Home

Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Om het effect en de gevolgen van haar energiebeleid te kunnen monitoren, heeft de Gemeenschap behoefte aan nauwkeurige en actuele gegevens over energiehoeveelheden, energievormen, energiebronnen, energieopwekking, energievoorziening, energieomzetting en energieverbruik.

  2. De energiestatistieken hebben traditioneel betrekking op de energievoorziening en fossiele energie. De komende jaren moeten zij meer worden gericht op vergroting van de kennis over en het toezicht op het eindgebruik van energie, hernieuwbare energieën en kernenergie.

  3. De beschikbaarheid van nauwkeurige en actuele informatie over energie is essentieel om het effect van het energieverbruik op het milieu te kunnen beoordelen, met name wat de uitstoot van broeikasgassen betreft. Deze informatie wordt vereist bij Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto(2).

  4. Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt(3) en Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt(4) bepalen dat de lidstaten kwantitatieve energiegegevens moeten verstrekken. Met het oog op de monitoring van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van die richtlijnen, zijn nauwkeurige en actuele energiegegevens nodig.

  5. Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen(5), Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten(6) en Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp van energieverbruikende producten(7) bepalen dat de lidstaten kwantitatieve gegevens over het energieverbruik moeten verstrekken. Met het oog op de monitoring van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijnen zijn nauwkeurige en actuele energiegegevens alsook een betere interface tussen deze energiegegevens en verwante statistische enquêtes zoals volks- en woningtellingen en vervoersgegevens noodzakelijk.

  6. In het groenboek van de Commissie inzake energie-efficiëntie „Meer doen met minder” van 22 juni 2005 en het groenboek „Een Europese strategie voor duurzame, concurrerende en continu geleverde energie voor Europa” van 8 maart 2006 wordt een EU-energiebeleid besproken waarvoor EU-energiestatistieken nodig zijn, onder meer om een Europese Waarnemingspost voor de energiemarkt in te stellen.

  7. De invoering van een tot het publieke domein behorend model voor voorspellingen op energiegebied, zoals door het Europees Parlement bepleit in zijn resolutie van 14 december 2006 over een Europese strategie voor duurzame, concurrerende en continu geleverde energie(8), vereist nauwkeurige en actuele energiegegevens.

  8. De komende jaren moet meer aandacht worden besteed aan de veiligstelling van de voorziening van de belangrijkste brandstoffen en meer tijdige en nauwkeurige gegevens op EU-niveau zijn nodig om te anticiperen op oplossingen van de Europese Unie voor mogelijke crises in de energievoorziening en deze te coördineren.

  9. De liberalisering en het complexer worden van de energiemarkt maken het steeds moeilijker om betrouwbare en tijdige energiegegevens te verkrijgen, met name aangezien er geen rechtsgrondslag is voor de verstrekking van deze gegevens.

  10. Wil het systeem voor energiestatistieken nuttig zijn voor de politieke besluitvorming van de Europese Unie en haar lidstaten en het openbare debat waarbij de burgers betrokken worden, dan moet het garanties bieden op het stuk van vergelijkbaarheid, transparantie, flexibiliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. Daarom moeten op korte termijn ook statistische gegevens over kernenergie worden opgenomen en moeten meer ter zake doende gegevens betreffende hernieuwbare energie worden ontwikkeld. Ten aanzien van energie-efficiëntie zou bovendien de beschikbaarheid van gedetailleerde statistische gegevens over het verbruik van huishoudens en het vervoer uiterst nuttig zijn.

  11. Voor de productie van specifieke communautaire statistieken gelden de voorschriften van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek(9).

  12. Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de productie, indiening, evaluatie en verspreiding van vergelijkbare energiestatistieken in de Gemeenschap, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen treffen in overeenstemming met het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

  13. Bij de productie en verspreiding van communautaire statistieken uit hoofde van deze verordening moeten de nationale en communautaire statistische instanties rekening houden met de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, die op 24 februari 2005 door het Comité statistisch programma, dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(10), is goedgekeurd en die aan de Aanbeveling van de Commissie over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties is gehecht.

  14. De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(11).

  15. In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de lijst van gegevensbronnen, de nationale statistieken en de toepasselijke toelichtingen en definities, alsook de regelingen voor de indiening te wijzigen, de reeks jaarstatistieken over kernenergie vast te stellen en te wijzigen, de reeks statistieken over hernieuwbare energie, zodra ze zijn opgenomen, te wijzigen, en de reeks statistieken over het eindgebruik van energie, zodra ze zijn opgenomen, vast te stellen en te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van de verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

  16. Er moet worden bepaald dat de Commissie lidstaten vrijstellingen of afwijkingen kan toestaan van elementen van de energiegegevensverzameling die voor de respondenten een buitensporige last met zich zouden brengen. De vrijstellingen of afwijkingen dienen alleen te worden toegestaan op een naar behoren gemotiveerd verzoek waarin de huidige situatie en de buitensporige last op een doorzichtige manier worden aangegeven. De periode waarvoor zij gelden, dient zo kort mogelijk te zijn.

  17. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

1.

Deze verordening stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de productie, indiening, evaluatie en verspreiding van vergelijkbare energiestatistieken in de Gemeenschap.

2.

Deze verordening is van toepassing op statistische gegevens over energieproducten en aggregaten daarvan in de Gemeenschap.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „communautaire statistieken”: communautaire statistieken zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 322/97;

  2. „productie van statistieken”: productie van statistieken zoals gedefinieerd in artikel 2, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 322/97;

  3. „Commissie (Eurostat)”: communautaire instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, vierde streepje, van Verordening (EG) nr. 322/97;

  4. „energieproducten”: brandstoffen, warmte, hernieuwbare energie, elektriciteit of een andere vorm van energie;

  5. „aggregaten”: op nationaal niveau geaggregeerde gegevens over de behandeling of het gebruik van energieproducten, met name productie, handel, voorraden, omzetting, verbruik, en de structurele kenmerken van het energiesysteem, zoals het geïnstalleerd vermogen voor elektriciteitsproductie en de productiecapaciteit voor olieproducten;

  6. „kwaliteit van de gegevens”: de volgende aspecten van statistische kwaliteit: relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit en stiptheid, toegankelijkheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid, coherentie en volledigheid.

Artikel 3 Gegevensbronnen

1.

Met inachtneming van het behouden van een geringere responslast en een administratieve vereenvoudiging stellen de lidstaten de gegevens over energieproducten en aggregaten daarvan in de Gemeenschap uit de volgende bronnen samen:

  1. specifieke statistische enquêtes onder producenten van primaire en omgezette energie en handelaren, distributeurs en transporteurs, importeurs en exporteurs van energieproducten;

  2. andere statistische enquêtes onder eindgebruikers van energie in de industrie, het vervoer en de overige sectoren, waaronder huishoudens;

  3. andere statistische schattingsmethoden of andere bronnen, waaronder administratieve bronnen, zoals regelgevende instanties voor de elektriciteits- en gasmarkten.

2.

De lidstaten stellen nadere voorschriften vast voor de verstrekking van de nodige gegevens voor de in artikel 4 genoemde nationale statistieken door bedrijven en andere bronnen.

3.

De lijst van gegevensbronnen kan worden gewijzigd volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 4 Aggregaten, energieproducten en frequentie waarmee de nationale statistieken moeten worden ingediend

1.

In de bijlagen wordt vermeld welke nationale statistieken moeten worden gerapporteerd. Deze statistieken worden met de volgende frequentie ingediend:

  1. jaarlijks voor de energiestatistieken in bijlage B;

  2. maandelijks voor de energiestatistieken in bijlage C;

  3. maandelijks op korte termijn voor de energiestatistieken in bijlage D.

2.

In de afzonderlijke bijlagen en in bijlage A (Toelichting op de terminologie) worden de gebruikte technische termen, waar toepasselijk, toegelicht of gedefinieerd.

3.

De te verstrekken gegevens en de toepasselijke toelichtingen en definities kunnen worden gewijzigd volgens de bedoeld in artikel 11, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 5 Indiening en verspreiding

Artikel 6 Kwaliteitsbeoordelingen en verslagen

Artikel 7 Referentieperiode en frequentie

Artikel 8 Jaarstatistieken over kernenergie

Artikel 9 Statistieken over hernieuwbare energie en het eindgebruik van energie

Artikel 10 Uitvoeringsmaatregelen

Artikel 11 Comité

Artikel 12 Inwerkingtreding

BIJLAGE ATOELICHTING OP DE TERMINOLOGIE

BIJLAGE BJAARLIJKSE ENERGIESTATISTIEKEN

BIJLAGE CMAANDELIJKSE ENERGIESTATISTIEKEN

BIJLAGE DMAANDSTATISTIEKEN OP KORTE TERMIJN