Home

Verordening (EG) nr. 326/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 betreffende de aanvragen om invoercertificaten voor rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 196/97 vastgestelde tariefcontingent

Verordening (EG) nr. 326/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 betreffende de aanvragen om invoercertificaten voor rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 196/97 vastgestelde tariefcontingent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt(1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2184/96 van de Raad van 28 oktober 1996 betreffende de invoer van rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte(2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 196/97 van de Commissie van 31 januari 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2184/96 van de Raad betreffende de invoer van rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte(3), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 196/97 is bepaald dat de Commissie een uniform percentage vaststelt waarmee de gevraagde hoeveelheden worden verminderd indien met de aanvragen om invoercertificaten de hoeveelheden die kunnen worden toegewezen, worden overschreden. In dat artikel is tevens bepaald dat de Commissie dit besluit aan de lidstaten meedeelt binnen tien werkdagen te rekenen vanaf de dag waarop de certificaataanvragen zijn ingediend.

  2. De in de periode van 1 september 2005 tot en met 14 februari 2006 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor rijst van GN-code 1006 hebben betrekking op een hoeveelheid van 36 579 ton, terwijl de maximumhoeveelheid die kan worden toegewezen, 32 000 ton rijst van GN-code 1006 bedraagt.

  3. Bijgevolg dient het in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 196/97 bedoelde verminderingspercentage voor de op 14 februari 2006 ingediende aanvragen om invoercertificaten waarvoor het douanerecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2184/96 wordt verminderd, te worden vastgesteld.

  4. Ook dienen geen invoercertificaten meer te worden afgegeven die het mogelijk maken om voor het lopende verkoopseizoen een vermindering van het invoerrecht te verkrijgen.

  5. Gezien het beoogde doel, moet deze verordening van kracht worden zodra zij in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan de op 14 februari 2006 ingediende en aan de Commissie meegedeelde aanvragen om invoercertificaten voor rijst van GN-code 1006 waarvoor het douanerecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2184/96 wordt verminderd, wordt gevolg gegeven door afgifte van de certificaten voor de gevraagde hoeveelheden waarop het verminderingspercentage 85,88 is toegepast.

Artikel 2

In het kader van Verordening (EG) nr. 2184/96 worden naar aanleiding van de op of na 15 februari 2006 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor rijst van GN-code 1006 geen invoercertificaten meer afgegeven.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 februari 2006.

Voor de Commissie

J. L. Demarty

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling