Home

Aanbeveling van de Raad van 8 juli 2014 over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2014

Aanbeveling van de Raad van 8 juli 2014 over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2014

29.7.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/12


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 8 juli 2014

over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Tsjechië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2014

2014/C 247/03

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid(1), en met name artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gelet op de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor de sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad ingestemd met het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en is toegespitst op de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een impuls nodig heeft.

(2)

Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld(2), die samen de „geïntegreerde richtsnoeren” vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

(3)

Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

(4)

Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling(3) over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Tsjechië vastgesteld en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2012-2016 uitgebracht.

(5)

Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch beleid. Tevens heeft de Commissie op 13 november 2013 op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad(4) het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin Tsjechië niet werd genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(6)

Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, een normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, het aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

(7)

Op 16 april 2014 heeft Tsjechië zijn nationale hervormingsprogramma 2014 ingediend en op 28 april 2014 zijn convergentieprogramma 2014. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden zijn beide programma's terzelfder tijd geëvalueerd.

(8)

Met de in het convergentieprogramma 2014 uitgestippelde begrotingsstrategie wordt beoogd het overheidstekort in de programmaperiode onder de referentiewaarde uit het Verdrag van 3 % van het bbp te houden. Het convergentieprogramma vermeldt de middellangetermijndoelstelling een tekort van 1 % van het bbp, wat een weerspiegeling is van de in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. Hoewel de begrotingsstrategie in 2014 strookt met de stabiliteits- en groeipact, wordt de vereiste structurele aanpassing naar verwacht in 2015 niet gehaald omdat het herberekende structurele saldo volgens de raming met 0,6 procentpunten zal dalen. Daarnaast zullen de overheidsuitgaven naar verwacht stijgen in een tempo dat niet strookt met de uitgavenbenchmark. Het herberekende structurele saldo wordt voor 2016 en 2017 geraamd op – 1,6 %, respectievelijk – 1,9 % van het bbp, wat neerkomt op een afwijking van het vereiste aanpassingstraject. In het algemeen bestaat er vanaf 2015 een gevaar van afwijking van het aanpassingstraject naar de middellangetermijndoelstelling. Volgens het convergentieprogramma zal de schuldquote, die onder de referentiewaarde van 60 % van het bbp blijft, in 2014 tijdelijk met 1,1 procentpunten dalen tot 45 % van het bbp en in 2015 stijgen tot 46 % van het bbp. Het aan de begrotingsprognoses van het convergentieprogramma ten grondslag liggende macro-economische scenario is aannemelijk. De Tsjechische economie zal volgens het convergentieprogramma in 2014 met 1,7 % en in 2015 met 2 % stijgen, tegen 2 %, respectievelijk 2,4 % volgens de lenteprognoses van de Commissie. De voornaamste gevaren voor de begrotingsvooruitzichten komen voort uit grote onzekerheid over de toekomstige ontwikkeling van de overheidsinvesteringen en uit een potentiële eenmalige uitgave in verband met het geplande leasecontract voor gevechtsvliegtuigen, wat het tekort naar verwacht in 2015 met 0,5 % van het bbp zal vergroten.

Volgens de prognose van de Commissie zal er in 2015 mogelijk significant worden afgeweken van de middellangetermijndoelstelling. Het verschil met de convergentieprogramma's is gelegen in verschillende aannames omtrent het beleid en de discretionaire maatregelen in 2015. Op basis van zijn beoordeling van het convergentieprogramma en de prognose van de Commissie, ingevolge Verordening (EG) nr. 1466/97, is de Raad van oordeel dat het tekort in 2013 houdbaar beneden 3 % van het bbp is gebracht, overeenkomstig de aanbeveling van de Raad, en dat hoewel de middellangetermijndoelstelling naar verwacht in 2014 wordt gehaald, er vanaf 2015 toch een gevaar van significante afwijking bestaat.

(9)

Tsjechië is uit een twee jaar durende recessie gekomen en staat nu voor de opgave een duurzame grote groei te realiseren terwijl de bevolking snel vergrijst. De overheidsinvesteringen zijn de afgelopen jaren scherp gedaald, met name ten koste van de infrastructuur. Voor de crisis was het groeimodel van de Tsjechische economie afhankelijk van een grote toevloed van buitenlands kapitaal en een sterke gerichtheid op de export. Aangezien de inhaalmogelijkheden op basis van accumulatie van productiefactoren (inclusief buitenlands kapitaal) beperkt zijn, zou het heroriënteren van de economie op binnenlandse groeiaanjagers nieuwe wegen naar productiviteitswinsten openen. Essentiële onderdelen van dit proces zijn onder meer het steunen van onderwijs, opleiding en innovatie en het versterken van de instellingen.

(10)

De regering heeft onlangs het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur goedgekeurd, dat echter nog door het parlement moet worden bekrachtigd. In 2011 is het werk begonnen aan een alomvattende hervorming van het begrotingskader, maar de aanneming en uitvoering daarvan zijn nog ongewis. De vaststelling van de wetgeving waarmee wordt voldaan aan Richtlijn 2011/85/EU(5) is eveneens vertraagd.

(11)

Wat belastingen betreft, moet de Tsjechië op de eerste plaats de inning efficiënter maken en de belastingstructuur groeivriendelijker maken. Tsjechië heeft maatregelen genomen om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren, met name op het vlak van indirecte belastingen, maar de totale kosten van naleving zijn nog steeds te hoog. De belastinggrondslagen (inkomstenbelasting, premies gezondheidszorg en sociale zekerheid) zijn nog niet geharmoniseerd en de voor 2015 geplande inrichting van een enkel inningspunt is geannuleerd. De overheid heeft evenwel medegedeeld voornemens te zijn aandacht te besteden aan de kwestie van de harmonisatie van de belastinggrondslagen. De in 2013 gedane aanbevelingen betreffende de belastingstructuur zijn evenwel niet opgevolgd. De belasting op arbeid blijft hoog, met name voor mensen met lage inkomens, waaronder deeltijdswerkers, met name vanwege de hoge socialezekerheidsbijdragen. Er is wat ruimte voor het verlagen van de belasting op arbeid ten koste van andere belastingen, zoals milieubelasting en de periodieke woonbelasting, die beide betrekkelijk laag zijn. De behandeling van werknemers en zelfstandigen op het vlak van belastingen en sociale bijdragen blijft aanzienlijke discrepanties vertonen die leiden tot versmalling van de belastingsgrondslag en aanzetten tot het poseren als zelfstandige, met onbillijke gevolgen voor werknemers met een regulier arbeidscontract.

(12)

Tsjechië loopt op lange termijn een middelgroot houdbaarheidsrisico, voornamelijk vanwege de geraamde stijgingen van de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. Volgens de huidige wetgeving zal de pensioenleeftijd op de lange termijn stijgen. maar ligt het tempo op de middellange termijn te laag. De regering is van plan een herzieningsmechanisme in te voeren om de pensioenleeftijd af te stemmen op veranderingen in de levensverwachting maar dit is slechts een gedeeltelijk antwoord op de het probleem van de houdbaarheid. Voorts loopt de tijdelijke indexering van de pensioenen in 2015 af — een jaar eerder dan gepland — en het standaardpensioenindexeringsmechanisme (prijzen plus een derde van de reële loonstijging) is nog niet herzien. Bij het bevorderen van de inzetbaarheid van oudere werknemers is slechts beperkte vooruitgang geboekt. Bij het verbeteren van de kosteneffectiviteit van de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg is geen vooruitgang geboekt. De klinische zorg vertoont overcapaciteit, wat wijst op ruimte voor mogelijke verbetering van de kosteneffectiviteit en het bestuur.

(13)

Enkele eerste stappen zijn gezet om de capaciteit en de kwaliteit van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening te verbeteren. Deze stappen gaan in de juiste richting maar het effect ervan moet nog worden geëvalueerd. Er worden te weinig middelen vrijgemaakt voor een actief arbeidsmarktbeleid, dat bovendien onvoldoende effect sorteert waar het gaat om vrouwen met jonge kinderen, jonge mensen en oudere werknemers. Ondanks de betrekkelijk hoge algemene arbeidsparticipatie, blijven deze groepen ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. De deelname van vrouwen aan het arbeidsproces lijdt onder de beperkte beschikbaarheid van betaalbare kinderopvang en de betrekkelijk geringe populariteit van deeltijdwerk. De loonkloof tussen mannen en vrouwen was in 2012 nog steeds een van de grootste in de Unie.

(14)

De kwaliteit van het Tsjechische onderwijsstelsel en de relevantie ervan voor de arbeidsmarkt zijn een reden tot zorg. Er zijn maatregelen genomen om het evaluatiekader in het verplichte onderwijs te verbeteren, maar de verdere uitvoering met betrekking tot van scholen en leerlingen met zwakkere resultaten blijft een uitdaging. Een ander punt dat de regering wil aanpakken, is de aantrekkelijkheid van het beroep van leerkracht. De lage deelname van Roma-kinderen aan het reguliere inclusieve voor- en vroegschoolse onderwijs en het basisonderwijs blijft een probleem voor hun integratie. De hervorming van het hoger onderwijs is uitgesteld en bij het verbeteren van de accreditatie en de financiering van het hoger onderwijs is geen vooruitgang geboekt. Wat de financiering van de onderzoeksinstellingen betreft, zijn slechts kleine wijzigingen aangebracht. Het is nog steeds van cruciaal belang onderzoekers in overheidsdienst de juiste prikkels te geven opdat deze naar excellentie streven, de maatschappelijke uitdagingen aangaan en met het bedrijfsleven samenwerken.

(15)

Met de deregulering van het hoge aantal gereglementeerde beroepen is begonnen, maar het tempo is traag en de toegenomen concurrentie in de dienstensector werpt niet snel vruchten af. Tsjechië heeft enkele initiële maatregelen genomen om de energie-efficiëntie te verhogen, vooral via door de overheid gefinancierde stimulansen voor de gebouwensector. Voor energiebesparingen is nog veel potentieel en ambitieuzere maatregelen zouden ook bijdragen tot het beperken van de energie-afhankelijkheid.

(16)

De kwaliteit en de efficiëntie van de openbare bestuursdiensten zijn nog steeds een pijnpunt met negatieve gevolgen voor de economie. De langverwachte wet inzake de openbare dienst is nog niet aangenomen; de aanneming ervan is voor de regering een eerste prioriteit. Bij de bestrijding van corruptie zijn slechts beperkte vorderingen gemaakt; belangrijke onderdelen van de wetgeving naar aanleiding van de corruptiebestrijdingsstrategie 2013-2014 zijn nog niet aangenomen. Er is nog geen duidelijke visie voor de langere termijn over hoe deze kwestie, die van groot belang is voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling, duurzaam moet worden aangepakt. De uitvoering van openbare aanbestedingen op lokaal en regionaal niveau wordt gekenmerkt door onnodige vertragingen. De nieuwe regels voor overheidsopdrachten zijn een stap achteruit doordat een aantal transparantieregels is geschrapt. Bij de verbetering van de uitvoering van de EU-fondsen is beperkte vooruitgang geboekt. Zoals blijkt uit de hoge foutenpercentages die de auditautoriteit eind 2013 voor verschillende programma's heeft gerapporteerd, zijn verdere inspanningen noodzakelijk.

(17)

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Tsjechië verricht. Zij heeft het nationale hervormingsprogramma en het convergentieprogramma beoordeeld. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Tsjechië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 7 weergegeven. In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Tsjechië onderzocht.

(18)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Kroatië onderzocht. Zijn advies(6) daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Tsjechië in de periode 2014-2015 actie onderneemt om:

1.

Na de correctie van het buitensporige tekort, een gezonde begrotingssituatie in 2014 te handhaven. De begrotingsstrategie in 2015 aanzienlijk te versterken om ervoor te zorgen dat de middellangetermijndoelstelling wordt gehaald, en daarna op het niveau van de middellangetermijndoelstelling te blijven. Voorrang te verlenen aan groeibevorderende uitgaven om het herstel te ondersteunen en de groeivooruitzichten te verbeteren. Maatregelen goed te keuren en uit te voeren om het begrotingskader te versterken, en met name een onafhankelijke begrotingsinstelling op te richten om het begrotingsbeleid te monitoren, begrotingsregels in te stellen voor de lokale en de regionale overheden en de coördinatie tussen alle overheidsniveaus te verbeteren.

2.

Te zorgen voor een betere naleving van de belastingwetgeving, met bijzondere aandacht voor de btw, en de kosten van de belastinginning en -betaling te verminderen door de vereenvoudiging van het belastingstelsel en de harmonisering van de belastinggrondslagen voor de personenbelasting, de sociale bijdragen en de gezondheidszorgbijdragen. De hoge belasting op arbeid te verminderen, vooral voor kleinverdieners. De belastingen te verschuiven naar domeinen die minder nadelig zijn voor de groei, zoals periodieke belastingen op huisvesting en milieubelastingen. De verschillen in de fiscale behandeling van werknemers en zelfstandigen verder weg te werken.

3.

Te zorgen voor de houdbaarheid op de lange termijn van het openbare pensioenstelsel, vooral door de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd te versnellen en die leeftijd duidelijker te koppelen aan de wijzigende levensverwachting. De inzetbaarheid van oudere werknemers te bevorderen en het mechanisme voor de indexering van de pensioenen te herzien. Maatregelen te nemen om de kostenefficiëntie en het beheer van de gezondheidszorgsector aanzienlijk te verbeteren, vooral voor de ziekenhuiszorg.

4.

De openbare dienst voor arbeidsvoorziening efficiënter en doeltreffender te maken, met name door de invoering van een prestatiemeetsysteem. De deelname van jonge werklozen aan geïndividualiseerde diensten te vergroten. De beschikbaarheid van betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvangvoorzieningen en -diensten te vergroten, vooral voor kinderen tot drie jaar.

5.

Ervoor te zorgen dat de accreditatie, het beheer en de financiering van het hoger onderwijs bijdragen tot een betere kwaliteit van dat onderwijs en tot een hogere relevantie voor de arbeidsmarkt. De ontwikkeling en invoering van een nieuwe methode voor het evalueren van onderzoek en het toewijzen van financiering te versnellen om het aandeel van de prestatiegebonden financiering van de onderzoeksinstellingen te verhogen. In het verplichte onderwijs het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken, een breed evaluatiekader in te stellen en scholen en leerlingen met zwakke resultaten te ondersteunen. Het onderwijs inclusiever te maken, met name door de deelname te bevorderen van kansarme kinderen en Roma-kinderen, vooral in het voor- en vroegschoolse onderwijs.

6.

De hervorming van de gereglementeerde beroepen te versnellen, met het accent op het schrappen van ongerechtvaardigde en onevenredige voorschriften. De inspanningen op te voeren om de energie-efficiëntie van de economie te verbeteren.

7.

In 2014 een ambtenarenwet vast te stellen en uit te voeren die moet zorgen voor een stabiele, efficiënte en professionele overheidsadministratie. De strijd tegen corruptie op te voeren en aanzienlijk te versterken door de resterende wetgevingsmaatregelen waarin de anticorruptiestrategie voor 2013-2014 voorziet, uit te voeren en door plannen op te stellen voor de volgende periode. Het beheer van de EU-fondsen verder te verbeteren door het vereenvoudigen van de uitvoeringsstructuren, het verbeteren van de capaciteit en het aanpakken van belangenconflicten. De overheidsopdrachten transparanter te maken en de uitvoering van openbare aanbestedingen te verbeteren door het bieden van passende begeleiding en het houden van toezicht.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

P. C. PADOAN