Home

Besluit (EU) 2022/997 van de Raad van 7 april 2022 betreffende het tijdens de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen namens de Europese Unie in te nemen standpunt ten aanzien van het voorstel tot wijziging van bijlage A bij dat verdrag

Besluit (EU) 2022/997 van de Raad van 7 april 2022 betreffende het tijdens de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen namens de Europese Unie in te nemen standpunt ten aanzien van het voorstel tot wijziging van bijlage A bij dat verdrag

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (het “verdrag”) is op 17 mei 2004 in werking getreden en is namens de Unie gesloten bij Besluit 2006/507/EG van de Raad(1).

  2. Het Verdrag van Stockholm is in de Unie ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad(2).

  3. Krachtens artikel 8 van het verdrag kan de Conferentie van de Partijen bij het verdrag chemische stoffen opnemen in de bijlagen A, B en/of C bij het verdrag en de controlemaatregelen met betrekking tot dergelijke chemische stoffen specificeren.

  4. Tijdens haar tiende vergadering zal de Conferentie van de Partijen bij het verdrag naar verwachting een besluit vaststellen om nog meer chemische stoffen in bijlage A bij het verdrag op te nemen.

  5. Ter bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu tegen verdere lozingen van perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), zouten daarvan en aan PFHxS verwante verbindingen moeten de productie en het gebruik van die chemische stoffen wereldwijd worden beperkt of beëindigd en moet de opname ervan in de desbetreffende bijlagen bij het verdrag worden ondersteund.

  6. Het is passend het tijdens de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen namens de Europese Unie in te nemen standpunt ten aanzien van de wijzigingen van bijlage A te bepalen, aangezien deze wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie tijdens de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen in te nemen standpunt bestaat erin om haar steun te geven aan de opneming van perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), zouten daarvan en aan PFHxS verwante verbindingen in bijlage A bij het verdrag, met inachtneming van de desbetreffende aanbevelingen van de Toetsingscommissie persistente organische verontreinigende stoffen, zonder specifieke vrijstellingen.

Artikel 2

In het licht van de ontwikkelingen tijdens de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten tijdens de coördinatievergaderingen ter plaatse, instemmen met kleine wijzigingen van het in artikel 1 bedoelde standpunt, zonder dat de Raad daartoe een nieuw besluit moet vaststellen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 7 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Denormandie