Home

Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (Gecodificeerde versie)

Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (Gecodificeerde versie)

Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (Gecodificeerde versie) /* COM/2004/0035 def. - CNS 2004/0004 */


Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (Gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

[1] COM(87) 868 PV.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 68/414/EEG van de Raad van 20 december 1968 houdende verplichting voor de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden [3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

[4] Zie bijlage I, deel A, bij dit voorstel.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Richtlijn 68/414/EEG en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde richtlijn.

2004/0004 (CNS)

Voorstel voor een 68/414/EEG (aangepast) RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement [5],

[5] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [6],

[6] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 68/414/EEG van de Raad van 20 december 1968 houdende verplichting voor de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden [7] is ingrijpend gewijzigd [8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

[7] PB L 308 van 23.12.1968, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/93/EG (PB L 358 van 31.12.1998, blz. 100).

[8] Zie bijlage I, deel A.

68/414/EEG overweging 1 (aangepast)

(2) Ingevoerde ruwe aardolie en aardolieproducten nemen een belangrijke plaats in bij de bevoorrading van de Gemeenschap met energieproducten. Elke, zelfs tijdelijke moeilijkheid waardoor de leveranties van deze producten uit derde landen worden verminderd, kan ernstige verstoringen in de economische activiteit van de Gemeenschap veroorzaken. Het is derhalve van belang de schadelijke gevolgen van een dergelijke gebeurtenis te kunnen ondervangen of althans verzachten.

68/414/EEG overweging 2 (aangepast)

(3) Een crisis in de voorziening kan onverhoeds ontstaan en het is derhalve onontbeerlijk te voorzien in de nodige middelen om aan een eventuele schaarste het hoofd te bieden.

68/414/EEG overweging 3

(4) Het is daartoe nodig de voorziening met ruwe aardolie en aardolieproducten in de lidstaten beter veilig te stellen door het aanleggen en in stand houden van een minimumvoorraad van de belangrijkste aardolieproducten.

98/93/EEG overweging 8

(5) Het is noodzakelijk dat de voorraden ter beschikking staan van de lidstaten wanneer zich moeilijkheden in de olievoorziening voordoen. De lidstaten dienen over de bevoegdheid en het vermogen te beschikken om toezicht te houden op het gebruik van bedoelde voorraden zodat deze met spoed ter beschikking kunnen worden gesteld van de sectoren waarin de behoefte aan olie zich het meest doet gevoelen.

98/93/EG overweging 9

(6) De organisatorische regelingen voor het in stand houden van de olievoorraden dienen de beschikbaarheid van de voorraden en de toegang voor de consument te waarborgen.

98/93/EG overweging 10 (aangepast)

(7) Het is passend dat de organisatorische regelingen voor het instandhouden van de olievoorraden transparant zijn en een eerlijke en niet-discriminerende verdeling van de lasten voor de opslag van deze voorraden waarborgen. De lidstaten dienen informatie over de kosten voor de opslag van olievoorraden aan geïnteresseerden ter beschikking te kunnen stellen.

98/93/EG overweging 11

(8) Met het oog op de organisatie van de opslag van voorraden, mogen de lidstaten een beroep doen op een stelsel waarbij een specifieke opslaginstantie alle of een gedeelte van de voorraden beheert die deze lidstaten overeenkomstig hun verplichting in stand moeten houden. Het eventuele resterende gedeelte dient te worden opgeslagen door de raffinage-industrie en de andere marktdeelnemers. Een partnership tussen de overheid en de industrie is noodzakelijk om de voorraden op een efficiënte en betrouwbare manier te beheren.

98/93/EG overweging 12 (aangepast)

(9) Een binnenlandse olieproductie draagt als zodanig bij tot de veiligstelling van de voorziening. De evolutie van de oliemarkten in lidstaten met een nationale olieproductie kan een passende afwijking van de in stand te houden olievoorraden rechtvaardigen.De lidstaten dienen ondernemingen te kunnen vrijstellen van de verplichting om voorraden in opslag te houden, voor een hoeveelheid die niet groter is dan de hoeveelheid producten welke die ondernemingen vervaardigen op basis van uit de bodem van de betrokken lidstaat gewonnen olie.

98/93/EG overweging 13

(10) Het is passend een aanpak vast te stellen die reeds door de Gemeenschap en de lidstaten in het kader van hun internationale verplichtingen en overeenkomsten is gevolgd. Gezien de wijzigingen in het verbruik van olieproducten zijn de internationale voorraden van vliegtuigbrandstoffen een belangrijke component van dit verbruik geworden.

98/93/EG overweging 14

(11) Het is nodig te voorzien in communautaire mechanismen voor de statistische rapportage in verband met de olievoorraden.

98/93/EG overweging 15

(12) Olievoorraden dienen in beginsel om het even waar in de Gemeenschap te kunnen worden opgeslagen. Het is daarom passend het aanleggen van voorraden buiten het nationale grondgebied te vergemakkelijken. Het is noodzakelijk dat beslissingen inzake het aanleggen van voorraden buiten het nationale grondgebied worden genomen door de regering van de betrokken lidstaat overeenkomstig de behoeften en overwegingen van veiligheid van de voorziening. Voor ter beschikking van een andere onderneming of instantie aangehouden voorraden zijn meer gedetailleerde regels vereist om de beschikbaarheid en toegangkelijkheid ervan ingeval van moeilijkheden in de olievoorziening te waarborgen.

98/93/EG overweging 16

(13) Met het oog op de goede werking van de interne markt is het wenselijk het sluiten van overeenkomsten tussen de lidstaten betreffende het in opslag houden van minimumvoorraden aan te moedigen teneinde het gebruik van opslagvoorzieningen in andere lidstaten te bevorderen. Het besluit om een dergelijke overeenkomst te sluiten dient door de betrokken lidstaten te worden genomen.

98/93/EG overweging 17 (aangepast)

(14) Het is passend het administratieve toezicht op de voorraden te verzekeren en doeltreffende mechanismen voor het toezicht op en de verificatie van de voorraden in te voeren. Een sanctieregeling is noodzakelijk om de daadwerkelijke invoering van een dergelijk toezicht te waarborgen.

(15) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, te weten het veiligstellen van de voorziening van de oliebevoorrading in de Gemeenschap door middel van betrouwbare en transparante regelingen op basis van de solidariteit tussen de lidstaten, wegens de vereiste samenhang en verbondenheid binnen de gemeenschappelijke markt, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(16) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

68/414/EEG

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

98/93/EG art. 1, punt 1 (aangepast)

Artikel 1

1. De lidstaten nemen alle passende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan om, behoudens het bepaalde in artikel 10 , in de Gemeenschap voor elk van de in artikel 2 bedoelde categorieën permanent een niveau voor de voorraden aardolieproducten in stand te houden dat gelijk is aan ten minste negentig dagen gemiddeld binnenlands verbruik per dag in het in artikel 4 , lid 2, bedoelde voorafgaande kalenderjaar.

2. Het gedeelte van het binnenlands verbruik dat wordt gedekt door derivaten van de uit de bodem van de betrokken lidstaat gewonnen aardolie, kan worden afgetrokken tot een maximum van 25 % van bedoeld verbruik. Voor de spreiding binnen de lidstaten van dat aftrekbaar percentage is een besluit van de betrokken lidstaat nodig.

68/414/EEG (aangepast)

1 98/93/EG art. 1, punt 3

Artikel1 2

Voor de berekening van het binnenlands verbruik worden de volgende categorieën producten in aanmerking genomen:

a) autobenzines en brandstoffen voor vliegtuigen (vliegtuigbenzine, brandstoffen voor straalvliegtuigen van het benzinetype) ;

b) gasoliën, dieseloliën, kerosine (lamppetroleum of lampolie) en brandstoffen voor straalvliegtuigen van het kerosinetype ;

c) stookoliën.

98/93/EG art. 1, punt 3

Voor de berekening van het binnenlands verbruik worden bunkervoorraden voor de zeevaart niet in aanmerking genomen.

98/93/EG art. 1, punt 4

Artikel 3

1. De overeenkomstig artikel 1 in opslag gehouden voorraden staan in geval van moeilijkheden met de olievoorziening volledig ter beschikking van de lidstaten. De lidstaten zorgen ervoor dat zij de wettelijke bevoegdheid hebben om in dergelijke omstandigheden toe te zien op het gebruik van die voorraden.

In alle andere omstandigheden zorgen de lidstaten ervoor dat die voorraden beschikbaar en toegankelijk zijn. Zij voeren regelingen in om de identificatie en inventarisatie van, en het toezicht op de voorraden mogelijk te maken.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat hun regelingen voor het beheer van de voorraden eerlijk en niet-discriminerend zijn.

De kosten van het overeenkomstig artikel 1 in opslag houden van de voorraden moeten via een transparante regeling worden gespecificeerd. In dit verband kunnen de lidstaten maatregelen nemen om passende informatie betreffende de opslagkosten overeenkomstig artikel 1 te verkrijgen en die informatie ter beschikking te stellen van belanghebbende partijen.

3. Om aan het bepaalde in de leden 1 en 2 te voldoen, mogen de lidstaten een beroep doen op een opslaginstantie die verantwoordelijk is voor het beheer van alle of een gedeelte van de voorraden.

Twee of meer lidstaten mogen een gemeenschappelijke opslaginstantie inschakelen. In dat geval zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

98/93/EG art. 1, punt 5 (aangepast)

Artikel 4

1. De lidstaten verstrekken de Commissie een overeenkomstig artikel 5 , lid 2 en artikel 6 opgesteld statistisch overzicht van de aan het einde van iedere maand aanwezige voorraden, onder opgave van het aantal dagen gemiddeld verbruik in het voorafgaande kalenderjaar dat die voorraden vertegenwoordigen. Dit overzicht moet worden verstrekt uiterlijk de vijfentwintigste dag van de tweede maand na het einde van de maand in kwestie.

2. De opslagverplichting van een lidstaat wordt gebaseerd op zijn interne verbruik van het voorafgaande kalenderjaar. Aan het begin van elk kalenderjaar en uiterlijk op 31 maart van elk jaar berekenen de lidstaten opnieuw hun opslagverplichting. Zij zorgen ervoor dat zij zo spoedig mogelijk en in ieder geval uiterlijk op 31 juli van elk jaar voldoen aan hun nieuwe verplichtingen.

3. In het statistisch overzicht wordt de voorraad brandstof voor straalvliegtuigen van het kerosinetype afzonderlijk vermeld onder de categorie bedoeld in artikel 2, onder b).

98/93/EG art. 1, punt 6 (aangepast)

Artikel 5

1. De krachtens artikel 1 in opslag te houden voorraden mogen worden aangehouden in de vorm van ruwe aardolie en halffabrikaten, alsook in de vorm van eindproducten.

2. In het statistisch overzicht van de aan het einde van elke maand bestaande voorraden worden eindproducten opgenomen voor de werkelijke hoeveelheid .

Ruwe aardolie en halffabrikaten worden opgenomen:

a) in verhouding tot de hoeveelheden voor elke categorie van de in de raffinaderijen van de betrokken lidstaat gedurende het voorafgaande kalenderjaar verkregen producten; of

b) op basis van de productieprogramma's van de raffinaderijen van de betrokken lidstaat voor het lopende jaar; of

c) op basis van de verhouding tussen, enerzijds, de totale hoeveelheid van de aan de opslagverplichting onderworpen producten die gedurende het voorafgaande kalenderjaar in de betreffende lidstaat zijn vervaardigd en, anderzijds, de hoeveelheid ruwe aardolie die gedurende hetzelfde jaar is gebruikt, dit tot ten hoogste 40 % van de totale verplichting voor de eerste en de tweede categorie (benzine en gasolie) en tot ten hoogste 50 % voor de derde categorie (stookolie).

3. Indien mengproducten bestemd zijn voor verwerking tot de in artikel 2 genoemde eindproducten, kunnen zij de producten tot de vervaardiging waarvan zij bestemd zijn, vervangen.

68/414/EEG

Artikel 6

98/93/EG art. 1, punt 7, onder a) (aangepast)

1. Voor de berekening van het in artikel 1 bedoelde minimumniveau worden alleen de overeenkomstig artikel 3, lid 1, in opslag gehouden hoeveelheden opgenomen in het statistisch overzicht.

68/414/EEG (aangepast)

2. Met inachtneming van de in lid 1 bedoelde voorwaarden kunnen in de voorraden worden begrepen:

a) hoeveelheden aan boord van olietankschepen die zich in een haven bevinden om aldaar na vervulling van de havenformaliteiten te worden gelost;

b) hoeveelheden die zijn opgeslagen in loshavens;

c) hoeveelheden in tanks bij het beginpunt van oliepijpleidingen;

d) hoeveelheden in tanks van raffinaderijen, met uitsluiting van zich in leidingen en verwerkingsinstallaties bevindende hoeveelheden;

e) hoeveelheden in opslagplaatsen van raffinaderijen en van ondernemingen die zich bezighouden met invoer, opslag of groothandel;

f) hoeveelheden in opslagplaatsen van bedrijven met een groot verbruik, welke beantwoorden aan de nationale bepalingen betreffende de verplichting tot permanente opslag;

g) hoeveelheden in lichters en kustvaarders, die binnen de landsgrenzen onderweg zijn en op voorwaarde dat daarop door de verantwoordelijke autoriteiten toezicht kan worden uitgeoefend, indien deze hoeveelheden onverwijld ter beschikking kunnen worden gesteld.

98/93/EG art. 1, punt 7, onder c) (aangepast)

3. Van opneming in het statistisch overzicht worden met name uitgesloten : nog niet gewonnen binnenlandse aardolievoorraden, hoeveelheden die bestemd zijn voor bunkervoorraden voor de zeevaart, hoeveelheden die zich in rechtstreeks transitoverkeer bevinden, met uitzondering van de in artikel 7, lid 1, bedoelde voorraden, en hoeveelheden die in pijpleidingen, tankauto's, tankwagons, reservoirs van distributiestations en bij kleine verbruikers aanwezig zijn.

Voorts moeten van het statistisch overzicht worden uitgesloten, de hoeveelheden die door de strijdkrachten worden aangehouden, alsmede die welke bij de aardoliemaatschappijen voor hen zijn gereserveerd.

98/93/EG art. 1, punt 7, onder b) (aangepast)

Artikel 7

1. Voor de toepassing van deze richtlijn kunnen in het kader van intergouvernementele overeenkomsten op het grondgebied van een lidstaat voorraden worden aangelegd voor rekening van in een andere lidstaat gevestigde ondernemingen. De beslissingen om een deel van de voorraden buiten het nationale grondgebied in opslag te houden worden genomen door de regering van de betrokken lidstaat. Een besluit om een deel van de voorraden van een lidstaat buiten het nationale grondgebied op te slaan, moet door de regering van die lidstaat worden genomen.

De lidstaat op het grondgebied waarvan de voorraden in het kader van een dergelijke overeenkomst zijn opgeslagen, mag zich niet verzetten tegen de overbrenging van die voorraden naar de andere lidstaat voor rekening waarvan voorraden krachtens die overeenkomst zijn opgeslagen. Hij controleert deze voorraden conform de in de overeenkomst gespecificeerde procedures, maar neemt ze niet op in zijn statistisch overzicht. De lidstaat waarvoor deze voorraden bestemd zijn, mag ze in zijn eigen statistisch overzicht opnemen.

Iedere lidstaat zendt, samen met het statistisch overzicht, aan de Commissie een overzicht toe van de op zijn grondgebied voor rekening van een andere lidstaat opgeslagen voorraden, alsmede van de in andere lidstaten voor eigen rekening opgeslagen voorraden. In beide gevallen worden de opslaglocaties en/of ondernemingen die de voorraden in opslag houden, de opgeslagen hoeveelheden en productcategorieën -- of ruwe olie -- opgenomen in het overzicht.

2. De ontwerpen van de in lid 1 genoemde overeenkomsten worden aan de Commissie medegedeeld . D eze kan de betrokken regeringen haar opmerkingen kenbaar maken. Wanneer de overeenkomsten gesloten zijn, worden zij medegedeeld aan de Commissie, die ze ter kennis brengt van de overige lidstaten.

Bedoelde overeenkomsten moeten aan de volgende voorwaarden voldoen. Zij moeten:

a) betrekking hebben op ruwe aardolie en op alle in artikel 2 bedoelde aardolieproducten;

b) de voorwaarden en regelingen aangeven voor het in stand houden van de voorraden, zodat het toezicht op en de beschikbaarheid van de voorraden worden gegarandeerd;

c) de procedures aangeven voor het toezicht op en de identificatie van de voorgeschreven voorraden, onder andere de methoden voor de uitvoering van en de samenwerking bij inspecties;

d) in beginsel voor onbeperkte duur worden gesloten;

e) nader bepalen dat, indien in unilaterale opzegging wordt voorzien, hiervan geen gebruik mag worden gemaakt in geval van crisis in de voorziening en dat de Commissie steeds van tevoren van iedere opzegging in kennis wordt gesteld.

3. Wanneer de krachtens intergouvernementele overeenkomsten aangelegde voorraden geen eigendom zijn van de onderneming of instantie die de voorraden in stand moet houden, maar ter beschikking van deze onderneming of instantie worden gehouden door een andere onderneming of instantie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

a) de begunstigde onderneming of instantie heeft contractueel het recht deze voorraden gedurende de hele looptijd van het contract te verwerven; de wijze waarop de prijs van een dergelijke aankoop wordt bepaald, moet overeengekomen zijn tussen de partijen;

b) de minimumlooptijd van een dergelijk contract is negentig dagen;

c) de opslaglocatie en/of de ondernemingen die de voorraden ter beschikking van de begunstigde onderneming of instantie houden, alsmede de hoeveelheid en categorie van het aldaar opgeslagen product of de ruwe aardolie, moeten worden vermeld;

d) de daadwerkelijke beschikbaarheid van de voorraden voor de begunstigde onderneming of instantie moet gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst te allen tijde worden gewaarborgd door de onderneming of instantie die de voorraden ter beschikking van de begunstigde onderneming of instantie houdt;

e) de onderneming of instantie die de voorraden ter beschikking van de begunstigde onderneming of instantie houdt, moet wat de controle en inspectie van de voorraden betreft onderworpen zijn aan de rechtsmacht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de voorraden worden gehouden.

98/93/EG art. 1, punt 8

Artikel 8

De lidstaten nemen alle nodige bepalingen aan en nemen alle nodige maatregelen om de controle en het toezicht op de voorraden te waarborgen. Zij voeren mechanismen in om de voorraden overeenkomstig de voorschriften van deze richtlijn te inspecteren.

98/93/EG art. 1, punt 9 (aangepast)

Artikel 9

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die gelden voor overtredingen van de overeenkomstig deze richtlijn ingevoerde nationale bepalingen en nemen alle voor de uitvoering ervan noodzakelijke maatregelen. Die sancties moeten doeltreffend, evenbredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie van deze bepalingen in kennis.

68/414/EEG art. 7 (aangepast)

Artikel 10

1. In geval van moeilijkheden bij de aardolievoorziening in de Gemeenschap belegt de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief een bijeenkomst van de lidstaten voor onderling overleg.

2. Behalve in geval van bijzondere dringende noodzaak of voor het voldoen aan geringe lokale behoeften, onthouden de lidstaten zich ervan om, vóór het in lid 1 bedoelde overleg, zoveel aan de voorraden te onttrekken dat deze beneden het verplichte minimum komen.

3. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van alle onttrekkingen aan de reservevoorraden en doen zo spoedig mogelijk mededeling van:

a) de datum waarop de voorraden beneden het verplichte minimum zijn gekomen;

b) de redenen van deze onttrekkingen;

c) de eventueel getroffen maatregelen om de voorraden weer op peil te brengen;

d) zo mogelijk, de vermoedelijke ontwikkeling van de voorraden in de periode dat deze beneden het verplichte minimum blijven.

Artikel 11

Richtlijn 68/414/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage I, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 12

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

68/414/EEG art. 9

Artikel 13

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, op [...]

Voor de Raad

De Voorzitter

[...]

BIJLAGE I

Deel A

Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende wijzigingen ervan (bedoeld in artikel 11)

Richtlijn 68/414/EEG van de Raad // (PB L 308 van 23.12.1968, blz. 14)

//

Richtlijn 98/93/EG van de Raad // (PB L 358 van 31.12.1998, blz. 100)

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 11)

Richtlijn // Omzettingstermijn

68/414/EEG // 1 januari 1971

//

98/93/EG // 1 januari 2000

BIJLAGE II

Concordantietabel

Richtlijn 68/414/EEG // De onderhavige richtlijn

Artikel 1 // Artikel 1

Artikel 2, eerste alinea, aanhef // Artikel 2, eerste alinea, aanhef

Artikel 2, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 2, eerste alinea, onder a)

Artikel 2, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 2, eerste alinea, onder b)

Artikel 2, eerste alinea, derde streepje // Artikel 2, eerste alinea, onder c)

Artikel 2, tweede alinea // Artikel 2, tweede alinea

Artikel 3 // Artikel 3

Artikel 4, eerste alinea // Artikel 4, lid 1

Artikel 4, tweede alinea // Artikel 4, lid 2

Artikel 4, derde alinea // Artikel 4, lid 3

Artikel 5, eerste alinea // Artikel 5, lid 1

Artikel 5, tweede alinea, aanhef // Artikel 5, lid 2, aanhef

Artikel 5, tweede alinea, eerste streepje // Artikel 5, lid 2, onder a)

Artikel 5, tweede alinea, tweede streepje // Artikel 5, lid 2, onder b)

Artikel 5, tweede alinea, derde streepje // Artikel 5, lid 2, onder c)

Artikel 5, derde alinea // Artikel 5, lid 3

Artikel 6, lid 1 // Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, eerste alinea // Artikel 7, lid 1, eerste alinea

Artikel 6, lid 2, tweede alinea // Artikel 7, lid 1, tweede alinea

Artikel 6, lid 2, derde alinea // Artikel 7, lid 1, derde alinea

Artikel 6, lid 2, vierde alinea // Artikel 7, lid 2, eerste alinea

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, aanhef // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, aanhef

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, eerste streepje // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, onder a)

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, tweede streepje // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, onder b)

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, derde streepje // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, onder c)

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, vierde streepje // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, onder d)

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea, vijfde streepje // Artikel 7, lid 2, tweede alinea, onder e)

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, aanhef // Artikel 7, lid 3, aanhef

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, eerste streepje // Artikel 7, lid 3, onder a)

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, tweede streepje // Artikel 7, lid 3, onder b)

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, derde streepje // Artikel 7, lid 3, onder c)

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, vierde streepje // Artikel 7, lid 3, onder d)

Artikel 6, lid 2, zesde alinea, vijfde streepje // Artikel 7, lid 3, onder e)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, aanhef // Artikel 6, lid 2, aanhef

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 6, lid 2, onder a)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 6, lid 2, onder b)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, derde streepje // Artikel 6, lid 2, onder c)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, vierde streepje // Artikel 6, lid 2, onder d)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, vijfde streepje // Artikel 6, lid 2, onder e)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, zesde streepje // Artikel 6, lid 2, onder f)

Artikel 6, lid 3, eerste alinea, zevende streepje // Artikel 6, lid 2, onder g)

Artikel 6, lid 3, tweede alinea, eerste zin // Artikel 6, lid 3, eerste alinea

Artikel 6, lid 3, tweede alinea, tweede zin // Artikel 6, lid 3, tweede alinea

Artikel 6 bis // Artikel 8

Artikel 6 ter // Artikel 9

Artikel 7, eerste alinea // Artikel 10, lid 1

Artikel 7, tweede alinea // Artikel 10, lid 2

Artikel 7, derde alinea, aanhef // Artikel 10, lid 3, aanhef

Artikel 7, derde alinea, eerste streepje // Artikel 10, lid 3, onder a)

Artikel 7, derde alinea, tweede streepje // Artikel 10, lid 3, onder b)

Artikel 7, derde alinea, derde streepje // Artikel 10, lid 3, onder c)

Artikel 8 // -----------

----------- // Artikel 11

----------- // Artikel 12

Artikel 9 // Artikel 13

----------- // Bijlage I

----------- // Bijlage II