Home

Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op kaliumchloride uit Rusland

Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op kaliumchloride uit Rusland

Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op kaliumchloride uit Rusland

Publicatieblad Nr. C 093 van 17/04/2004 blz. 0002 - 0003


Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op kaliumchloride uit Rusland

(2004/C 93/02)

De Commissie heeft een verzoek ontvangen om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002(2) (hierna "de basisverordening" genoemd).

1. Indiener van het verzoek

Het verzoek werd ingediend door JSC Silvinit, een Russische exporteur.

2. Product

Het verzoek heeft betrekking op kaliumchloride, hetzij zonder toegevoegde meststoffen of met toegevoegde meststoffen in speciale samenstellingen, ingedeeld onder de GN-codes 3104 20 10, 3104 20 50, 3104 20 90, ex 3105 20 10, ex 3105 20 90, ex 3105 60 90, ex 3105 90 91, ex 3105 90 99 ("het betrokken product"), uit Rusland. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

3. Thans geldende maatregelen

Momenteel zijn op het betrokken product uit Rusland definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 3068/92 van de Raad(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 969/2000(4).

4. Motivering

Het verzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening is gebaseerd op door de indiener verstrekt bewijsmateriaal dat de omstandigheden waarin de antidumpingmaatregelen werden genomen zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

De indiener van het verzoek heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat er geen sprake is van dumping wanneer een vergelijking wordt gemaakt van de normale waarde, gebaseerd op zijn kosten/binnenlandse prijzen, met zijn prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap. Om de gevolgen van dumping teniet te doen is het daarom niet meer nodig de antidumpingmaatregelen - die op de vroeger vastgestelde dumpingmarge zijn gebaseerd - op het huidige niveau te handhaven.

5. Procedure voor de vaststelling van dumping

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden. Zij heeft derhalve, op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening, een onderzoek geopend dat beperkt zal zijn tot een onderzoek naar dumping wat de indiener van het verzoek betreft.

Bij het onderzoek zal worden onderzocht of de bestaande maatregelen ten aanzien van de indiener van het verzoek moeten worden gehandhaafd, gewijzigd of afgeschaft.

a) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de indiener van het verzoek en aan de Russische autoriteiten. De antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal moet binnen de in punt 6 a) vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt uiteen te zetten en andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 6 a) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 b) vermelde termijn zijn ingediend.

6. Termijnen

a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten binnen veertig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

b) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van veertig dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift "Limited"(5) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld "For inspection by interested parties".

Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

J-79 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en gebruik maken van de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1.

(3) PB L 308 van 24.10.1992, blz. 41.

(4) PB L 112 van 11.5.2000, blz. 4.

(5) Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).