeld.

In totaal was voor het vijf jaar durende programma een bedrag van 165,55 miljoen euro uitgetrokken.

DOEL VAN DE EINDEVALUATIE

Volgens artikel 19 van Beschikking 253/2003/EG wordt het programma Douane 2007 "voortdurend geëvalueerd door de Commissie in samenwerking met de deelnemende landen"[1]. Met de eindevaluatie werd in november 2007 begonnen en deze werd in mei 2008 voltooid. Deze besloeg de gehele periode (2003-2007). Bepaald was dat bij de eindevaluatie vooral moest worden beoordeeld:

- welke resultaten (gevolgen en impact) waren behaald;

- hoe deze hebben bijgedragen tot het realiseren van de doelstellingen (effectiviteit of doeltreffendheid);

- en of deze resultaten tegen redelijke kosten waren behaald (efficiëntie of doelmatigheid).

Bij de eindevaluatie werden feedback en andere gegevens verkregen van alle belanghebbenden bij het programma: de Commissie, de douanediensten van de deelnemende landen en het bedrijfsleven. Daar het moeilijk was rechtstreeks indicators te vinden om het succes van het programma Douane 2007 te meten (vanwege de complexe en veelzijdige aard van het programma en de veelheid aan doelstellingen), werden de gevolgen van Douane 2007 op ruimere wijze beoordeeld, door gebruik van een mix van kwalitatieve informatie en kwantitatieve gegevens (voor zover beschikbaar) om impact en effectiviteit te meten.

WERKWIJZE

Bij het verzamelen van informatie en gegevens werd gebruik gemaakt van de volgende methoden:

- evaluatievragenlijst voor de nationale douanediensten: een gedetailleerde vragenlijst werd toegezonden aan de nationale contactpunten van Douane 2007 van de 29 deelnemende landen, waarin om een oordeel over het programma werd gevraagd dat moest worden onderbouwd met feitelijke informatie;

- informatievragenlijst voor de Europese Commissie: het Directoraat-generaal Belastingen en douane-unie (DG TAXUD) heeft aanvullende gegevens verstrekt (meestal kwantitatieve) over de input en de output van het programma Douane 2007;

- Casestudy's: er werden vier casestudy's uitgevoerd, waarvan elk op een van de programmaprioriteiten was gericht. Er vonden meer dan 80 interviews plaats met deelnemers aan de gemeenschappelijke acties, dit wil zeggen douaneambtenaren uit 23 landen, bedrijven en ambtenaren van DG TAXUD;

- Online enquêtes: er werden twee enquêtes gehouden – de ene bij douaneambtenaren die aan gemeenschappelijke acties in het kader van het programma hadden deelgenomen en/of de IT-systemen hadden gebruikt (hierop werden 1 243 reacties ontvangen), de andere bij bedrijven die betrokken waren bij activiteiten in het kader van het programma (133 reacties);

- Onderzoek van bestaande documenten: bij dit onderzoek werd ook de ART- en de CIRCA-databank geraadpleegd en gebruik gemaakt van andere documenten die reeds openbaar waren gemaakt of die belanghebbenden hebben toegezonden.

Bij de analyse van de op deze wijze verkregen informatie werd gebruik gemaakt van een analytisch kader van beoordelingscriteria en indicatoren die tijdens de beginfase van de evaluatie was uitgewerkt. Grote delen van dit kader waren gebaseerd op de interventielogica van het programma (afgeleid van de structuur van doelstellingen, prioriteiten en subprioriteiten van het actieprogramma Douane 2007). Zo mogelijk werden de in 2003 voor het programma ontwikkelde kwantitatieve indicatoren ook gebruikt.

RESULTATEN EN IMPACT/EFFECTIVITEIT

De vier voornaamste doelstellingen van Douane 2007 (zie de Beschikking Douane 2007 en het actieprogramma Douane 2007, deel I):

- bescherming van de belangen van de EU: met name het beschermen van de financiële belangen van de EU en zorgen voor een veilige omgeving voor de burgers;

- handelsfacilitatie: ervoor zorgen dat de lidstaten kunnen voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de mondialisering en het steeds toenemende handelsverkeer en bijdragen aan de versterking van het concurrentievermogen van de EU;

- gelijkwaardige resultaten/infrastructuur: ervoor zorgen dat de douanediensten van de lidstaten net zo efficiënt met elkaar samenwerken en hun taken net zo efficiënt uitvoeren als betrof het één enkele douanedienst, en dat overal in het douanegebied van de EG gelijkwaardige resultaten worden behaald;

- uitbreiding van de EU: de nodige maatregelen nemen om zich voor te bereiden op een uitbreiding van de EU, helpen bij de integratie van nieuwe lidstaten en zorgen voor de veiligheid van de toekomstige buitengrenzen van de EU.

Uitgaande van het doel van de evaluatie en de doelstellingen van het programma werden acht evaluatievragen geformuleerd. De eerste vier vragen hadden betrekking op de mate waarin Douane 2007 aan het realiseren van elk van de doelstellingen heeft bijgedragen. Met de vijfde vraag werd gevraagd in welke mate de IT-systemen aan het realiseren van deze doelstellingen hebben bijgedragen. De voornaamste conclusies zijn hieronder samengevat.

Heeft Douane 2007 bijgedragen tot een veiliger omgeving voor de burger en de bescherming van de financiële belangen van de EU?

Uit de informatie die bij de evaluatie werd verkregen kan worden opgemaakt dat het programma Douane 2007 een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan de bescherming van de betrokken belangen van de EU. Meer dan 80% van de nationale douanediensten heeft te kennen gegeven dat dit programma "iets" of "veel" heeft bijgedragen aan een veilige omgeving voor de burger en de bescherming van de financiële belangen van de EU. Dit resultaat werd bereikt door de talrijke programma-acties die te maken hadden met de vereenvoudiging, de rationalisering, de standaardisering en/of de algemene verbetering van de douanewetgeving en –procedures en door acties ter verbetering van de samenwerking tussen de nationale douanediensten in het algemeen.

In het algemeen blijkt uit de feedback die van belanghebbenden is ontvangen dat Douane 2007 is ruime mate werd waargenomen als een zeer belangrijke facilitator en katalysator van een pragmatische en vruchtbare samenwerking tussen al degenen die te maken hebben met douanewetgeving, douaneprocedures en –formaliteiten (met inbegrip van fraudepreventie en de bestrijding van de handel in namaakgoederen). De concrete resultaten van de verschillende werkgroepen die op dit gebied actief zijn/waren, de ruimere gevolgen van betere contacten tussen nationale douanediensten (bv. door middel van uitwisselingen) en de IT- en informatiesystemen die in het kader van Douane 2007 werden ontwikkeld hebben alle bijgedragen tot de positieve beoordeling van de impact van Douane 2007 wat de bescherming van de belangen van de EU betreft.

Heeft Douane 2007 bijgedragen tot de vergemakkelijking van het handelsverkeer?

Uit de evaluatie blijkt dat Douane 2007 niet altijd positief werd beoordeeld op het gebied van het vergemakkelijken van het handelsverkeer. Er is een duidelijke tendens (met name in de afgelopen drie/vier jaar) bedrijven de gelegenheid te geven deel te nemen aan werkgroepen, seminars en andere gemeenschappelijke acties en zodoende ook deel te nemen aan de opstelling van nieuwe regels, procedures, specificaties enz. De bedrijven waarderen de bereidheid en de pogingen van de Commissie (en in zekere mate ook van de lidstaten) hen daarbij te betrekken en naar hun opmerkingen te luisteren. De overgrote meerderheid van douaneambtenaren verwelkomden ook de grotere deelname van het bedrijfsleven, hoewel sommigen er hun bezorgdheid over uitspraken dat een "overdreven" deelname van het bedrijfsleven soms een hinderpaal kon zijn voor een efficiënt en effectief besluitvormingsproces.

Van de andere kant waren de bedrijven wat minder enthousiast over de feitelijke gevolgen van samenwerking voor het verminderen van de lasten voor bonafide bedrijven en de vereenvoudiging en modernisering van douaneprocedures en –formaliteiten. Hoewel verschillende acties in het kader van het programma Douane 2007 ertoe hebben bijgedragen de lasten voor het bedrijfsleven te verminderen (bv. de toepassing van het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer), waren er klachten dat de meeste nieuwe maatregelen en initiatieven die sinds de terroristische aanslagen van 9/11 zijn genomen vooral op veiligheid zijn gericht, waardoor nog meer lasten voor de bedrijven ontstonden. Het relatief gering aantal gemeenschappelijke acties dat uitdrukkelijk te maken had met de programmadoelstelling "vergemakkelijking van de handel" is een verdere indicatie van een zeker onevenwicht (hoewel dient te worden opgemerkt dat vele andere acties die niet uitdrukkelijk op dit doel waren gericht waarschijnlijk onrechtstreeks tot een vergemakkelijking van de handel zullen hebben bijgedragen).

Heeft Douane 2007 ertoe bijgedragen dat de nationale douanediensten als één douanedienst werken?

Uit de evaluatie blijkt dat het programma Douane 2007 aanzienlijk tot de realisatie van deze doelstelling heeft bijgedragen door een vergemakkelijking van de eenvormige toepassing van de douanewetgeving en de harmonisering van werkmethoden op diverse gebieden. Dit heeft ermee te maken dat op alle plaatsen in het douanegebied gelijkwaardige resultaten moeten worden verkregen en uit de antwoorden van bedrijven op de enquête blijkt dat de douanediensten van de EU-lidstaten aanzienlijke vorderingen hebben gemaakt bij hun streven te handelen alsof zij een enkele douanedienst waren.

Douane 2007 heeft er duidelijk toe bijgedragen de nationale douanediensten nader tot elkaar te brengen en de processen en werkwijzen te harmoniseren en standaardiseren. Concrete voorbeelden zijn de gemeenschappelijke IT-systemen die in het kader van Douane 2007 zijn ontwikkeld, de gemeenschappelijke opleidingsaanpak en e-leren-instrumenten. Op het meer "persoonlijke" niveau kan worden gesteld dat de acties van Douane 2007 de uitwisseling van kennis, ervaring, beste praktijken en persoonlijke contacten over de grenzen heen hebben gestimuleerd en daardoor hebben bijgedragen tot een betere coördinatie van het douanewerk in Europa.

Heeft Douane 2007 de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten gesteund bij hun voorbereiding op en de integratie na de toetreding ?

Afgaande op de reacties die van de douanediensten van de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten zelf zijn ontvangen, is het programma Douane 2007 zeer nuttig geweest voor hun integratie in respectievelijk hun voorbereiding op de toetreding tot de EU (de meesten verklaarden dat het programma er "veel" toe heeft bijgedragen dit doel te bereiken). Uit de casestudy bleek dat het programma Douane 2007 door de douaneambtenaren in de nieuwe lidstaten zeer op prijs wordt gesteld. Deze wezen op de waarde van het programma op het gebied van het delen van kennis, de uitwisseling van ervaringen en werkmethoden en het netwerken in het algemeen.

De ondersteuning die Douane 2007 de nieuwe lidstaten heeft geboden bij de toetreding tot en de integratie in de EU vloeide vooral voort uit drie soorten initiatieven.

- Er waren een aantal acties die specifiek op de nieuwe lidstaten en/of kandidaat-lidstaten waren gericht (met inbegrip van benchmarkingprojecten en technische bijstand). Deze hebben vaak positieve gevolgen gehad voor de capaciteitsopbouw en de invoering van meer effectieve werkwijzen en procedures.

- Kandidaat-lidstaten kunnen al in een vroeg stadium van het toetredingsproces aan het programma en de verschillende (niet op toetreding gerichte) werk- en projectgroepen, seminars enz. deelnemen. Hierdoor krijgen toekomstige lidstaten al vroeg een inzicht in de EU-wetgeving, -procedures en –formaliteiten en de toepassing daarvan; zij kunnen dan al beginnen met het aanpassen en bijwerken van hun eigen regels en processen, zelfs voordat zij officieel tot de EU toertreden.

- De verschillende IT-systemen die met ondersteuning van Douane 2007 zijn ontwikkeld en de activiteiten ter ondersteuning van de toepassing en voor de opleiding van gebruikers hebben ook bijgedragen tot de soepele integratie van de douanediensten van de nieuwe lidstaten.

In welke mate hebben de IT-systemen aan de realisatie van de doelstellingen van het programma bijgedragen?

In het kader van het programma Douane 2007 is veel vooruitgang geboekt bij het waarborgen van de (inter)operabiliteit van talrijke IT-systemen. Momenteel lijken alle systemen die werden beoordeeld goed te functioneren en het hoge niveau van tevredenheid van de gebruikers wijst erop dat deze systemen nuttig zijn. Dit betekent echter niet dat er geen problemen meer zijn; de evaluatie heeft een aantal tekortkomingen van bepaalde IT-systemen aan het licht gebracht waaraan iets moet worden gedaan.

In het algemeen lijken de evaluatieresultaten erop te wijzen dat de IT-systemen een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd aan het realiseren van de programmadoelstellingen II (vergemakkelijking van het handelsverkeer) en III (gelijkwaardige resultaten/infrastructuur). Wat de eerste doelstelling betreft, lijkt het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) de grootste bijdrage te hebben geleverd door de vereenvoudiging en de snellere afwikkeling van de douanevervoerprocedure, zowel voor bedrijven als de douanediensten. Enkele tariefgerelateerde systemen – met name het informatiesysteem inzake het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschap (TARIC) en het systeem voor Europese bindende tariefinlichtingen (EBTI) waren ook van belang voor de vergemakkelijking van de handel, daar de bedrijven hierdoor gemakkelijker toegang tot informatie en meer rechtszekerheid hebben verkregen.

Wat programmadoelstelling I betreft (bescherming van de belangen van de EU), was men het er in het algemeen mee eens dat de IT-systemen (en met name de tariefgerelateerde systemen) de beschikbaarheid hebben verbeterd van gegevens die bijdragen tot de bescherming van de financiële belangen van de EU. Anderzijds waren de IT-systemen niet voornamelijk gericht op fraudebestrijding, omdat de ontwikkeling en het onderhoud van IT-systemen ter bestrijding van fraude door andere wettelijke instrumenten worden gedekt[2]. Verwacht wordt dat het elektronische risico-informatieformuliersysteem (RIF) steeds meer tot de verbetering van de douanecontroles, en dus tot fraudebestrijding, zal bijdragen, afhankelijk van de vorderingen bij de ontwikkeling van het gemeenschappelijk risicobeheerkader.

EFFICIËNTIE, NUT EN DUURZAAMHEID

De laatste drie evaluatievragen hadden betrekking op de efficiëntie, het nut en de duurzaamheid van het programma Douane 2007. De voornaamste conclusies zijn hieronder samengevat.

Had Douane 2007 efficiënter kunnen zijn en hadden dezelfde resultaten kunnen worden verkregen tegen lagere kosten?

In het algemeen wijzen de evaluatieresultaten erop dat het programma Douane 2007 efficiënt was. Wat de gemeenschappelijke acties betreft, worden die instrumenten het meest doeltreffend beschouwd (vooral werkgroepen, projectgroepen en uitwisselingen) die het meest worden gebruikt en waaraan het grootste deel van het budget werd besteed. De casestudy's wijzen er ook op dat er, van de steekproef van 20 acties die in detail werden geëvalueerd, weinig ruimte voor besparingen was. De kosteneffectiviteit van de ontwikkeling en ondersteuning van de verschillende douane-IT-systemen in het kader van Douane 2007 is moeilijker te beoordelen. De ontvangen reacties lijken erop te wijzen dat men in het algemeen tevreden is met de IT-systemen en dat de resultaten de kosten rechtvaardigen.

Degenen voor wie het programma was bedoeld waren van oordeel dat de programmabeheerstructuren en –procedures ook goed werkten. Geoordeeld werd echter dat verschillende deelnemende landen op nationaal niveau niet voldoende middelen (en met name personeel) voor beheer en coördinatie hadden ingezet om alle mogelijke voordelen van Douane 2007 ten volle te benutten.

Tenslotte was slechts ongeveer 60% van het bedrag dat voor Douane 2007 was uitgetrokken eind 2007 daadwerkelijk besteed. Hoewel sommige bedragen die voor Douane 2007 zijn vastgelegd nog in 2008 en 2009 zullen worden uitgegeven (langetermijncontracten, voornamelijk voor IT-gerelateerde diensten), zal in totaal veel minder worden uitgegeven dan het uitgetrokken bedrag. Dit is vooral te wijten aan het feit dat de uitgaven voor de ontwikkeling en ondersteuning van IT-systemen aanzienlijk lager waren dan verwacht. Dit ligt waarschijnlijk aan een combinatie van factoren, waardoor het moeilijk is eenduidige conclusies te trekken over de doelmatigheid van het programma. Niettemin moet erop worden gewezen dat Douane 2007 zijn doelstellingen heeft gerealiseerd, niet tegen een bedrag van 165,55 miljoen euro, maar tegen een bedrag van, tot nu toe, ongeveer 95 miljoen euro, plus aanvullende uitgaven die in de komende jaren waarschijnlijk ongeveer 10-15 miljoen euro zullen bedragen.

Waren de resultaten in overeenstemming met de vastgestelde behoeften en de op te lossen problemen?

Bij de evaluatie is gebleken dat de resultaten van het programma in hoge mate in overeenstemming zijn met de vastgestelde behoeften en de op te lossen problemen, aangezien:

a) de vier voornaamste doelstellingen van het programma Douane 2007 relevant zijn en aan belangrijke behoeften en prioriteiten van de nationale douanediensten van de deelnemende landen voldoen; het schijnt niet dat de deelnemende landen andere belangrijke behoeften hebben waarin het programma niet heeft voorzien.

b) De resultaten van Douane 2007 hebben er (in meerdere of mindere mate) toe bijgedragen dat de vier doelstellingen van het programma zijn gerealiseerd (zie hierboven).

Als gevolg hiervan is het programma zeer nuttig geweest. Doordat Douane 2007 mechanismen, instrumenten en processen heeft aangeboden aan alle relevante actoren in de gehele EU om gezamenlijk belangrijke kwesties in verband met de douanewetgeving en douaneprocedures te bespreken en op te lossen, heeft dit programma de nationale douanediensten duidelijk geholpen vorderingen te maken bij hun streven als één douanedienst te werken. Het programma heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de voorbereiding op toetreding en de integratie van nieuwe lidstaten alsmede aan de bescherming van de belangen van de EU. Hoewel het nog niet duidelijk is of de maatregelen die in het kader van Douane 2007 zijn genomen over het geheel genomen het handelsverkeer hebben vergemakkelijkt, is het wel duidelijk dat het programma van nut is geweest bij het verlichten van de lasten voor bedrijven op sommige gebieden en bij het beperken van de extra lasten van sommige nieuwe maatregelen op het gebied van de veiligheid.

Zullen de resultaten van Douane 2007 blijvend zijn op middellange en lange termijn?

Het programma Douane 2007 heeft ongetwijfeld concrete resultaten opgeleverd die ook op middellange en lange termijn zullen blijven voortduren. Voorbeelden van duurzame resultaten zijn de ontwerpteksten die door werkgroepen in het kader van Douane 2007 zijn opgesteld en die reeds deel uitmaken van de wetgeving of die dit binnenkort zullen doen; een aantal operationele IT-systemen waarvan de ontwikkeling en toepassing in hoge mate mogelijk werd gemaakt door de activiteiten in het kader van Douane 2007; en e-leren-modules die reeds in verschillende lidstaten in gebruik zijn genomen.

De volledige realisatie van de mogelijke positieve impact zal niettemin afhankelijk zijn van een voortzetting van het programma. Het programma biedt een vitaal mechanisme ter begeleiding, bespreking en ontwikkeling van reeds gestarte dan wel nieuwe initiatieven op douanegebied (of deze nu van wettelijke, procedurele, technische, politieke of andere aard zijn) en uiteindelijk voor de verbetering van de kwaliteit, effectiviteit en samenhang daarvan en de aanvaardbaarheid voor deelnemende landen en het bedrijfsleven. Een stopzetting van het douaneprogramma zou afbreuk kunnen doen aan de samenwerking en coördinatie tussen alle betrokkenen en er zouden verder geen vorderingen meer kunnen worden gemaakt met het realiseren van de doelstellingen van Douane 2007.

AANBEVELINGEN

Algemene aanbevelingen

Bij de eindevaluatie werd bevestigd dat het programma Douane 2007 gunstige gevolgen heeft gehad voor het douanewerk in Europa. Het werd door alle belanghebbenden zeer gewaardeerd en draagt inderdaad bij (in sommige gevallen zelfs zeer aanzienlijk) aan het realiseren van de voornaamste doelstellingen. Opnieuw is gebleken - zoals reeds bij de tussentijdse evaluatie was aangegeven - dat dit programma moet worden voortgezet. Om ervoor te zorgen dat het vervolgprogramma zo goed mogelijk wordt uitgevoerd, moet

- de op doelstellingen gerichte aanpak worden gehandhaafd, wat betekent dat alle activiteiten op een duidelijk doel moeten zijn gericht dat in overeenstemming is met de algemene doelstellingen van het programma, wat toezicht en evaluatie vereenvoudigt;

- de lijst van prioriteiten en subprioriteiten opnieuw worden bekeken om na te gaan of de op doelstellingen gerichte aanpak, gebaseerd op een duidelijke hiërarchie van relevante en haalbare doelen, nog steeds geldig is; enkele prioriteiten van douane 2007 zijn misschien niet meer relevant, terwijl andere te ruim of te specifiek kunnen lijken;

- de zichtbaarheid en het nut van het jaarprogramma worden verbeterd door zeer duidelijk aan te geven wat de voornaamste prioriteiten zijn voor het komende jaar (en zich niet te beperken tot het doorlopen van alle doelstellingen en prioriteiten van het actieprogramma);

- het ruime gebruik van project-/werkgroepen en uitwisselingen worden voortgezet omdat die volgens de betrokkenen de meest effectieve soorten acties zijn waarvan gebleken is dat zij, wanneer zij goed zijn afgebakend, tot zeer nuttige en concrete resultaten kunnen leiden;

- worden overwogen dat andere soorten gemeenschappelijke acties (waaronder seminars, benchmarking enz.) in bepaalde omstandigheden ook zeer nuttig kunnen zijn, maar dat het succes daarvan grotendeels afhangt van de wijze waarop ze zijn georganiseerd. De gids Douane 2007 moet worden aangepast, met name voor benchmarking, om de tekortkomingen van dit instrument die bij de evaluatie aan het licht zijn gekomen, te verhelpen.

Specifieke kwesties

De evaluatie heeft een aantal kwesties het licht gebracht waaraan iets moet worden gedaan. Om te kunnen voortbouwen op de vorderingen die tot nu toe zijn gemaakt en de kwesties aan te pakken die voor de belanghebbende het belangrijkst zijn, moet het vervolgprogramma van Douane 2007 aan de volgende eisen voldoen:

- meer nadruk op de vergemakkelijking van het handelsverkeer. Dit is de voornaamste doelstelling van het bedrijfsleven en ook voor de nationale douanediensten van veel landen, maar waaraan in het kader van Douane 2007 relatief minder aandacht is besteed (in vergelijking met de andere voornaamste doelstellingen). Om de lasten voor bonafide bedrijven te helpen verminderen, is het van bijzonder belang:

- ervoor te zorgen dat het e-douane-initiatief tijdig klaar is en te vermijden dat het proces vertraagt voordat de bedrijven er de vruchten van plukken;

- voorrang te geven aan activiteiten in verband met grensoverschrijdende vergunningen, waaronder de grensoverschrijdende vergunningen voor vereenvoudigde procedures en de toekenning van de AEO-status en te werken aan een werkelijk eenvormige erkenning en toepassing van deze concepten in de gehele EU;

- dat de bedrijven betrokken blijven bij relevante gemeenschappelijke acties zodat de behoeften, ervaringen en standpunten van de bedrijven worden erkend en ermee rekening wordt gehouden bij de uitwerking van nieuwe regels, procedures, instrumenten enz.

- Een voortzetting van het werk in verband met risicoanalyse en risicobeheer. Dit is een belangrijk gebied voor het verbeteren en standaardiseren van de douanecontroles en -procedures en een effectieve fraudebestrijding. Een voortzetting van het werk in verband met risicoprofielen, indicatoren, regels enz. en het zoeken naar mogelijkheden om het gebruik daarvan door alle douanediensten zoveel mogelijk te bevorderen. De nadruk dient daarbij te liggen op:

- het identificeren van politiek gevoelige elementen van risicobeheer (deels te wijten aan het feit dat wat legaal is in een lidstaat, illegaal kan zijn in een andere lidstaat) en deze op het juiste niveau aan te pakken;

- de voortzetting van activiteiten en praktische oefeningen die rechtstreeks gericht zijn op de verdere harmonisering van het risicobeheer in de hele EU.

- Voortzetting en uitvoering van de nieuwe gemeenschappelijk opleidingsmethoden, waarbij erop moet worden toegezien dat de productie van e-leren/gemengde leermodules geen doel op zich wordt en dat andere actiegebieden niet worden verwaarloosd. Dit houdt het volgende in:

- een open dialoog tussen de Commissie en de deelnemende landen om te komen tot een besluit over prioriteiten voor de komende jaren (met inbegrip van andere opleidinggerelateerde gebieden die deelnemende landen in het programma zouden willen zien opgenomen);

- het opnieuw bekijken en – zo nodig – de aanpassing van de inhoud, de frequentie, de duur en structuur van de vergaderingen van de Beheergroep Opleiding, zodat deze een actievere rol kan spelen bij de coördinatie van de programma-activiteiten op opleidingsgebied.

- Voortzetting van de vorderingen die op het gebied van de IT-systemen zijn gemaakt door verder te zoeken naar gebieden voor verbetering en/of nieuwe acties zoals:

- het aanpakken van specifieke problemen en tekortkomingen die bij de evaluatie aan het licht zijn gekomen en die verscheidene IT-systemen betreffen die op EU-niveau zijn ingezet;

- het streven naar pan-Europese harmonisering van interfaces met het bedrijfsleven voor alle douaneprocedures. De Commissie heeft in het verleden richtlijnen voorgesteld voor de harmonisering van dergelijke interfaces en bij de evaluatie is gebleken dat bijna de helft van de deelnemende landen van oordeel was dat Douane 2007 de harmonisering van interfaces of Europees niveau verder kon of moest hebben gesteund.

Flankerende maatregelen

Tenslotte zijn er "flankerende" maatregelen die de evaluatoren ter overweging aanbevelen om de effectiviteit van het programma te vergroten (dat wil zetten de kans dat de doelstellingen worden gerealiseerd):

- er bij de deelnemende landen op aandringen dat voldoende personeel wordt ingezet voor de coördinatie, het beheer en de administratie op het niveau van elke nationale douanedienst;

- communicatie-activiteiten ontwikkelen naar de betrokken instellingen toe (in het bijzonder de nationale ministeries die voor douane bevoegd zijn) om Douane 2007 duidelijker te profileren en deze instellingen bewust te maken van de rol die het programma speelt, de kansen die het biedt en de resultaten die het heeft behaald (waardoor ook de kansen dat voldoende middelen ter beschikking worden gesteld, worden vergroot);

- de indicatoren en maatstaven van succes die bij het begin van het programma Douane 2007 werden ontwikkeld opnieuw bekijken om te beslissen over een definitieve lijst van relevante en haalbare indicatoren die in de toekomst voor toezicht op en evaluatie van het programma kunnen worden gebruikt.

[1] De tussentijdse evaluatie werd in december 2005 voltooid. Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie: Verslag van de Commissie: Tussentijdse evaluatie van het programma Douane 2007, SEC(2006)35.

[2] Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997) en de Overeenkomst van de Raad opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied, ondertekend op 26.7.1995 (Publicatieblad C 316 van 27.11.1995, blz. 34-47).