Deze verordening regelt de vaststelling en de financiële uitvoering van de middelen van het 10e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna „EOF” genoemd) en de indiening en controle van de rekeningen.
Verordening (EG) nr. 215/2008 van de Raad van 18 februari 2008 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 10e Europees Ontwikkelingsfonds
Verordening (EG) nr. 215/2008 van de Raad van 18 februari 2008 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 10e Europees Ontwikkelingsfonds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000(1) en herzien in Luxemburg op 25 juni 2005(2) (hierna „ACS-EG-overeenkomst” genoemd),
Gelet op Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap (hierna „LGO-besluit” genoemd)(3), en met name op het vierde lid van artikel 23,
Gelet op Besluit nr. 1/2006 van de ACS-EG-Raad van ministers van 2 juni 2006 tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG-partnerschapsovereenkomst(4),
Gelet op het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn(5) (hierna „Intern Akkoord” genoemd), en met name op artikel 10, lid 2,
Gelet op Verordening (EG) nr. 617/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de uitvoering van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds uit hoofde van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst(6),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van de Rekenkamer(7),
Gezien het advies van de Europese Investeringsbank,
Overwegende hetgeen volgt:
Het is noodzakelijk de voorschriften vast te stellen voor de betaling van de bijdragen van de lidstaten aan het 10e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna het „EOF” genoemd), ingesteld bij het Intern Akkoord, en voor de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee (hierna „LGO’s” genoemd) waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn.
De behandeling van de resterende saldi van eerdere EOF’s moet worden geregeld, met name wat betreft de nadere regelen voor de overdracht ervan naar het 10e EOF en de toepasselijke uitvoeringsvoorschriften of de gevolgen van de vrijmaking ervan voor de bijdragen van de lidstaten.
De wijze waarop de Rekenkamer haar bevoegdheden ten aanzien van het EOF moet uitoefenen, dient te worden bepaald.
De wijze waarop de Europese Investeringsbank (hierna „EIB” genoemd) de middelen van het EOF beheert, dient te worden vastgesteld.
De bepalingen betreffende de controle door de Rekenkamer van de door de EIB beheerde middelen van het EOF dienen in overeenstemming te zijn met de uit hoofde van artikel 248, lid 4, van het Verdrag gesloten Tripartiete Overeenkomst tussen de Rekenkamer, de EIB en de Commissie.
Er dient te worden gezorgd voor een adequate, snelle en doeltreffende uitvoering van de in het kader van de ACS-EG-overeenkomst gefinancierde programma’s en projecten en voor de instelling van doorzichtige en gemakkelijk toe te passen beheersprocedures die decentralisatie van de taken en verantwoordelijkheden mogelijk moeten maken.
De partijen bij de ACS-EG-overeenkomst hebben opnieuw hun gehechtheid aan de sociale en ethische clausules zoals gedefinieerd door de desbetreffende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) bevestigd.
Er dient te worden geregeld op welke wijze de gedelegeerde ordonnateur in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur de maatregelen neemt die nodig zijn voor een goede uitvoering van de activiteiten.
Voor zover mogelijk dient Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(8) als centraal element van de hervorming van het intern beheer van de Commissie omwille van de doeltreffendheid en de vereenvoudiging in aanmerking te worden genomen bij de opstelling van deze verordening. Voor zover nodig dient Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(9) in bepaalde gevallen op overeenkomstige wijze te worden toegepast.
Alle wijzigingen ten opzichte van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 van toepassing op 9e Europees Ontwikkelingsfonds(10) moeten de verwezenlijking van de doelstellingen van de hervormingen van de Commissie, goed financieel beheer en de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraude en andere onwettige activiteiten bevorderen, en aldus bijdragen tot het versterken van de wettigheid en de regelmatigheid van de financiële verrichtingen.
Sommige wijzigingen ten opzichte van het Financieel Reglement voor het 9e EOF zijn in het licht van de ervaringen in de praktijk noodzakelijk om de uitvoering van het EOF en de verwezenlijking van de onderliggende beleidsdoelstellingen te vergemakkelijken en om bepaalde vereisten inzake procedures en documenten aan te passen. Er moet met name worden gezorgd voor meer transparantie door informatie te verstrekken over begunstigden van communautaire middelen.
Het beginsel van goed financieel beheer moet leiden tot een effectieve en efficiënte interne controle voor de uitvoering van de middelen van het EOF.
Wat de middelen van het EOF betreft, moet het voor lidstaten mogelijk zijn buiten het bestek van de medefinancieringsregelingen vrijwillige bijdragen te storten, teneinde te helpen de doelstellingen van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst te bereiken, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 617/2007.
Het specialiteitsbeginsel moet van toepassing zijn op het EOF.
Wat de wijze van uitvoering van de middelen van het EOF betreft, moeten de in het Financieel Reglement voor het 9e EOF vastgestelde bepalingen over het gecentraliseerde, gedecentraliseerde en gezamenlijk beheer met het oog op de duidelijkheid worden geherstructureerd en moeten sommige vereisten worden gepreciseerd. De vereisten voor gezamenlijk beheer, de voorwaarden voor delegatie van taken en de criteria voor het inschakelen van nationale publiekrechtelijke organen moeten met name worden vereenvoudigd om het gebruik ervan te vergemakkelijken en te voorzien in toenemende operationele behoeften.
Het verbod op delegatie van uitvoeringstaken aan privaatrechtelijke organen bij gecentraliseerd beheer moet worden gewijzigd, daar de bepalingen van dat verbod onnodig streng zijn gebleken. De Commissie moet een reisbureau of organisator van conferenties kunnen inschakelen voor het vergoeden van de kosten van deelnemers aan conferenties, mits ervoor wordt gezorgd dat het particuliere bedrijf geen discretionaire bevoegdheid uitoefent.
De taak van de rekenplichtige om de rekeningen te certificeren op basis van de financiële informatie die hem door de ordonnateurs is verstrekt, moet worden verduidelijkt. Daartoe moet de rekenplichtige de bevoegdheid krijgen de door de gedelegeerde ordonnateur ontvangen informatie te controleren en zo nodig een voorbehoud te maken.
De voorwaarden en beperkingen ten aanzien van de financiële aansprakelijkheid van alle financiële actoren en eventuele andere personen die bij de uitvoering van het EOF betrokken zijn, moeten worden verduidelijkt.
De regels inzake de invordering van schuldvorderingen moeten worden verduidelijkt en versterkt om de financiële belangen van de Gemeenschappen beter te beschermen. De voorwaarden waaronder aan het EOF achterstandsrente verschuldigd is, dienen met name te worden gepreciseerd.
Voor vorderingen moet een verjaringstermijn worden ingevoerd. Anders dan voor vele lidstaten, geldt voor de Gemeenschap geen verjaringstermijn waarna financiële vorderingen komen te vervallen. Voor de Gemeenschap geldt evenmin een verjaringstermijn ten aanzien van de inning van haar vorderingen op derden. De invoering van een dergelijke verjaringstermijnen strookt met het beginsel van goed financieel beheer.
Overeenkomstig het algemeen Financieel Reglement en Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten(11), moeten de regels inzake uitsluiting van deelname aan een aanbestedingsprocedure worden verduidelijkt. Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen verplichte uitsluiting en uitsluiting op grond van een administratieve sanctie. Voorts moet met het oog op de rechtszekerheid en de evenredigheid een maximumtermijn voor de uitsluiting worden vermeld. Er kan een uitzondering op de uitsluitingsregels worden gemaakt voor de aankoop van leveringen tegen bijzonder gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, hetzij bij curatoren of vereffenaars van een faillissement, een gerechtelijk akkoord, of een procedure van dezelfde aard naar nationaal recht.
Er dient te worden toegestaan dat in het kader van het EOF gebruik wordt gemaakt van de overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 ingestelde centrale gegevensbank van de gegadigden of inschrijvers die zich in een uitsluitingsgeval bevinden.
Voorts dient het toepassingsgebied van subsidies in artikel 103 duidelijker te worden afgebakend. Met het oog op de verbetering van het subsidiebeheer en de vereenvoudiging van de procedures moet het mogelijk zijn om subsidies bij besluit van de instelling of door middel van schriftelijke overeenkomsten met de begunstigden toe te kennen alsook het gebruik van vaste bedragen en forfaitaire betalingen naast de traditionele methode van het terugbetalen van werkelijk gemaakte kosten toe te staan. Ten slotte moeten de vereisten inzake controles en garanties beter in verhouding staan tot de financiële risico’s.
De regel dat subsidies op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen moeten worden toegekend, heeft zijn waarde bewezen. De ervaring heeft echter geleerd, dat er in sommige situaties, gezien de aard van de actie, geen keuze is bij de selectie van de begunstigden. Derhalve dient uitdrukkelijk te worden vermeld dat zich dergelijke uitzonderingsgevallen kunnen voordoen.
Wanneer subsidies voor exploitatiekosten worden verleend, is de regel dat de benodigde overeenkomst niet meer dan vier maanden na het begin van het boekjaar van de begunstigde mag worden ondertekend, onnodig star gebleken. Deze termijn moet dan ook worden vastgesteld op zes maanden.
Aangezien de toekenning van subsidies op basis van selectie- en gunningscriteria blijft geschieden, is het niet nodig die criteria in alle gevallen door een comité te laten toetsen. Het moet mogelijk zijn een beroep te doen op andere, meer flexibele middelen voor de evaluatie van de selectiecriteria.
Met het oog op de duidelijkheid moet de regel met betrekking tot de normen inzake overheidsopdrachten die door begunstigden van subsidies moeten worden toegepast, worden vereenvoudigd. Voorts dient uitdrukkelijk te worden voorzien in het geval waarin de uitvoering van een actie financiële steun aan derden noodzakelijk maakt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
DEEL EEN HOOFDBEPALINGEN
TITEL I ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Artikel 2
De Commissie neemt de in artikel 57 van de ACS-EG-overeenkomst en in het LGO-besluit omschreven verantwoordelijkheden van de Gemeenschap op zich.
Daartoe draagt zij zorg voor de financiële uitvoering van de verrichtingen met de middelen van het EOF die in de vorm van niet-terugvorderbare steun worden toegekend, met uitzondering van rentesubsidies, en verricht zij de betalingen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.
Bij de toepassing van deze verordening handelt de Commissie op eigen verantwoordelijkheid, binnen de grenzen van de toegekende middelen.