Home

Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1712) (2008/397/EG)

Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1712) (2008/397/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), en met name op de artikelen 30 en 33,

Na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De rekeningen van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde betaalorganen moeten worden goedgekeurd op basis van de door de lidstaten ingediende jaarrekeningen, vergezeld van de nodige gegevens. Bij de goedkeuring worden de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen beoordeeld in het licht van de door de certificerende instanties opgestelde rapporten.

  2. Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie(2), welk artikel betrekking heeft op de gegevens die de lidstaten moeten verstrekken met het oog op de tussentijdse betalingen ter vergoeding van uitgaven die voor rekening van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) komen, worden voor het begrotingsjaar 2007 de uitgaven in aanmerking genomen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2006 tot en met 15 oktober 2007.

  3. De termijn waarover de lidstaten op grond van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie(3), bij welke verordening uitvoeringsbepalingen inzake de procedure tot goedkeuring van de ELFPO-rekeningen zijn vastgesteld, beschikten voor de indiening bij de Commissie van de stukken zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 885/2006, is verstreken.

  4. De Commissie heeft de verstrekte gegevens gecontroleerd en heeft de lidstaten vóór 31 maart 2008 in kennis gesteld van de resultaten van haar verificaties en van de aan te brengen wijzigingen.

  5. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, eerste en derde alinea, van Verordening (EG) nr. 885/2006 wordt bij de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde beschikking tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen, onverminderd latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 31, lid 1, van die verordening, het als ten laste van het ELFPO erkende bedrag van de gedurende het betrokken begrotingsjaar in elke lidstaat verrichte uitgaven vastgesteld op basis van de in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde rekeningen en de verlagingen en schorsingen van tussentijdse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar, met inbegrip van de in artikel 16, lid 4, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2006 bedoelde verlagingen.

  6. De verrichte verificaties in aanmerking genomen, stellen voor sommige betaalorganen de jaarrekeningen en de begeleidende stukken de Commissie in staat om een besluit te nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen. Nadere bijzonderheden over de betrokken bedragen zijn te vinden in het syntheseverslag dat samen met deze beschikking aan het Comité voor de Landbouwfondsen werd voorgelegd.

  7. De verrichte verificaties in aanmerking genomen, zijn de door sommige betaalorganen verstrekte gegevens van dien aard dat nog aanvullend onderzoek nodig is, zodat de rekeningen van die betaalorganen niet bij deze beschikking kunnen worden goedgekeurd.

  8. In artikel 10, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 885/2006 is bepaald dat het bedrag dat als gevolg van de in lid 1, eerste alinea, van dat artikel bedoelde beschikking tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen moet worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, wordt vastgesteld door de tussentijdse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar, in het onderhavige geval 2007, af te trekken van de overeenkomstig lid 1 van dat artikel voor datzelfde jaar erkende uitgaven. Dit bedrag moet worden afgetrokken van of opgeteld bij de volgende tussentijdse betaling of de eindbetaling.

  9. Overeenkomstig artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden, indien een in verband met onregelmatigheden te verrichten invordering niet vóór de afsluiting van het programma voor plattelandsontwikkeling heeft plaatsgevonden, de financiële gevolgen van het achterwege blijven van die invordering voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen, zulks hetzij aan het einde van de periode van vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, dan wel acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, hetzij bij de afsluiting van het programma als die perioden vóór die afsluiting zijn verstreken. In artikel 33, lid 4, van die verordening is bepaald dat de lidstaten de Commissie bij de indiening van de jaarrekeningen een samenvattend overzicht van de in verband met onregelmatigheden ingeleide terugvorderingsprocedures moeten bezorgen. Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de verplichting van de lidstaten de nog niet teruggekregen bedragen mee te delen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 885/2006. In bijlage III bij die verordening zijn de modellen opgenomen voor de tabellen 3 en 4 die de lidstaten in 2008 moesten indienen. Op basis van de door de lidstaten ingevulde tabellen moet de Commissie een beschikking geven over de financiële gevolgen van het na respectievelijk vier of acht jaar nog steeds achterwege blijven van invordering van in verband met onregelmatigheden terug te betalen bedragen. Een dergelijke beschikking staat niet in de weg aan latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 33, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

  10. Overeenkomstig artikel 33, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de lidstaten na de afsluiting van het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling besluiten de terugvordering niet voort te zetten. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het terug te vorderen bedrag of indien de invordering onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid. Als dat besluit is genomen binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum indien over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering voor 100 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen. De bedragen waarvoor de lidstaten hebben besloten de terugvordering niet voort te zetten, en de redenen voor dat besluit moeten worden vermeld in het in artikel 33, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde samenvattende overzicht. Die bedragen worden niet ten laste van de betrokken lidstaten gebracht en worden bijgevolg gedragen door de Gemeenschapsbegroting. De desbetreffende beschikking staat niet in de weg aan latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 33, lid 5, van de genoemde verordening.

  11. Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat de onderhavige beschikking niet in de weg aan latere beschikkingen van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onverminderd artikel 2, worden de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 goedgekeurd.

De bedragen die op grond van deze beschikking in het kader van elk programma voor plattelandsontwikkeling moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

Voor het begrotingsjaar 2007 worden de rekeningen betreffende de door het ELFPO gefinancierde uitgaven voor de in bijlage II genoemde programma's voor plattelandsontwikkeling die zijn ingediend door de in die bijlage genoemde betaalorganen van lidstaten, afgesplitst van de onderhavige beschikking; over die rekeningen wordt later een goedkeuringsbeschikking gegeven.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2008.

Voor de Commissie

Mariann Fischer Boel

Lid van de Commissie

BIJLAGE I

BIJLAGE II