Home

Beschikking van de Commissie van 27 maart 2007 tot wijziging van Beschikking 2002/757/EG houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1292) (2007/201/EG)

Beschikking van de Commissie van 27 maart 2007 tot wijziging van Beschikking 2002/757/EG houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1292) (2007/201/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), en met name op artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens Beschikking 2002/757/EG van de Commissie(2) dienden de lidstaten voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen te nemen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. (hierna „het schadelijke organisme” genoemd) te voorkomen.

  2. Recente wetenschappelijke informatie over de mogelijke schade door het schadelijke organisme heeft uitgewezen dat de lijst van planten, hout en schors die gevoelig zijn voor het schadelijke organisme moet worden uitgebreid en bijgewerkt.

  3. Om verkeerde interpretaties te voorkomen, moet duidelijk worden bepaald dat voor alle verkeer van specifieke gevoelige plantensoorten binnen de Gemeenschap plantenpaspoorten noodzakelijk zijn.

  4. De officiële onderzoeken ingevolge Beschikking 2002/757/EG hebben aangetoond dat tijdens de groeiperiode jaarlijks ten minste twee officiële inspecties van specifieke gevoelige plantensoorten op de plaatsen van productie noodzakelijk zijn om te bevestigen dat geen schadelijke organismen voorkomen. Deze verplichting moet op 1 mei 2007 ingaan, zodat er voldoende tijd is zich aan te passen.

  5. Uit de ervaring met de uitvoering van uitroeiingsmaatregelen op plaatsen van uitbraak komt naar voren dat de maatregelen niet alleen de planten zelf, maar ook de bijbehorende groeimedia en plantenresten moeten betreffen. Bovendien moeten ze fytosanitaire maatregelen betreffende het teeltoppervlakte rond dergelijke plaatsen omvatten.

  6. Voorts blijkt het noodzakelijk het onderzoek door de lidstaten naar sporen van aantasting door het schadelijke organisme voort te zetten en de resultaten daarvan jaarlijks mede te delen.

  7. De resultaten van bovengenoemde maatregelen moeten na het volgende teeltseizoen worden geëvalueerd en in het licht van de resultaten van die evaluatie moeten eventuele vervolgmaatregelen worden overwogen. Bij deze vervolgmaatregelen moet ook rekening worden gehouden met de door de lidstaten te verstrekken gegevens en wetenschappelijke adviezen.

  8. Beschikking 2002/757/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  9. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2002/757/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 1 komen de leden 2, 3 en 4 als volgt te luiden:

    „2.

    „gevoelige planten”: planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van Acer macrophyllum Pursh, Acer pseudoplatanus L., Adiantum aleuticum (Rupr.) Paris, Adiantum jordanii C. Muell., Aesculus californica (Spach) Nutt., Aesculus hippocastanum L., Arbutus menziesii Pursch., Arbutus unedo L., Arctostaphylos spp. Adans, Calluna vulgaris (L.) Hull, Camellia spp. L., Castanea sativa Mill., Fagus sylvatica L., Frangula californica (Eschsch.) Gray, Frangula purshiana (DC.) Cooper, Fraxinus excelsior L., Griselinia littoralis (Raoul), Hamamelis virginiana L., Heteromeles arbutifolia (Lindley) M. Roemer, Kalmia latifolia L., Laurus nobilis L., Leucothoe spp. D. Don, Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Lonicera hispidula (Lindl.) Dougl. ex Torr.&Gray, Magnolia spp. L., Michelia doltsopa Buch.-Ham. ex DC, Nothofagus obliqua (Mirbel) Blume, Osmanthus heterophyllus (G. Don) P. S. Green, Parrotia persica (DC) C.A. Meyer, Photinia x fraseri Dress, Pieris spp. D. Don, Pseudotsuga menziesii (Mirbel) Franco, Quercus spp. L., Rhododendron spp. L., andere dan Rhododendron simsii Planch., Rosa gymnocarpa Nutt., Salix caprea L., Sequoia sempervirens (Lamb. ex D. Don) Endl., Syringa vulgaris L., Taxus spp. L., Trientalis latifolia (Hook), Umbellularia californica (Hook.& Arn.) Nutt., Vaccinium ovatum Pursh en Viburnum spp. L.;

    3.

    „gevoelig hout”: hout van Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus spp. L. en Taxus brevifolia Nutt.;

    4.

    „gevoelige schors”: aparte schors van hout van Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus spp. L. en Taxus brevifolia Nutt.”.

  2. In artikel 5 wordt „de plaats van productie niet verlaten” vervangen door „niet binnen de Gemeenschap in het verkeer zijn”.

  3. Artikel 6, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG worden de resultaten van de in lid 1 bedoelde onderzoeken uiterlijk op 1 december van elk jaar aan de Commissie en de andere lidstaten gemeld.”.

  4. In artikel 8 wordt „31 december 2004” vervangen door „31 januari 2008”.

  5. De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 maart 2007.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

BIJLAGE

Punt 3 van de bijlage bij Beschikking 2002/757/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. In de eerste zin wordt „mogen de plaats van productie alleen verlaten” vervangen door „mogen binnen de Gemeenschap alleen in het verkeer zijn”.

  2. In punt b) wordt voor „is geconstateerd” de volgende zinsnede ingevoegd:

    „en vanaf 1 mei 2007 ten minste twee keer tijdens het teeltseizoen zijn verricht op een daarvoor geschikt tijdstip tijdens de actieve groei van de planten, waarbij voor de intensiteit van deze inspecties rekening is gehouden met het specifieke teeltsysteem van de planten,”

  3. Punt c) komt als volgt te luiden:

    1. in gevallen waarin bij de planten op de plaats van productie symptomen van het schadelijke organisme zijn waargenomen, de nodige procedures in werking zijn gesteld om het schadelijke organisme uit te roeien, wat ten minste inhoudt dat:

      1. alle geïnfecteerde planten en alle gevoelige planten, inclusief de bijbehorende groeimedia en plantenresten, binnen een straal van twee meter rond de geïnfecteerde planten zijn vernietigd;

      2. alle gevoelige planten binnen een straal van 10 m rond de geïnfecteerde planten en alle resterende planten van de besmette partij:

        • op de plaats van productie zijn gehouden;

        • in de loop van de eerste drie maanden na de uitroeiingsmaatregelen ten minste twee keer extra zijn geïnspecteerd tijdens de actieve groei van de planten;

        • terwijl in deze periode van drie maanden geen behandelingen zijn uitgevoerd die de symptomen van het schadelijke organisme kunnen onderdrukken;

        • en de planten bij deze officiële inspecties vrij van het schadelijke organisme zijn bevonden;

      3. alle andere gevoelige planten op de plaats van productie na de constatering van de symptomen herhaaldelijk officieel zijn geïnspecteerd en bij deze inspecties vrij van het schadelijke organisme zijn bevonden;

      4. passende fytosanitaire maatregelen zijn genomen ten aanzien van het teeltoppervlakte binnen een straal van twee meter rond de geïnfecteerde planten.”.