Home

Besluit van de Europese Raad van 1 december 2009 betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad (2009/881/EU)

Besluit van de Europese Raad van 1 december 2009 betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad (2009/881/EU)

DE EUROPESE RAAD,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 16, lid 9,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 236, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verklaring 9, gehecht aan de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Lissabon heeft aangenomen, bepaalt dat de Europese Raad, op de dag van de inwerkingtreding van het verdrag, het besluit aanneemt waarvan de tekst in genoemde verklaring staat.

  2. Dit besluit moet bijgevolg worden aangenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT AANGENOMEN:

Artikel 1

1.

Het voorzitterschap van de Raad, met uitzondering van de formatie Buitenlandse Zaken, wordt gedurende 18 maanden door vooraf bepaalde groepen van drie lidstaten vervuld. Deze groepen worden volgens een toerbeurtsysteem op basis van gelijkheid van de lidstaten samengesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de verscheidenheid van de lidstaten en het geografisch evenwicht binnen de Unie.

2.

Ieder lid van de groep zit bij toerbeurt gedurende een periode van zes maanden alle Raadsformaties voor, met uitzondering van de formatie Buitenlandse Zaken. De andere leden van de groep staan het voorzitterschap in al zijn verantwoordelijkheden bij, op basis van een gemeenschappelijk programma. De leden van de groep kunnen onderling tot andere regelingen besluiten.

Artikel 2

Het Comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de lidstaat die de Raad Algemene Zaken voorzit.

Het Politiek en Veiligheidscomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

De voorbereidende instanties van de diverse Raadsformaties, met uitzondering van de formatie Buitenlandse Zaken, worden voorgezeten door het lid van de groep dat het voorzitterschap van de betrokken Raadsformatie vervult, behoudens een ander besluit overeenkomstig artikel 4.

Artikel 3

De Raad Algemene Zaken draagt in samenwerking met de Commissie in het kader van een meerjarenprogrammering, zorg voor de samenhang en de continuïteit van de werkzaamheden van de verschillende Raadsformaties. De lidstaten die het voorzitterschap vervullen, treffen, met de hulp van het secretariaat-generaal van de Raad, alle nodige maatregelen voor de organisatie en het goede verloop van de werkzaamheden van de Raad.

Artikel 4

De Raad stelt een besluit houdende maatregelen tot uitvoering van dit besluit vast.

Artikel 5