Home

Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet

Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Aan het Europese beleid inzake radionavigatie per satelliet wordt thans uitvoering gegeven door de programma's Egnos en Galileo.

  2. Galileo is het eerste Europese ruimtevaartprogramma dat door de Europese Unie, samen met het Europees Ruimteagentschap (ESA), wordt gefinancierd en beheerd. De verwachting is dat het zal bijdragen aan tal van toepassingen op gebieden die direct of indirect verband houden met het communautaire beleid, zoals vervoer (mobiele plaatsbepaling en snelheidsmeting), verzekeringen, tolheffing op autowegen, wetshandhaving (volgen van verdachten, bestrijding van criminaliteit), douane en accijnzen (veldonderzoek, enz.), landbouw (aanpassing van doses meststoffen of bestrijdingsmiddelen aan de staat van het veld, enz.) of visserij (toezicht op verplaatsingen van boten).

  3. Egnos is een tripartiet programma tussen de Europese Gemeenschap, het ESA en Eurocontrol, dat tot doel heeft in een groot geografisch gebied de Amerikaanse GPS- en de Russische Glonass-signalen te versterken ten behoeve van de betrouwbaarheid. Het staat los van het programma Galileo en vormt daar een aanvulling op.

  4. Bij de Europese Raden van Keulen (3 en 4 juni 1999), Feira (19 en 20 juni 2000), Nice (7 t/m 11 december 2000), Stockholm (23 en 24 maart 2001), Laken (14 en 15 december 2001), Barcelona (15 en 16 maart 2002) en Brussel (20 en 21 maart 2003) is gewezen op het strategische karakter van Galileo.

  5. Aangezien de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet van strategisch belang zijn, en er zorg voor moet worden gedragen dat de essentiële openbare belangen naar behoren worden verdedigd en vertegenwoordigd, is het absoluut noodzakelijk dat er toezicht wordt uitgeoefend op de volgende fasen van de invoering van het systeem en het gebruik van de voor de programma's uitgetrokken communautaire fondsen overeenkomstig de desbetreffende politieke richtsnoeren van de Raad en de financiële besluiten van de begrotingsinstanties; derhalve dient er een Europese toezichtautoriteit te worden opgericht voor het wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS), hierna de Autoriteit te noemen.

  6. De Raad heeft herhaaldelijk, en met name in zijn conclusies van 5 april 2001 en 26 maart 2002, onderstreept dat substantiële deelname van de particuliere sector een fundamentele voorwaarde voor het welslagen van het programma Galileo in zijn stationerings- en exploitatiefase is.

  7. Daartoe dient de Autoriteit een concessieovereenkomst te sluiten met het consortium dat na afloop van de ontwikkelingsfase van het Galileo-programma zal worden geselecteerd, en erop toe te zien dat het consortium de hieruit voortvloeiende verplichtingen, met name inzake de openbare dienstverlening, nakomt.

  8. De Autoriteit is, wat de frequenties betreft, de enige onderhandelingspartner van de concessiehouder.

  9. Lidstaten die bij de Internationale Unie voor Telecommunicatie dossiers hebben neergelegd betreffende het gebruik van de frequenties die nodig zijn voor het functioneren van het systeem, dienen, aansluitend bij het bovenstaande, de Autoriteit te machtigen het exclusieve gebruiksrecht voor de duur van de concessie aan de concessiehouder over te dragen, zodat deze de in het lastenboek vereiste diensten kan leveren.

  10. De Autoriteit zorgt voor het beheer van en het toezicht op het gebruik van de middelen die haar specifiek voor de programma's zullen worden toegewezen.

  11. De Autoriteit staat de Commissie bij op gebieden die raakpunten hebben met radionavigatie per satelliet, met name indien er wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen nodig blijken te zijn.

  12. De Autoriteit maakt gebruik van de lopende activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en technologische evaluatie, met name die welke worden uitgevoerd door het ESA. Rekening houdend met de resolutie van de Raad van 16 november 2000 over de Europese Ruimtevaartstrategie(2), dienen bij de samenwerking met het ESA, waar mogelijk, ten volle de mogelijkheden te worden benut die worden geboden door de kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het ESA.

  13. De Autoriteit beschermt de reeds verrichte communautaire investeringen in ruimtevaarttechnologie en -infrastructuur en maakt deze ten nutte.

  14. Bij de opheffing van de gemeenschappelijke Galileo-onderneming dient deze krachtens de desbetreffende bepalingen van haar statuten alle door haar verworven eigendommen aan de Autoriteit over te dragen. Alle door de concessiehouder tijdens de stationeringsfase ontwikkelde activa moeten aan de Autoriteit worden overgedragen, tenzij van tevoren anderszins is overeengekomen, aangezien de ontwerp-, de ontwikkelings- en de valideringsfase van het programma bijna geheel met openbare middelen zijn gefinancierd, en alle vruchten van dit ontwikkelingsproces ter beschikking van de concessiehouder moeten worden gesteld.

  15. De rechtspositie van de Autoriteit moet van dien aard zijn dat zij bij de uitvoering van haar taken als rechtspersoon kan handelen.

  16. Met het oog op een doeltreffende uitvoering van de taken van de Autoriteit zijn de lidstaten en de Commissie vertegenwoordigd in een raad van bestuur, die de noodzakelijke bevoegdheden heeft om de begroting op te stellen, de uitvoering ervan te controleren, de vereiste financiële voorschriften aan te nemen, een transparante werkprocedure voor de besluitvorming door de Autoriteit in te voeren, haar werkprogramma goed te keuren en de uitvoerend directeur te benoemen.

  17. De vlotte werking van de Autoriteit vereist dat haar uitvoerend directeur wordt benoemd op grond van verdiensten en van door bewijsstukken aangetoonde bestuurlijke en leidinggevende vaardigheden, alsook relevante bekwaamheid en ervaring, en dat hij zijn taken totaal onafhankelijk en soepel verricht met betrekking tot de organisatie van de interne werking van de Autoriteit. De uitvoerend directeur dient alle stappen voor te bereiden en te nemen die nodig zijn om de goede uitvoering van het werkprogramma van de Autoriteit te garanderen, dient elk jaar een ontwerp van een algemeen verslag voor de raad van bestuur op te stellen, dient een ontwerp-raming van de ontvangsten en uitgaven van de Autoriteit op te stellen en de begroting uit te voeren.

  18. De procedures voor de benoeming van ambtsdragers moeten transparant zijn.

  19. De raad van bestuur moet over de mogelijkheid beschikken een wetenschappelijk en technisch comité op te richten dat de Autoriteit bijstaat bij technische kwesties en bij de modernisering van het systeem.

  20. Er dient een comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem te worden opgericht om de Autoriteit bij te staan bij alle aspecten welke verband houden met de veiligheid en de beveiliging van het systeem.

  21. Het wordt noodzakelijk geacht de volledige autonomie en onafhankelijkheid van de Autoriteit te waarborgen en deze, met het oog hierop, een autonome begroting te verlenen waarvan de inkomsten hoofdzakelijk uit een bijdrage van de Gemeenschap komen. De communautaire begrotingsprocedure blijft van toepassing, voorzover het gaat om subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie. Voorts dient de Rekenkamer de rekeningen te controleren.

  22. De Autoriteit dient in het kader van haar werkingssfeer, haar doelstellingen en de uitvoering van haar taken inzonderheid te voldoen aan de op communautaire instellingen toepasselijke voorschriften.

  23. De Autoriteit dient het Gemeenschapsrecht betreffende de toegang van het publiek tot documenten en de bescherming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens toe te passen. Tevens dient zij zich te houden aan de beveiligingsbeginselen die van toepassing zijn op de Raad en de Commissiediensten.

  24. Derde landen moeten, op voorwaarde dat zij vooraf een overeenkomst in deze zin hebben gesloten met de Gemeenschap, kunnen deelnemen aan de Autoriteit, vooral wanneer deze landen aan de voorafgaande fasen van Galileo hebben deelgenomen door bij te dragen aan het Galileosat-programma van het ESA.

  25. Het Europees GNSS moet worden beschouwd als een uit het oogpunt van veiligheid en betrouwbaarheid gevoelige infrastructuur.

  26. De veiligheid en betrouwbaarheid van het systeem moeten worden beschermd tegen (al dan niet) kwaadwillige aanslagen, om te voorkomen dat het gebruikt wordt voor doeleinden die gevolgen kunnen hebben voor de beveiliging van de Europese Unie en haar lidstaten.

  27. De in Gemeenschappelijk Optreden 2004/552/GBVB van de Raad van 12 juli 2004 ten aanzien van aspecten van de exploitatie van het Europees systeem voor radionavigatie per satelliet die betrekking hebben op de veiligheid van de Europese Unie(3) vervatte procedure is van toepassing indien een lidstaat van oordeel is dat de nationale veiligheid wordt bedreigd.

  28. Het Verdrag bevat geen andere bepalingen dan die van artikel 308 voor de vaststelling van deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Doel

Bij deze verordening wordt een communautair bureau opgericht, genaamd Europese GNSS-toezichtautoriteit „de Autoriteit”), Galileo, met als doel de openbare belangen in verband met de Europese GNSS-programma's voor radionavigatie per satelliet te behartigen en daarvoor de regelgevende instantie te zijn.

Artikel 2 Taken

1.

De Autoriteit heeft de volgende taken:

  1. Zij is de concessieverlenende instantie voor de particuliere concessiehouder die belast is met de uitvoering en het beheer van de stationerings- en de exploitatiefase van Galileo („de concessiehouder”); in dit kader sluit zij met laatstgenoemde de concessieovereenkomst; zij ziet erop toe dat de concessiehouder de concessieovereenkomst naleeft en zich aan het daarbij gevoegde lastenboek houdt, en treft alle passende maatregelen om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen wanneer de concessiehouder in gebreke blijft; zij verleent de concessiehouder voor de duur van de concessie het recht van de in artikel 3, lid 1, bedoelde materiële en immateriële activa gebruik te maken.

  2. Zij beheert de haar specifiek voor de Europese GNSS-programma's toegewezen middelen, en houdt toezicht op het algemeen financieel beheer teneinde over de bijdragen van de openbare sector te adviseren.

  3. De Autoriteit krijgt de — van de gemeenschappelijke onderneming Galileo overgenomen — verantwoordelijkheid om de overeenkomst te beheren met de economische actor die belast wordt met de exploitatie van Egnos, en om een kader voor te leggen voor de toekomstige beleidsopties inzake Egnos, zulks met inachtneming van de adviezen van de partijen die hebben bijgedragen aan de financiering van de ontwikkelings- en stationeringsfase van Egnos.

  4. Zij coördineert de activiteiten van de lidstaten met betrekking tot de frequenties die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het systeem; zij is houder van het gebruiksrecht voor al die frequenties, waar zij ook gevestigd is; zij is de gesprekspartner van de concessiehouder waar het de gebruikmaking van deze frequenties betreft.

  5. Teneinde de Commissie bij te staan bij het voorbereiden van de bij het Europees Parlement en de Raad in te dienen voorstellen voor de Europese GNSS-programma's en bij het aannemen van de uitvoeringsvoorschriften, stelt zij ontwerpen daarvan op.

  6. Zij is verantwoordelijk voor de modernisering en ontwikkeling van nieuwe generaties van het systeem.

  7. Zij kan de taken ter uitvoering van de begroting vervullen die haar door de Commissie worden toegewezen in verband met de Europese GNSS-programma's overeenkomstig het bepaalde in artikel 54, lid 2, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(4).

  8. Zij ziet erop toe dat de onderdelen van het systeem naar behoren worden gecertificeerd; zij machtigt de passende bevoegde certificeringsorganen tot het afgeven van de desbetreffende certificaten en het toezicht op de naleving van de daarmee samenhangende normen en technische specificaties.

  9. Zij handhaaft en toetst de naleving door de concessiehouder van de krachtens Gemeenschappelijk Optreden 2004/552/GBVB uitgevaardigde instructies.

  10. Onverminderd artikel 22 beheert de Autoriteit alle aspecten in verband met de veiligheid en de beveiliging van het systeem. Dit houdt met name het volgende in:

    1. de beveiligingsbijlagen bij industriële overeenkomsten goedkeuren;

    2. de beveiligingsspecificaties van het systeem en zijn onderdelen, en de beveiligingsnormen voor informatietechnieken vaststellen;

    3. de cryptografie bepalen die goedkeuring van overheidswege vereist;

    4. ervoor zorgen dat de Europese GNSS-signalen/diensten gecontroleerd worden overeenkomstig de in onder i) en ii) genoemde beveiligingscriteria;

    5. voor Galileo de Europese GNSS-instantie voor veiligheidsaccreditatie vormen, een begin maken met en toezien op de uitvoering van beveiligingsprocedures en controles verrichten op de veiligheid van het systeem;

    6. met betrekking tot een door de overheid gereguleerde dienst („public regulated service” (PRS)):

      • de specificaties en instructies voor de vervaardiging van PRS-ontvangers vaststellen overeenkomstig het door de Raad te bepalen beleid inzake de toegang tot PRS,

      • richtsnoeren verstrekken voor de uitvoering van de PRS-beheersvoorschriften in de lidstaten;

    7. de naleving door de concessiehouder van de internationale voorschriften en overeenkomsten (Wassenaar, Missile Technology Control Regime (MTCR), internationale overeenkomsten, enz.) handhaven en toetsen;

    8. de bepalingen inzake uitwisseling, behandeling en opslag van gerubriceerde gegevens toepassen;

    9. procedures ontwikkelen voor de coördinatie en het overleg inzake beveiligingsvraagstukken met de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (SG/HV);

    10. maatregelen voorstellen die de Raad zou kunnen nemen ingeval de beveiliging van de Europese Unie of van een lidstaat bedreigd wordt als gevolg van de werking of het gebruik van het systeem, dan wel ingeval de werking van het systeem, met name door een internationale crisis bedreigd wordt;

    11. de Raad advies verlenen, indien hierom verzocht wordt krachtens Gemeenschappelijk Optreden 2004/552/GBVB;

    12. advies verlenen over kwesties inzake het beveiligingsbeleid in internationale overeenkomsten die verband houden met de Europese GNSS-programma's.

2.

De ESA wordt verzocht de autoriteit technische en wetenschappelijke ondersteuning te verlenen.

Artikel 3 Eigendom

1.

De Autoriteit is eigenares van alle materiële en immateriële activa die haar door de gemeenschappelijke onderneming Galileo na afloop van de ontwikkelingsfase worden overgedragen, en die door de concessiehouder gedurende de stationeringsfase en de exploitatiefase zullen worden gecreëerd of ontwikkeld.

2.

Hoe de eigendomsoverdrachten in hun werk gaan, wordt, wat de gemeenschappelijke onderneming aangaat, vastgesteld tijdens de ontbindingsprocedure als bedoeld in artikel 21 van de statuten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo, die zijn gehecht aan Verordening (EG) nr. 876/2002(5) en, wat de concessiehouder aangaat, in de concessieovereenkomst.

3.

De Autoriteit is eigenares van alle materiële en immateriële Egnos-activa met inachtneming van de overeenkomst met de Egnos-investeerders over de voorwaarden voor de overdracht door het ESA van de eigendom van alle Egnos-faciliteiten en -apparatuur, of een deel daarvan.

Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid, plaatselijke kantoren

1.

De Autoriteit is een orgaan van de Gemeenschap. Zij heeft rechtspersoonlijkheid.

2.

In elk van de lidstaten geniet de Autoriteit de meest uitgebreide handelingsbevoegdheid welke aan rechtspersonen krachtens de wetgeving in de betreffende lidstaat wordt verleend. Zij kan in het bijzonder roerende en onroerende zaken verwerven of vervreemden en kan in rechte optreden.

3.

De Autoriteit kan besluiten in de lidstaten — met hun toestemming — of in andere landen die overeenkomstig artikel 21 aan het programma deelnemen, plaatselijke kantoren te vestigen.

4.

De Autoriteit wordt vertegenwoordigd door haar uitvoerend directeur.

Artikel 5 De raad van bestuur

Artikel 6 Taken van de raad van bestuur

Artikel 7 De uitvoerend directeur

Artikel 8 Taken van de uitvoerend directeur

Artikel 9 Het Wetenschappelijk en Technisch Comité

Artikel 10 Comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem

Artikel 11 Begroting

Artikel 12 Uitvoering en controle van de begroting

Artikel 13 Financiële bepalingen

Artikel 14 Fraudebestrijding

Artikel 15 Voorrechten en immuniteiten

Artikel 16 Personeel

Artikel 17 Aansprakelijkheid

Artikel 18 Talen

Artikel 19 Toegang tot documenten en bescherming van persoonsgegevens

Artikel 20 Veiligheidsvoorschriften

Artikel 21 Deelname van derde landen

Artikel 22 Aspecten in verband met de veiligheid van de Europese Unie en haar lidstaten

Artikel 23 Inwerkingtreding