Home

Besluitnr. 197 van 23 maart 2004 betreffende de overgangsperioden voor het invoeren van de Europese ziekteverzekeringskaart overeenkomstig artikel 5 van Besluit nr. 191 (Voor de EER en voor de overeenkomst EU/Zwitserland relevante tekst) (2004/777/EG)

Besluitnr. 197 van 23 maart 2004 betreffende de overgangsperioden voor het invoeren van de Europese ziekteverzekeringskaart overeenkomstig artikel 5 van Besluit nr. 191 (Voor de EER en voor de overeenkomst EU/Zwitserland relevante tekst) (2004/777/EG)

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS,

Gelet op artikel 81, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(1), op grond waarvan de Administratieve Commissie tot taak heeft alle administratieve vraagstukken voortvloeiende uit de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van latere verordeningen te behandelen,

Gelet op Besluit nr. 191 van 18 juni 2003 betreffende de vervanging van de formulieren E 111 en E 111 B door een Europese ziekteverzekeringskaart(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Uit hoofde van artikel 1 van Besluit nr. 191 vervangt de Europese ziekteverzekeringskaart vanaf 1 juni 2004 de formulieren E 111 en E 111 B. De formulieren E 111 en E 111 B die vóór 31 mei 2004 door de bevoegde organen van de lidstaten zijn uitgereikt, blijven geldig tot uiterlijk 31 december 2004.

  2. Uit hoofde van artikel 5 van Besluit nr. 191 kunnen de lidstaten die op het tijdstip van het aannemen van dit besluit nog geen ziekteverzekeringskaart hebben, genieten van een overgangsperiode tot uiterlijk 31 december 2005. De lidstaten die aan deze voorwaarde voldoen, moeten de Administratieve Commissie voor 1 december 2003 meedelen dat zij een overgangsperiode wensen en de duur daarvan opgeven. Na 1 juni 2004 blijven de bevoegde organen van de lidstaten met een overgangsperiode dus de formulieren E 111 uitgeven, die geldig blijven tot het einde van de overgangsperiode. De nieuwe lidstaten die aan bovengenoemde voorwaarde voldoen, moeten de Administratieve Commissie uiterlijk op 31 mei 2004 meedelen dat zij een overgangsperiode wensen en de duur daarvan opgeven.

  3. Ten behoeve van het verschaffen van transparante en duidelijke informatie aan de organen en de burgers en om de erkenning te waarborgen van de formulieren E 111 die in bepaalde lidstaten na 1 juni 2004 in gebruik blijven, is het van belang een lijst op te stellen van de lidstaten die over een dergelijke overgangsperiode beschikken. Wat de nieuwe lidstaten en de EVA-landen betreft, kan deze lijst slechts indicatief blijven zolang Besluit nr. 191 niet op hen van toepassing is.

  4. Met ingang van 1 juni 2004 kunnen de bevoegde organen van de lidstaten die niet over een overgangsperiode beschikken, geen formulieren E 111 of E 111 B meer uitgeven. Dit houdt in dat bij een geleidelijke invoering van de Europese kaart, sommige bevoegde organen van de betreffende lidstaten de verzekerde personen een voorlopig ziekteverzekeringsbewijs moeten verstrekken, indien zij niet in staat zijn de Europese kaarten uit te geven. De bevoegde organen moeten de kaarten echter uiterlijk op 1 januari 2006 kunnen uitgeven.

  5. Gedurende de overgangsperiode blijven de bevoegde organen van de betreffende lidstaten de formulieren E 111 verstrekken aan de verzekerde personen, op basis van het bij Besluit nr. 198 van 23 maart 2004 betreffende de vervanging en intrekking van de modelformulieren tot toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad(3) vastgestelde model.

  6. Niettemin kunnen lidstaten die gebruikmaken van de overgangsperiode besluiten te kiezen voor de verkorting van de duur hiervan. Zij dienen de Administratieve Commissie uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan de introductie van de eerste Europese ziekteverzekeringskaart van deze beslissing op de hoogte te stellen. Ten gevolge van deze notificatie mag de betreffende lidstaat na de in de notificatie aangegeven datum niet langer het formulier E 111 uitgeven.

  7. Een besluit van het Gemengd Comité van de EER zal de modaliteiten vaststellen voor het gebruik van de Europese ziekteverzekeringskaart in de Europese Economische Ruimte. In dit besluit wordt met name het model vastgesteld van de kaarten die door de bevoegde organen van Noorwegen, IJsland en Liechtenstein worden uitgegeven.

  8. Een besluit van het Gemengd Comité over de Overeenkomst over het vrij verkeer van personen tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Unie zal de modaliteiten vaststellen voor het gebruik van de Europese ziekteverzekeringskaart in het kader van de betrekkingen tussen de lidstaten en Zwitserland. In dit besluit wordt met name het model vastgesteld van de kaarten die door de bevoegde organen van de Helvetische Confederatie worden uitgegeven,

BESLUIT:

De voorzitter van de Administratieve Commissie

Tim Quirke

BIJLAGE I

Lijst van lidstaten die over een overgangsperiode beschikken

Lidstaat

Overgangsperiode tot en met

Oostenrijk

31 december 2005

Italië

31 oktober 2004

Nederland

31 december 2005

Portugal

28 februari 2005

Verenigd Koninkrijk

31 december 2005

BIJLAGE II

Indicatieve lijst van nieuwe lidstaten die over een overgangsperiode zouden kunnen beschikken

Nieuwe lidstaat

Overgangsperiode tot en met

Letland

31 juli 2005

Litouwen

1 juli 2005

Malta

31 december 2005

Polen

31 december 2005

Slowaakse Republiek

31 december 2005

Cyprus

31 december 2005

Hongarije

31 december 2005

BIJLAGE III

Voorlopige lijst van EVA-landen die over een overgangsperiode zouden kunnen beschikken (onder voorbehoud van het besluit van het Gemengd Comité EER)

EVA-land

Overgangsperiode tot en met

IJsland

31 december 2005

Zwitserland

31 december 2005

Liechtenstein

31 december 2005