Home

Advies van het Comité van de Regio' s over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

Advies van het Comité van de Regio' s over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

Advies van het Comité van de Regio' s over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water CdR 304/95

Publicatieblad Nr. C 100 van 02/04/1996 blz. 0134


Advies over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (96/C 100/26)

Het Comité van de Regio's heeft op 19 juli 1995 besloten, onder verwijzing naar artikel 198 C van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, een initiatiefadvies op te stellen over het voornoemde voorstel.

Commissie 5 "Ruimtelijke ordening - Milieu - Energie" was met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden belast. Rapporteur was de heer Tellerup.

Het Comité van de Regio's heeft tijdens zijn op 20 en 21 september 1995 gehouden negende zitting (vergadering van 21 september 1995) het volgende advies uitgebracht.

Achtergrond van het Commissievoorstel

Met het Commissievoorstel wordt beoogd, Richtlijn 80/778/EEG betreffende de kwaliteit van drinkwater te vereenvoudigen, te consolideren en bij te werken.

Het is aldus de bedoeling, de richtlijn aan de wetenschappelijke en technologische vooruitgang aan te passen.

Tegelijkertijd moet de richtlijn in overeenstemming worden gebracht met het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het bijzonder met het subsidiariteitsbeginsel ingevolge de in artikel 3 B opgenomen bepaling dat de Gemeenschap alleen mag optreden voor zover dit voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag noodzakelijk is. De nadruk wordt nu gelegd op naleving van essentiële kwaliteits- en gezondheidsparameters, waarbij de lid-staten de vrijheid wordt gelaten om aanvullende parameters vast te stellen indien zij dit nodig achten.

Gezien de uiteenlopende natuurlijke en sociaal-economische omstandigheden in de regio's van de Unie is het noodzakelijk dat de meeste beslissingen inzake controle, analyse en corrigerende maatregelen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel op lokaal, regionaal of nationaal niveau worden genomen.

Het belangrijkste doel van de richtlijn is bescherming van de volksgezondheid en de juridische basis wordt daarom gevormd door artikel 130 S van het Verdrag.

Achtergrond

De levering van drinkwater aan de bevolking is een gebied waarop regionale en lokale overheden belangrijke bevoegdheden hebben en dat voor hen van grote waarde is.

Regionale en lokale overheden zijn dan ook geïnteresseerd in de vaststelling van richtsnoeren voor drinkwatervoorziening. Dergelijke richtsnoeren zijn van belang voor de taken die zij op milieugebied en in sommige landen op het gebied van de drinkwatervoorziening vervullen. Bovendien beïnvloeden richtsnoeren de economische situatie in de lokale gemeenschappen.

Opmerkingen

1. Het Comité van de Regio's is ingenomen met de herziening van de Richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van drinkwater, waarmee in de eerste plaats wordt beoogd, deze richtlijn in overeenstemming te brengen met de in het Verdrag betreffende de Europese Unie opgenomen passages over het subsidiariteitsbeginsel en het voorzorgsbeginsel.

Het Comité is het er dan ook mee eens dat in de richtlijn alleen die parameters zijn opgenomen die essentieel worden geacht voor de bescherming van de volksgezondheid in de gehele Unie, terwijl de lid-staten de vrijheid wordt gelaten om strengere normen en normen voor aanvullende parameters vast te stellen wanneer regionale of lokale omstandigheden dit vereisen.

Het Comité vindt het eveneens een goede zaak dat met het voorstel thans een flexibeler wetgevend kader wordt geboden waarbinnen de uitvoerende overheden corrigerende maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid kunnen treffen.

2. Het Comité is het ermee eens dat artikel 130 S de rechtsgrondslag voor de voorgestelde richtlijn dient te vormen, omdat bescherming van de volksgezondheid de belangrijkste doelstelling van de richtlijn is. Wel beschouwt het drinkwater als een produkt dat vrij binnen de Unie verhandeld moet kunnen worden.

Het Comité vindt dat moet worden benadrukt dat de belangrijkste doelstelling van de richtlijn bescherming van de volksgezondheid, consumenten en het milieu is.

Het Comité is van mening dat opname van de "vrijhandelsclausule" in de richtlijn een verzwakking betekent van het principiële kenmerk dat de juridische basis voor de richtlijn is veranderd in artikel 130 S.

3. Het Comité vindt het een goede zaak dat lid-staten de vrijheid krijgen strengere normen in te voeren dan de vastgestelde normen en, indien plaatselijke omstandigheden dit vereisen, waarden vast te stellen voor aanvullende parameters. Volgens het Comité mag in alle redelijkheid van de bevoegde autoriteiten geëist worden dat zij Raad en Commissie op de hoogte stellen van de manier waarop en de mate waarin zij strengere normen invoeren en waarden voor aanvullende parameters vaststellen. Het is echter onredelijk dat dergelijke maatregelen alleen na toestemming van de Commissie mogen worden getroffen.

4. Het Comité vindt het belangrijk dat gekozen wordt voor noodzakelijke en adequate parameters om de algemene drinkwaterkwaliteit in de gehele Unie te waarborgen.

De parameters moeten worden gemeten met de beste beschikbare technieken en met behulp van methoden die in alle lid-staten dezelfde waterkwaliteit garanderen. In Bijlage III moeten daarom niet alleen de prestatiekenmerken van de parameters worden omschreven; ook dient hierin bij wijze van voorbeeld een liefst door CEN gestandaardiseerde methode komen te staan waarmee aan de in tabel 2.1 aangegeven betrouwbaarheidsvereisten kan worden voldaan.

Verder stroken de in paragraaf 3 aangegeven methoden voor het meten van microbiologische parameters volgens het Comité niet met de beste beschikbare technieken van tegenwoordig. Bovendien wordt met deze methoden geen rekening gehouden met de huidige werkzaamheden van CEN.

5. Het Comité staat dan ook achter de vereenvoudiging van de parameters, waarmee onder meer wordt voorkomen dat de tenuitvoerlegging van de richtlijn een onnodig kostbare zaak wordt. Het waarschuwt evenwel tegen het weglaten van belangrijke gegevens over de waterkwaliteit.

De in de richtlijn opgenomen lijst met parameters moet daarom worden aangevuld met de verplichting om de bekende microbiologische parameters onder voortdurend toezicht te analyseren. Aangenomen wordt dat deze parameters op de aanwezigheid van ziektekiemen in het water kunnen duiden.

6. Water met een meetbaar pesticidegehalte mag in principe niet als drinkwater worden gebruikt.

Het Comité vindt het dan ook een goede zaak dat de huidige parameterwaarden voor pesticiden onverkort in het richtlijnvoorstel gehandhaafd worden.

Het Comité wijst er bovendien op dat afbraakprodukten van bestrijdingsmiddelen vermoedelijk hetzelfde effect op de volksgezondheid hebben als pesticiden zelf.

Het richtlijnvoorstel bevat geen parameterwaarde voor de totale concentratie van pesticiden in drinkwater.

Aangezien er nog onvoldoende wetenschappelijk onderzoek naar het effect van combinaties van pesticiden op de volksgezondheid is gedaan, dringt het Comité aan op handhaving van de huidige parameterwaarde voor de totale concentratie van pesticiden; in dit soort gevallen moet worden uitgegaan van het voorzorgsbeginsel.

7. Met het oog op de volksgezondheid, met name de gezondheid van kinderen, steunt het Comité het initiatief om de toegestane loodconcentratie in drinkwater te reduceren. Deze kwestie krijgt terecht veel aandacht. De parameterwaarde die wordt voorgesteld, moet ervoor zorgen dat water op den duur loodvrij wordt. Loodconcentraties in kraanwater lopen door verschillende lokale omstandigheden sterk uiteen.

Het Comité ziet ook in dat een aanzienlijk gedeelte van het lood in drinkwater het gevolg is van loden pijpen in woningen, en dat bewoners diep in de buidel moeten tasten als besloten wordt alle loden pijpleidingen te vervangen. Op de middellange termijn kan het loodgehalte fors worden verminderd door het water op andere manieren te zuiveren en loden pijpleidingen te vervangen.

Materialen die loden pijpleidingen vervangen, moeten zonder uitzondering zorgvuldig worden uitgezocht. Bij de keuze van vervangingsmaterialen die in contact komen met drinkwater, moet als voorwaarde gelden dat deze het loodgehalte niet verhogen.

Het voorstel is van toepassing op het openbare distributienet voor drinkwater. Tot grote zorg van het Comité geldt de parameterwaarde voor lood niet voor kraanwater waarvoor anderen (zoals in het geval van woningen, scholen, ziekenhuizen, restaurants, ruimten waar voedsel wordt bereid) verantwoordelijk zijn. Het Comité dringt er daarom op aan dat EU-middelen worden vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat alle loden pijpleidingen zo snel als praktisch mogelijk is worden vervangen.

8. Tetrachlooretheen en trichlooretheen zijn bekende verontreinigende stoffen die afkomstig zijn van de industrie en vaak voorkomen in onbehandeld water in de buurt van steden. Zij zijn vermoedelijk kankerverwekkend.

Het Comité dringt er dan ook op aan dat de parameterwaarden worden aangescherpt.

9. De aanwezigheid van bijprodukten van desinfectie in drinkwater is niet wenselijk, maar wel noodzakelijk, zolang er geen alternatieve desinfecteringsmethoden ontwikkeld en in gebruik genomen zijn.

Het Comité dringt erop aan dat de bijlage wordt aangevuld met een op de huidige toxologische gegevens gebaseerde richtwaarde voor deze stoffen. Een dergelijke maatregel zou kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van alternatieve methoden.

10. De levering van goed en gezond drinkwater in Europa is een belangrijke taak die op de belangstelling van de bevolking kan rekenen. Het Comité hecht dan ook grote waarde aan voorlichting en advies op dit gebied.

Het Comité staat daarom achter het voornemen om de burgers beter over de kwaliteit van drinkwater te informeren.

Conclusie

Concluderend verklaart het Comité van de Regio's het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de kwaliteit van drinkwater (doc. COM(94) 612 def.) te steunen. Het wenst evenwel de volgende kanttekeningen te plaatsen:

1. Het Comité dringt erop aan dat de procedure voor het vaststellen van strengere en aanvullende eisen voor de kwaliteit van drinkwater wordt beperkt tot een verplichting om de Commissie van de voorgenomen maatregelen op de hoogte te stellen.

2. Het Comité dringt erop aan dat de parameters zodanig worden gekozen dat de noodzakelijke microbiologische kwaliteit van drinkwater wordt gewaarborgd.

3. Het Comité stelt voor, de parameterwaarde voor de totale concentratie van pesticiden te handhaven en afbraakprodukten van bestrijdingsmiddelen in de richtlijn op te nemen.

4. Het Comité acht het een goede zaak dat de parameterwaarde voor lood met het oog op de volksgezondheid wordt aangescherpt, maar wijst erop dat communautaire steun noodzakelijk is gezien de bijzonder hoge kosten die naleving van deze eis met zich zal brengen.

5. Het Comité dringt erop aan dat bij het vaststellen van parameterwaarden voor de stoffen trichlooretheen en tetrachlooretheen grote waarde aan het voorzorgsbeginsel wordt gehecht.

6. Het Comité is van mening dat de richtlijn de ontwikkeling en het gebruik van alternatieve desinfecteringsmethoden moet stimuleren.

7. Het Comité vindt dat ook verontreiniging van onbehandeld water als mogelijke oorzaak van een verstoring van de kwaliteit van drinkwater in aanmerking moet worden genomen.

8. Volgens het Comité is sulfietreducerend Clostridium een nuttig indicatororganisme, maar onbetrouwbaar als basisindicator voor vervuiling. De WGO raadt gebruik ervan bij routinecontroles dan ook af. Aanbevolen wordt daarom deze parameter van Bijlage I deel A over te hevelen naar Bijlage I deel C en de bestaande parameterwaarde van <1/20 ml te handhaven.

9. Het Comité vindt het een goede zaak dat de parameterwaarde voor nitriet in geval van chlooraminering wordt aangepast, omdat de vorming van chloroform en broomdichloormethaan (bijprodukten van desinfectie) hierdoor wordt beperkt.

10. Het Comité kan zich vinden in het voorstel bij de toepassing van de Richtlijn meer transparantie te betrachten.

11. Het Comité acht het in het belang van een preventieve drinkwaterbescherming noodzakelijk dat alle richtlijnen die invloed uitoefenen op waterbescherming, met name de richtlijnen over grond-, oppervlakte- en drinkwater, alsook de richtlijn over het in de handel brengen van fytosanitaire produkten, op een hoog beschermingsniveau op één noemer en met elkaar in overeenstemming worden gebracht.

Brussel, 21 september 1995.

De voorzitter van het Comité van de Regio's

J. BLANC