Home

Besluit (EU) 2017/1198 van de Europese Centrale Bank van 27 juni 2017 betreffende de rapportage van financieringsplannen van kredietinstellingen door nationale bevoegde autoriteiten aan de Europese Centrale Bank (ECB/2017/21)

Besluit (EU) 2017/1198 van de Europese Centrale Bank van 27 juni 2017 betreffende de rapportage van financieringsplannen van kredietinstellingen door nationale bevoegde autoriteiten aan de Europese Centrale Bank (ECB/2017/21)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen(1), en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17)(2), en met name artikel 21,

Gezien het voorstel van de Raad van toezicht,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 19 juni 2014 stelde de Europese Bankautoriteit (EBA) haar richtsnoeren vast betreffende geharmoniseerde definities en templates voor financieringsplannen van kredietinstellingen krachtens Aanbeveling A4 van ESRB/2012/2(3) (hierna de „EBA-richtsnoeren” genoemd). De EBA-richtsnoeren beogen de invoering van consistente, efficiënte en effectieve toezichtpraktijken middels geharmoniseerde templates en definities om de rapportage van financieringsplannen door kredietinstellingen te vergemakkelijken.

  2. De EBA-richtsnoeren zijn gericht tot de bevoegde autoriteiten, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad(4), en tot de instellingen die financieringsplannen rapporteren aan hun bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationale implementatiekader van Aanbeveling ESRB/2012/2 van het Europees Comité voor systeemrisico's(5).

  3. Met het exclusieve oogmerk om de haar bij artikel 4, leden 1 en 2, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 opgedragen taken uit te voeren, wordt de Europese Centrale Bank (ECB), in voorkomend geval, aangemerkt als de bevoegde autoriteit of de aangewezen autoriteit in de deelnemende lidstaten zoals vastgelegd door Uniewetgeving. Derhalve is de ECB de geadresseerde van de EBA-richtsnoeren ten aanzien van kredietinstellingen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 zijn ingedeeld als belangrijk.

  4. Om te voldoen aan de EBA-richtsnoeren moet de ECB waarborgen dat de kredietinstellingen hun financieringsplannen rapporteren overeenkomstig de geharmoniseerde templates en definities, zoals bedoeld in de aan de EBA-richtsnoeren aangehechte financieringsplantemplate.

  5. De nationale bevoegde autoriteiten zullen de ECB met name alle informatie verstrekken die zij nodig heeft om de haar bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 opgedragen taken te vervullen, zulks overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 en artikel 21 van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17), onverminderd de ECB-bevoegdheid om rechtstreeks gerapporteerde informatie van kredietinstellingen te ontvangen, dan wel daartoe doorlopend rechtstreekse toegang te hebben.

  6. Overwegende dat de informatie inzake financieringsplannen noodzakelijk is voor micro- en macroprudentiële doeleinden, heeft de ECB besloten van de nationale bevoegde autoriteiten te verlangen dat zij de ECB de financieringsplannen van kredietinstellingen verstrekken.

  7. De wijze waarop nationale bevoegde autoriteiten de ECB de financieringsplannen verstrekken, moet nader uitgewerkt worden. Met name het formaat, de frequentie en de timing van die informatie-indiening, alsook de details van de door nationale bevoegde autoriteiten voorafgaande aan de indiening bij de ECB uitgevoerde kwaliteitscontroles, moeten nader uitgewerkt worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Toepassingsgebied

Dit besluit vergt van nationale bevoegde autoriteiten dat zij financieringsplannen van bepaalde belangrijke en minder belangrijke kredietinstellingen aan de ECB verstrekken, en stelt de procedures vast betreffende de indiening van die financieringsplannen bij de ECB.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van dit Richtsnoer zijn de in Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17) opgenomen definities van toepassing, zulks samen met de hiernavolgende definities:

    1) „belangrijke kredietinstelling” :
    een kredietinstelling die de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17), en
    2) „minder belangrijke kredietinstelling” :
    een kredietinstelling die niet de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17).

Artikel 3 Vereisten voor de rapportage van financieringsplannen

1.

Nationale bevoegde autoriteiten verstrekken de ECB met de EBA-richtsnoeren strokende financieringsplannen van de volgende in hun respectieve lidstaat gevestigde kredietinstellingen:

  1. belangrijke kredietinstellingen op het hoogste consolidatieniveau in de deelnemende lidstaten op een geconsolideerde basis;

  2. belangrijke kredietinstellingen die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep op een individuele basis;

  3. minder belangrijke kredietinstellingen ten aanzien waarvan de betrokken nationale bevoegde autoriteiten verplicht zijn de betrokken financieringsplannen te rapporteren aan de EBA overeenkomstig Besluit EBA/DC/2015/130 van de Europese Bankautoriteit(6), op een geconsolideerde basis of op een individuele basis indien die instellingen geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep.

2.

Nationale bevoegde autoriteiten die financieringsplannen van belangrijke kredietinstellingen verzamelen die niet zijn genoemd in lid 1, onder a) of b), verstrekken deze financieringsplannen aan de ECB indien deze financieringsplannen voldoen aan de EBA-richtsnoeren.

3.

De financieringsplannen worden aan de ECB verstrekt overeenkomstig de geharmoniseerde templates en definities, zoals bedoeld in de aan de EBA-richtsnoeren aangehechte financieringsplantemplate. De financieringsplannen hebben als referentiedatum 31 december van het voorafgaande jaar.

Artikel 4 Indieningsdatums

1.

Nationale bevoegde autoriteiten dienen de financieringsplannen van de in artikel 3, lid 1, onder a) en b), bedoelde belangrijke kredietinstellingen in bij de ECB, uiterlijk op de tiende werkdag volgende op de in paragraaf 8 van de EBA-richtsnoeren bedoelde indieningsdatums.

2.

Nationale bevoegde autoriteiten dienen de financieringsplannen van de in artikel 3, lid 1, onder c), en artikel 3, lid 2, bedoelde kredietinstellingen in bij de ECB om 12.00 uur CET op de datums waarop de nationale bevoegde autoriteiten uit hoofde van paragraaf 8 van de EBA-richtsnoeren de financieringsplannen moeten indienen bij de EBA.

Artikel 5 Gegevenskwaliteitscontroles

Artikel 6 Kwalitatieve informatie

Artikel 7 Specificatie van het toezendingsformaat

Artikel 8 Eerste rapportagereferentiedata

Artikel 9 Inwerkingtreding

Artikel 10 Geadresseerden