Home

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid {SEC(2007) 800}

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid {SEC(2007) 800}




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 13.6.2007

COM(2007) 324 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid {SEC(2007) 800}

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

DEEL 1 – ACTIES OP GROND VAN VERORDENING (EG) NR. 814/2000 VAN DE RAAD

I. Inleiding

Dit verslag betreft de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad in de periode 2003–2006.

De doelstellingen van de voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 814/2000 zijn:

een bijdrage te leveren tot het verduidelijken, alsook het uitvoeren en het ontwikkelen van het GLB; |

het Europese landbouwmodel te propageren en het inzicht daarin te bevorderen; |

de landbouwers en de overige plattelandsactoren voor te lichten; |

de publieke opinie bewust te maken van het belang en de doelstellingen van het GLB. |

- De acties zijn onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:

door het EOGFL medegefinancierde acties op initiatief van derden, waarbij het om programma's of om gerichte acties kan gaan; |

op initiatief van de Commissie ondernomen acties die volledig door het EOGFL worden gefinancierd ("rechtstreekse acties"). |

- De Raad heeft besloten (artikel 8 van Verordening (EG) nr. 814/2000) dat om de twee jaar verslag moet worden uitgebracht aan het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van de verordening. Dit is het tweede verslag dat wordt voorgelegd. Het eerste verslag over de periode 2000–2002 is in mei 2003 voorgelegd[1].

De ontwikkeling van de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 814/2000, met name de bepalingen die betrekking hebben op aan derden verleende subsidies, is omschreven in het verslag van mei 2003. Voorts heeft een kleine technische wijziging van de uitvoeringsbepalingen plaatsgevonden[2].

Het huidige verslag zou oorspronkelijk in december 2005 aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd. Deze termijn is verlengd teneinde de evaluatie van de op grond van de verordening vastgestelde acties, die werd uitgevoerd in het kader van het evaluatiebeleid van de Commissie voor de periode 2000–2005, te kunnen voltooien, en zodat de Commissie de resultaten van de evaluatie in acht kan nemen[3]. De volledige tekst evenals de samenvatting zijn te vinden op de Europa-website:http://ec.europa.eu/agriculture/eval/reports/cap_info/index_en.htm

De bijlagen en de lijst van in de tekst gebruikte afkortingen zijn te vinden in het werkdocument van de diensten van de Commissie.

II. Begrotingsmiddelen

Voor de periode 2003–2006 is jaarlijks voor voorlichtingsacties 6,5 miljoen euro uitgetrokken op begrotingslijn B1-382 (nomenclatuur van 2003), en vervolgens (begrotingsjaren 2004–2006) op begrotingslijn 05 08 06 (nieuwe nomenclatuur).

De verdeling tussen de acties op initiatief van de Commissie en de acties op initiatief van derden (subsidies) is als volgt:

2003: rechtstreekse acties (2 500 000) (38%) – subsidies (4 000 000) (62%);2004: rechtstreekse acties (2 500 000) (38%) – subsidies (4 000 000) (62%);2005: rechtstreekse acties (3 000 000) (46%) – subsidies (3 500 000) (54%);2006: rechtstreekse acties (3 700 000) (57%) – subsidies (2 800 000) (43%).

Met uitzondering van 2006 waarin de opname duidelijk toenam, was er elk jaar een aanzienlijke onderbesteding van de kredieten (64% in 2003, 51% in 2004, 61% in 2005 en 98% in 2006; zie nadere gegevens in tabel 2, punt IV). De beperkte opname van de financieringsmogelijkheden was met name het gevolg van de onderbesteding van de kredieten voor subsidies. Omdat veel subsidieaanvragen fouten bevatten of van slechte kwaliteit waren, voldeed slechts een klein aantal projecten aan de eisen (subsidiabiliteits-, uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria).

Om de opname van de kredieten voor subsidies te bevorderen zijn, op basis van een studie naar de meest gemaakte fouten door aanvragers, de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen 2005/C 252/06[4] (medegefinancierde acties in het begrotingsjaar 2006) en 2006/C 236/07[5] (medegefinancierde acties in het begrotingsjaar 2007) verder gestroomlijnd en is de bewoording verduidelijkt om aanvragers te helpen dergelijke fouten te voorkomen. Het succes van deze inspanningen blijkt uit de aanzienlijk toegenomen opname van de kredieten voor subsidies in het begrotingsjaar 2006.

III. Verdeling van de gefinancierde acties (vastleggingskredieten)

In het eerste verslag over Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad werd beschreven hoe de Commissie in de periode 2000–2002 geleidelijk de uitvoeringsbepalingen voor de acties heeft verbeterd. Ook werd melding gemaakt van een herziening van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie die de subsidieactiviteiten in de periode 2003–2006 aanstuurde[6]. Dit heeft geresulteerd in aanzienlijke verbeteringen in de regeling: vereenvoudiging, grotere transparantie, betere evaluatie van de voorgestelde voorlichtingsacties, betere omschrijving van de over te brengen boodschap en betere verspreiding. In het kader van het nieuwe politieke klimaat waarin het GLB opereerde, is de jaarlijkse uitnodiging tot het indienen van voorstellen geleidelijk aan bijgesteld. Veel nadruk werd gelegd op het voorlichten van landbouwers en het grote publiek over de politieke veranderingen, met name de hervorming van 2003 en daaropvolgende gerelateerde hervormingen.

1. Subsidies (voorlichtingsacties op initiatief van derden)

Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie de begrotingslijn benut om een reeks activiteiten te medefinancieren, o.a. seminars, conferenties, publicaties, uitwisselingsbezoeken en andere activiteiten, die allemaal – zowel direct als indirect – hebben bijgedragen aan het bevorderen van de kennis over het GLB onder EU-burgers.

Twee soorten acties zijn toegestaan: gerichte voorlichtingsacties en jaarlijkse werkprogramma's. Een gerichte voorlichtingsactie is een kortdurende, op zichzelf staande en volwaardige actie met een eigen aparte begroting. Voorbeelden van tijdens de verslagperiode uitgevoerde gerichte acties zijn een conferentie of een seminar, enz. Een jaarlijks werkprogramma bestaat uit twee tot vijf gerichte voorlichtingsacties.

Bij deze acties wordt maximaal 50% van de subsidiabele kosten gefinancierd. Dit bedrag kan uitzonderlijk echter toenemen tot 75%, zoals bepaald in de uitvoeringsverordening en omschreven in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen.

Tijdens de verslagperiode zijn 35 programma's en 70 gerichte acties medegefinancierd. Opgemerkt moet worden dat ieder programma meerdere acties bevat en dat de 35 gefinancierde programma's dus 99 gerichte acties bevatten, hetgeen het totale aantal acties over vier jaar op 169 brengt. Subsidies werden verleend voor 121 conferenties en seminars, 11 bezoeken, 22 publicaties, 11 audiovisuele producties en 4 webportalen.

De tabel hieronder geeft het aantal ingediende en het aantal succesvolle aanvragen per lidstaat weer.

Tabel I [pic]

Bijlage 1 geeft een overzicht van de tijdens de verslagperiode verleende subsidies. Details over de individuele subsidies zijn te vinden op de Europa-website: http://ec.europa.eu/agriculture/grants/capinfo/index_en.htm

Benadrukt moet worden dat een aanzienlijk aantal medegefinancierde acties, dankzij het sneeuwbaleffect van de media en de vakpers, een groter publiek wist te bereiken dan alleen de direct betrokkenen. Dit weerspiegelt de nadruk die de laatste jaren in de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen wordt gelegd op een betere verspreiding van de boodschap en de noodzaak voor aanvragers om mediaplannen, waaronder doelgroepen, te definiëren.

Net als in het verleden zijn veel begunstigden van subsidies in België gevestigd, waar de meeste sociale beroepsorganisaties (waaronder COPA-COGECA, AEFPR, CEJA) hun hoofdkantoor hebben. Ook in Italië en Spanje werd een aanzienlijk aantal activiteiten uitgevoerd, hetgeen samenhangt met het aanhoudende hoge aantal aanvragen uit deze landen.

In 2003–2006 dienden de noordelijke landen van de EU-15 nog steeds relatief weinig aanvragen in. Sinds de uitbreiding is het aantal aanvragen uit de nieuwe lidstaten erg laag geweest. De diensten van de Commissie onderzoeken de mogelijke oorzaken van deze situatie en de mogelijke kanalen, naast publicatie van de jaarlijkse uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en op de Europa-website, die kunnen worden gebruikt om een grotere bekendheid aan deze jaarlijkse uitnodiging te geven. Veel aandacht wordt dan ook besteed aan de specifieke situatie in de nieuwe lidstaten.

In 2003–2006 werden subsidies verleend voor onder andere seminars en conferenties over het GLB en de tenuitvoerlegging van de hervorming van het GLB, over de WTO en over plattelandsontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn conferenties over landbouw, de samenleving als geheel en de uitbreiding van de EU.

Voorbeelden van individuele organisaties waaraan tijdens deze aangifteperiode subsidies zijn verleend, zijn milieuorganisaties en plattelandsontwikkelingorganisaties op EU-niveau zoals het WWF en EUROMONTANA. Naast traditionele begunstigden zoals COPA-COGECA en CEJA waren bijvoorbeeld ook regionale en lokale autoriteiten in de lidstaten succesvol, evenals mediaorganisaties, nationale landbouwersorganisaties (vaak leden van instanties op EU-niveau) en enkele academische instellingen. Voor een deel van de medegefinancierde acties maakten de begunstigden gebruik van de mogelijkheid om andere organisaties als partners bij de uitvoering van de projecten te betrekken.

Zoals eerder al vermeld, werden tijdens de periode 2003–2006 de procedures voor het evalueren en beoordelen van de subsidies verbeterd. De voorwaarden voor de ex ante - en ex post -evaluaties werden in de jaarlijkse uitnodiging tot het indienen van voorstellen verder verbeterd. Er zij aan herinnerd dat ook de verplichtingen van de begunstigden wat betreft zelfevaluatie van hun acties onderdeel vormen van de afzonderlijke subsidieovereenkomsten tussen de Commissie en de begunstigden. De subsidies werden verleend na een strenge selectieprocedure. Momenteel heeft de communicatiestrategie van het DG als doel de capaciteit voor het meten en beoordelen van het effect van voorlichtingsacties te verbeteren. Verslagen over de wijze waarop de subsidies zijn gebruikt, worden, ook in de toekomst, tevens geanalyseerd met het oog op het algemene effect dat zij hebben gesorteerd. Dit is in overeenstemming met de resultaten van de externe evaluatie en de doelstellingen van de verordening.

2. Voorlichtingsacties op initiatief van de Commissie

Net als in de voorgaande periode werd in 2003–2006 een aanzienlijk aantal voorlichtingsacties op initiatief van de Commissie opgezet en door haar gefinancierd, die vaak met externe technische bijstand werden uitgevoerd. In 2003 en 2004 werd ongeveer 38% van het budget uitgetrokken voor deze acties; in 2005 nam dit toe tot 46%, en in 2006 tot 57%.

In bijlage II wordt een overzicht gegeven van alle voorlichtingsacties en bijbehorende kosten van de Commissie in 2003–2006.

Conferenties/seminars

Het organiseren van conferenties en seminars bleef een belangrijke activiteit. Tot deze categorie behoren activiteiten zoals informatiebijeenkomsten, seminars voor specifieke groepen (journalisten, consumentenorganisaties, enz.), Europese en internationale conferenties.

In 2003–2006 richtte de Commissie zich in toenemende mate op een intensievere dialoog met de belanghebbenden op alle EU-beleidsterreinen. Er werd dan ook opnieuw nadruk gelegd op het betrekken van een breed scala van maatschappelijke organisaties bij conferenties en seminars.

De samenwerking met andere instellingen werd geïntensiveerd, bijvoorbeeld bij de gezamenlijk door de Commissie en het Europees Parlement georganiseerde conferentie over jonge landbouwers in januari 2005. Een ander voorbeeld is de conferentie over "Coëxistentie van genetisch gemodificeerde, conventionele en biologische gewassen – Een vrije keuze" van 4-6 april 2006 in Wenen die samen met het Oostenrijkse voorzitterschap van de EU werd georganiseerd. Tevens werd heel veel aandacht besteed aan de voorbereidingen voor de uitbreiding.

Deelname aan/stands op tentoonstellingen

Het betrekken van alle belangstellenden en de nadruk die de Commissie legt op de civiele maatschappij, en sinds 2005 op een publiekgerichte aanpak, heeft de laatste jaren de regelmatige deelname van de Commissie aan belangrijke jaarlijkse tentoonstellingen bevorderd, bijvoorbeeld het Salon international de l’Agriculture in Parijs en de Internationale Grüne Woche in Berlijn.

De veelvuldige aanwezigheid van de Commissaris voor Landbouw en plattelandsontwikkeling, andere Commissarissen, leden van het Europees Parlement en andere ervaren politieke leiders op nationaal en regionaal niveau, heeft een positief effect gehad op het mediaprofiel van de betrokkenheid van de Commissie bij tentoonstellingen.

Tentoonstellingen blijven een belangrijk instrument om het grote publiek te bereiken. De aandacht voor de ontwikkeling van op het grote publiek gerichte synergieën en passende boodschappen en activiteiten blijft aanbevolen, ook in de externe evaluatie.

Publicaties

Een reeks eenmalige en regelmatige publicaties werden uitgebracht. De herziening van het GLB, de plattelandsontwikkeling en de WTO waren net als in het verleden, prominent aanwezig.

Momenteel doet het DG, in overeenstemming met de aanbevelingen van de evaluatie, onderzoek naar deze publicaties. Het DG heeft als doel in de toekomst meer online publicaties te ontwikkelen, waaronder ook materiaal dat is toegesneden op de lokale behoeften, dat zou onder meer moeten leiden tot het beter inspelen op de taalkundige behoeften op lokaal niveau.

Website

Tijdens de verslagperiode heeft de website over landbouw en plattelandsontwikkeling een snelle groei gekend, met name als belangrijke bron voor gespecialiseerde informatie over het GLB en de plattelandsontwikkeling. Uit recente evaluatie blijkt dat de website door belangrijke belanghebbende organisaties vaak als informatiebron wordt gebruikt.

Tevens werd een belangrijke stap gezet in de richting van meer transparantie over het GLB: een apart hoofdstuk verwijst het belangstellende publiek door naar websites van de lidstaten met informatie over de begunstigden van GLB-subsidies.

Opmerkelijk is ook de lancering van de weblog van Commissaris Fischer Boel begin 2007, van een nieuw, snelgroeiend communicatiemiddel. De e-maildienst "Agriculture Newsdigest", opgezet in 2002, telt inmiddels reeds meer dan 14 000 abonnees wereldwijd.

Het is duidelijk dat de website als communicatie-instrument veel potentieel heeft, ook om een nieuw en jonger publiek te bereiken. De huidige communicatiestrategie van het DG gaat ervan uit dat communicatie via het internet zich verder zal ontwikkelen, met name via interactieve instrumenten.

Enquêtes

DG Landbouw is regelmatig enquêtes blijven houden onder de EU-burgers over het GLB en de plattelandsontwikkeling. Het DG heeft kort geleden de vragen in de Eurobarometer-enquête herzien teneinde het bewustzijn en de kennis van het beleid beter te kunnen meten en verschillende doelgroepen in het grote publiek te kunnen onderscheiden. Dit is ook in overeenstemming met de aanbevelingen van de externe evaluatie.

Bezoeken

Omdat het door het DG opgezette programma voor bezoeken veel potentieel heeft om het grote publiek te bereiken, wordt hieraan meer bekendheid gegeven, zowel op het internet als onder belangstellende hogescholen en universiteiten. Dit is ook in overeenstemming met de aanbevelingen van de externe evaluatie.

IV. De verdeling van uitgaven (vastleggingen en betalingen) tussen subsidies voor voorlichtingsacties op initiatief van derden en die op het initiatief van de Commissie

Tabel 2 |

Begrotingslijn 05.0806: Vastleggingen en betalingen 2003–2006 |

2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2003–2006 |

(**) | In verhouding tot het jaar van vastlegging en het daaropvolgende jaar(n+1-regel). |

Bijlage II: | Overzicht van de rechtstreekse acties van de Commissie voor 2003–2006 |

Bijlage III: | Lijst van afkortingen |

[1] Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid {COM(2003) 235 definitief van 8.5.2003}.

[2] Verordening (EG) nr. 1820/2004 van de Commissie van 20 oktober 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2208/2002 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 320 van 21.10.2004, blz. 14).

[3] Europese Commissie, DG AGRI Contract 2005/0421, Evaluatie van het voorlichtingsbeleid inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid, december 2006.

[4] PB C 252 van 12.10.2005, blz. 28.

[5] PB C 236 van 30.09.2006, blz. 71.

[6] Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie van 12 december 2002 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 337 van 13.12.2002, blz. 21).

[7] Mededeling aan de Commissie "Actieplan tot verbetering van de communicatie over Europa door de Europese Commissie" (SEC(2005) 985) van 20 juli 2005.