Home

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of staal van oorsprong uit, onder meer, Rusland

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of staal van oorsprong uit, onder meer, Rusland

22.6.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/37


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of staal van oorsprong uit, onder meer, Rusland

(2007/C 138/12)

De Commissie heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”)(1) besloten op eigen initiatief een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen. Het onderzoek betreft alleen dumpingaspecten wat de producenten/exporteurs van de TMK-groep (Volzhsky Pipe Plant, Taganrog Metallurgical Works, Sinarsky Tube Plant en Seversky Tube Works) en de met hen verbonden ondernemingen („de onderneming”) betreft.

1. Product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of staal, met rond profiel, met een uitwendige diameter van niet meer dan 406,4 mm en een koolstofequivalentiewaarde (carbon equivalent value — CEV) van niet meer dan 0,86 volgens de formule en analyse van het Internationaal Instituut voor Lastechniek(2), van oorsprong uit Rusland („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7304 11 00, ex 7304 19 10, ex 7304 19 30, ex 7304 22 00, ex 7304 23 00, ex 7304 24 00, ex 7304 29 10, ex 7304 29 30, ex 7304 31 80, ex 7304 39 58, ex 7304 39 92, ex 7304 39 93, ex 7304 51 89, ex 7304 59 92 en ex 7304 59 93(3). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

2. Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 954/2006 van de Raad.

3. Motivering van het nieuwe onderzoek

De Commissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de omstandigheden op grond waarvan de bestaande antidumpingmaatregelen werden vastgesteld, zijn gewijzigd en dat deze wijziging van blijvende aard is. Volgens gegevens waarover de Commissie beschikt, is de bedrijfsstructuur van de onderneming aanzienlijk en blijvend veranderd sinds de periode op basis waarvan de bestaande maatregelen zijn vastgesteld.

Bovendien zou een vergelijking van de normale waarde op basis van de binnenlandse prijzen van de onderneming en de uitvoerprijzen leiden tot een vermindering van de dumping tot ver beneden het niveau van de huidige maatregel. Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, zou dus niet langer noodzakelijk zijn om de gevolgen van dumping te neutraliseren.

4. Procedure voor de vaststelling van dumping

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een onderzoek.

Bij dit onderzoek zal worden nagegaan of de bestaande maatregelen ten aanzien van de bovengenoemde groep van ondernemingen moeten worden gehandhaafd, ingetrokken of gewijzigd.

a) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek en de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer een vragenlijst toezenden. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 5, onder a), van dit bericht genoemde termijn ontvangen.

b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 5, onder a), van dit bericht genoemde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 5, onder b), van dit bericht vermelde termijn worden ingediend.

5. Termijnen

a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

6. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited(4)” zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: J-79 5/16

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 65 05.

7. Niet-medewerking

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

8. Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

9. Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(5).