Home

Besluit 2004/810/GBVB van de Raad van 5 juli 2004 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”)

Besluit 2004/810/GBVB van de Raad van 5 juli 2004 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”)

30.11.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 354/81


BESLUIT 2004/810/GBVB VAN DE RAAD

van 5 juli 2004

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,

Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 september 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”) aangenomen(1).

(2)

Artikel 9, lid 6, van dat gemeenschappelijk optreden bepaalt dat uitvoerige regelingen voor wat betreft de deelname van derde landen worden vastgelegd in een overeenkomst conform artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(3)

Ingevolge het besluit van de Raad van 2 maart 2004 waarbij het voorzitterschap, voorzover nodig bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, gemachtigd werd onderhandelingen te openen, heeft het voorzitterschap via onderhandelingen een overeenkomst met Oekraïne tot stand gebracht betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”).

(4)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”) wordt hierbij namens de Europese Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

G. ZALM



VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende de deelname van Oekraïne aan de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”)

DE EUROPESE UNIE,

enerzijds, en

OEKRAÏNE

anderzijds,

hierna de „deelnemende partijen” genoemd,

MET INACHTNEMING VAN

de vaststelling door de Raad van de Europese Unie op 29 september 2003 van Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL „Proxima”)(1), waarin wordt bepaald dat de toetredende landen worden uitgenodigd en andere derde landen kunnen worden uitgenodigd om bij te dragen aan EUPOL „Proxima”;

de uitnodiging aan Oekraïne om deel te nemen aan EUPOL „Proxima”;

de succesvolle voltooiing van het proces voor de vorming van de politiemacht en de aanbeveling door het hoofd van de politiemissie en het Comité voor de civiele aspecten van crisisbeheersing om in te stemmen met de deelname van Oekraïne aan EUPOL „Proxima”;

het besluit van het Politiek en Veiligheidscomité van 10 februari 2004 om de bijdrage van Oekraïne aan EUPOL „Proxima” te aanvaarden;

de op 11 december 2003 gesloten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de status en de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL „Proxima”) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)(2), die bepalingen bevat betreffende de status van het EUPOL „Proxima”-personeel,

HEBBEN BESLOTEN DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

Artikel 1

Kader

1. Oekraïne sluit zich aan bij de bepalingen van Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB betreffende EUPOL „Proxima” dat door de Raad van de Europese Unie op 29 september 2003 is vastgesteld en bij ieder gemeenschappelijk optreden of besluit waarbij de Raad van de Europese Unie kan besluiten EUPOL „Proxima” te verlengen.

2. De deelname van Oekraïne aan EUPOL „Proxima” doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

Artikel 2

Status van het personeel

1. De status van het personeel dat door Oekraïne wordt uitgezonden naar EUPOL „Proxima” wordt geregeld door de op 11 december 2003 gesloten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de status en de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL „Proxima”) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

2. Onverminderd de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de status en de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL „Proxima”) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië oefent Oekraïne bevoegdheid uit ten aanzien van zijn aan EUPOL „Proxima” deelnemende personeel.

3. Oekraïne is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan EUPOL „Proxima”. Oekraïne stelt in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

4. Oekraïne ziet af van alle vorderingen tegen een aan EUPOL „Proxima” deelnemend land met betrekking tot lichamelijk letsel of overlijden van personeel van Oekraïne, of met betrekking tot schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en door EUPOL „Proxima” worden gebruikt indien dit lichamelijke letsel, dit overlijden, deze schade of dit verlies:

is veroorzaakt door personeel van EUPOL „Proxima” bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de operatie, behalve in het geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag;

voortvloeit uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan EUPOL „Proxima” deelnemende landen, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de operatie werden gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van EUPOL „Proxima” dat deze middelen gebruikte.

5. De lidstaten van de Europese Unie zullen, wat betreft het afzien van schadevorderingen, voor de deelname van Oekraïne aan EUPOL „Proxima” een verklaring afleggen.

Artikel 3

Gerubriceerde informatie

1. Oekraïne neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001(3), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima”.

2. Indien de EU en Oekraïne een overeenkomst zijn aangegaan over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie, gelden de bepalingen daarvan ook voor EUPOL „Proxima”.

Artikel 4

Personeel dat gedetacheerd wordt naar EUPOL „Proxima”

1. Oekraïne draagt er zorg voor dat het door hem naar EUPOL „Proxima” gedetacheerde personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig

de bepalingen van Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB en latere wijzigingen zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, van deze overeenkomst;

het operatieplan;

de uitvoeringsmaatregelen.

2. Oekraïne informeert te gelegener tijd het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima” en het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie over elke wijziging in zijn bijdrage aan EUPOL „Proxima”.

3. Naar EUPOL „Proxima” gedetacheerd personeel wordt door een bevoegde autoriteit van Oekraïne medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor het werk. Naar EUPOL „Proxima” gedetacheerd personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

4. Gedetacheerde politiefunctionarissen werken in hun nationale politie-uniform. Baretten en insignes worden door EUPOL „Proxima” verstrekt.

Artikel 5

Commandostructuur

1. Het door Oekraïne gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van EUPOL „Proxima”.

2. Al het personeel blijft volledig onder het bevel van de autoriteiten van zijn land.

3. De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over aan het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima”, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

4. Het hoofd van de missie/directeur van politie leidt EUPOL „Proxima” en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

5. Overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB heeft Oekraïne bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende EU-lidstaten.

6. Het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima” is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijke toezicht op het personeel. Zo nodig neemt de betrokken nationale autoriteit tuchtrechtelijke maatregelen.

7. Een contactpersoon voor het nationale contingent (NPC) wordt door Oekraïne aangesteld om zijn nationale contingent in de operatie te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima” en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

8. Het besluit om de operatie te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met Oekraïne, voorzover dit land nog steeds deelneemt aan EUPOL „Proxima” op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd.

Artikel 6

Financiële aspecten

1. Oekraïne draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de operatie, afgezien van de kosten die vallen onder de gemeenschappelijke EU-financiering zoals omschreven in de operationele begroting van de operatie.

2. Oekraïne neemt in overweging om bijdragen van vrijwillige aard te leveren.

3. Wanneer bijdragen van vrijwillige aard worden geleverd, sluiten het hoofd van de missie/directeur van politie van EUPOL „Proxima” en de relevante bestuurlijke diensten van Oekraïne een overeenkomst over de bijdragen van Oekraïne in de operationele begroting van EUPOL „Proxima”. De overeenkomst bevat onder meer onderstaande bepalingen:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

4. Ingeval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke of rechtspersonen van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, betaalt Oekraïne, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden genoemd in de overeenkomst over de status van de missie, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, van de overeenkomst.

Artikel 7

Niet-naleving

Indien een van de partijen de in voorgaande artikelen neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 8

Geschillenbeslechting

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

Artikel 9

Inwerkingtreding

1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke procedures zijn afgerond.

2. Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen.

4. Deze overeenkomst kan door één partij worden opgezegd door schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de andere partij. De opzegging treedt in werking zes maanden na de ontvangst van de kennisgeving door de andere partij.

Gedaan te Den Haag, 8 juli 2004, in vier exemplaren in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Voor Oekraïne