Home

2002/395/EG: Beschikking van de Commissie van 25 juli 2001 houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2008)

2002/395/EG: Beschikking van de Commissie van 25 juli 2001 houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2008)

2002/395/EG: Beschikking van de Commissie van 25 juli 2001 houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2008)

Publicatieblad Nr. L 141 van 30/05/2002 blz. 0025 - 0027


Beschikking van de Commissie

van 25 juli 2001

houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2008)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(2002/395/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1), en met name op artikel 15, lid 5,

Na raadpleging van het Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's en van het in artikel 147 van het Verdrag bedoelde Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Verordening (EG) nr. 1260/1999 zijn in titel II, artikel 13 en volgende, de voorwaarden voor de opstelling en de uitvoering van de enkelvoudige programmeringsdocumenten vastgesteld.

(2) In artikel 15, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat een lidstaat, na overleg met de in artikel 8 van die verordening bedoelde partners, bij de Commissie een ontwikkelingsplan kan indienen dat als ontwerp voor een enkelvoudig programmeringsdocument wordt behandeld en de in artikel 16 van die verordening omschreven gegevens bevat.

(3) Krachtens artikel 15, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 neemt de Commissie, op basis van het door de lidstaat ingediende regionale ontwikkelingsplan, in het kader van het in artikel 8 van die verordening bedoelde partnerschap en in overleg met de betrokken lidstaat een besluit over het enkelvoudig programmeringsdocument volgens de procedures van de artikelen 48 tot en met 51 van die verordening.

(4) Op 26 april 2000 heeft de Duitse regering bij de Commissie een ontvankelijk ontwerp ingediend voor een enkelvoudig programmeringsdocument voor de gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) die krachtens artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 onder doelstelling 2 vallen of waarvoor krachtens artikel 6, lid 2, van diezelfde verordening uit hoofde van doelstelling 2 overgangssteun wordt toegekend. In dit ontwerp zijn de in artikel 16 van die verordening bedoelde elementen opgenomen, en met name de beschrijving van de gekozen prioritaire zwaartepunten en indicatieve gegevens over de financiële bijdrage van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF).

(5) De datum waarop het door de Commissie als ontvankelijk aangemerkte ontwerp is ingediend, geldt als begindatum voor de subsidiabiliteit van de uit hoofde van dit plan gedane uitgaven. Aangezien het als ontvankelijk aangemerkte ontwerp op 26 april 2000 bij de Commissie is ingediend, is de begindatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven 1 januari 2000, overeenkomstig artikel 52, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Overeenkomstig artikel 30, lid 2, tweede alinea, van die verordening moet de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven worden vastgesteld.

(6) Het enkelvoudig programmeringsdocument is in overleg met de betrokken lidstaat in het kader van het partnerschap vastgesteld.

(7) De Commissie heeft zich ervan vergewist dat het enkelvoudig programmeringsdocument is vastgesteld overeenkomstig het additionaliteitsbeginsel.

(8) Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 moeten de Commissie en de lidstaten met inachtneming van het partnerschapsbeginsel zorgen voor de onderlinge coördinatie van de bijstandsverlening uit de verschillende Fondsen en voor de coördinatie daarvan met de bijstandsverlening door de EIB en de andere bestaande financieringsinstrumenten.

(9) De voor de hele programmeringsperiode beschikbare financiële bijdrage van de Gemeenschap en de verdeling daarvan over de verschillende jaren zijn aangegeven in euro. De verdeling over de verschillende jaren moet verenigbaar zijn met de geldende financiële vooruitzichten. Overeenkomstig artikel 7, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is de financiële bijdrage van de Gemeenschap reeds met 2 % per jaar geïndexeerd. Deze bijdrage kan worden herzien halverwege de looptijd en uiterlijk op 31 maart 2004 om rekening te houden met de werkelijke prijsontwikkeling en met de toewijzing van de prestatiereserve overeenkomstig artikel 7, lid 7, en artikel 44, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

(10) De mogelijkheid moet worden geboden om, afhankelijk van het tempo van uitvoering op het terrein, in overleg met de betrokken lidstaat en binnen vooraf bepaalde grenzen, de verdeling van de bedragen over de prioritaire zwaartepunten van dit enkelvoudig programmeringsdocument aan te passen aan de werkelijke behoeften,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2006 in de gebieden in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) die onder doelstelling 2 vallen of waarvoor overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 overgangssteun wordt toegekend, wordt goedgekeurd.

Artikel 2

1. Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 bevat het enkelvoudig programmeringsdocument de volgende elementen:

a) de voor de gezamenlijke actie van de communautaire Structuurfondsen en de lidstaat gekozen strategie en prioritaire zwaartepunten, de gekwantificeerde specifieke doelstellingen daarvan, de evaluatie vooraf van de verwachte impact, met name voor het milieu, en de samenhang van de prioritaire zwaartepunten met het economische, het sociale en het regionale beleid, alsmede de strategie voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Duitsland.

De prioritaire zwaartepunten zijn als volgt:

1. modernisering van het productieapparaat: technologie en innovatie,

2. verbetering van de concurrentiepositie van de bedrijven, vooral van het MKB: oprichting en ontwikkeling van middelgrote en kleine bedrijven,

3. stimulering van de lokale ontwikkeling: stadsontwikkeling, beroepsopleiding, milieubescherming, toerisme en cultuur,

4. verbetering van de concurrentiepositie van de regio's: bouw van voor de economie vereiste logistieke voorzieningen,

5. technische bijstand;

b) een beknopte beschrijving van de voor de uitvoering van de prioritaire zwaartepunten overwogen maatregelen, met inbegrip van de informatie die nodig is om na te gaan of wordt voldaan aan de bij artikel 87 van het Verdrag vastgestelde bepalingen inzake staatssteun;

c) het indicatieve financieringsplan waarin voor elk prioritair zwaartepunt en voor elk jaar het beoogde totaalbedrag van de bijdrage van elk Fonds wordt aangegeven, met afzonderlijke vermelding van de middelen die als overgangssteun uit hoofde van doelstelling 2 worden toegekend, en met vermelding van het bedrag van de subsidiabele overheidsfinancieringen of daarmee gelijk te stellen financieringen en van de geraamde financiële inbreng van de particuliere sector van de lidstaat. De totale bijdrage van de Fondsen die per jaar voor het enkelvoudig programmeringsdocument is gepland, is in overeenstemming met de geldende financiële vooruitzichten;

d) de voorzieningen voor de uitvoering van het enkelvoudig programmeringsdocument, met de aanwijzing van de beheersautoriteit, een beschrijving van de wijze van beheer van het enkelvoudig programmeringsdocument, het gebruik van globale subsidies, een beschrijving van de toezicht- en evaluatiesystemen, en met name van de taak van het toezichtcomité, en de bepalingen betreffende de deelneming van de partners in de toezichtcomités;

e) de voorafgaande additionaliteitstoetsing en de nodige informatie over de doorzichtigheid van de geldstromen;

f) indicatieve gegevens over de benodigde middelen voor het opstellen van, het toezicht op en de evaluatie van het bijstandspakket.

2. In het indicatieve financieringsplan zijn de totale kosten voor de prioritaire zwaartepunten van de gezamenlijke actie van de Gemeenschap en de betrokken lidstaat opgenomen, namelijk 831107257 EUR voor de hele periode, alsmede de uit de Structuurfondsen beschikbaar te stellen bijdrage, namelijk 258319000 EUR.

De behoefte aan nationale financiële middelen, namelijk 245361055 EUR voor de overheid en 327427202 EUR voor de particuliere sector, kan gedeeltelijk worden gedekt door communautaire leningen van de Europese Investeringsbank en de andere leningsinstrumenten.

Artikel 3

1. De in het kader van dit enkelvoudig programmeringsdocument toegekende bijdrage uit alle Structuurfondsen samen bedraagt 258319000 EUR.

De voorwaarden waarop de financiële bijstand wordt toegekend, inclusief de financiële bijdrage van de Fondsen voor de verschillende prioritaire zwaartepunten die deel uitmaken van dit enkelvoudig programmeringsdocument, zijn nader aangegeven in het bij deze beschikking gevoegde financieringsplan.

2. Ter indicatie wordt aangegeven hoe de totale beschikbare communautaire bijdrage aanvankelijk over de Structuurfondsen wordt verdeeld:

- EFRO: 221747092 EUR,

- ESF: 36571908 EUR.

3. Tijdens de uitvoering van het financieringsplan kan het bedrag (voor de hele periode) van de totale kosten of van de bijdrage van de Fondsen voor een prioritair zwaartepunt, met instemming van de lidstaat en zonder dat de in lid 1 genoemde totale bijdrage van de Fondsen wordt gewijzigd, worden aangepast binnen een grens van 25 % van de totale bijdrage van de Fondsen aan het enkelvoudig programmeringsdocument, of van een hoger percentage voorzover het betrokken bedrag niet groter is dan 30 miljoen EUR.

Artikel 4

Met deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de Commissie ten aanzien van de steunmaatregelen van de staten in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag die van dit bijstandspakket deel uitmaken en nog niet door de Commissie zijn goedgekeurd. De indiening, door de lidstaat, van het verzoek om bijstandsverlening, van het programmacomplement of van een verzoek om betaling geldt niet als de in artikel 88, lid 3, van het Verdrag bedoelde kennisgeving.

Medefinanciering, door de Gemeenschap, van steunmaatregelen van de staten in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, ongeacht of het algemene steunregelingen dan wel individuele steunmaatregelen betreft, moet krachtens artikel 88, lid 3, van het Verdrag namelijk vooraf door de Commissie worden goedgekeurd, tenzij het gaat om maatregelen die voldoen aan de de minimis-regel of om steunmaatregelen die zijn vrijgesteld krachtens vrijstellingsverordeningen die de Commissie heeft vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen(2). Zonder een dergelijke vrijstelling of goedkeuring zijn deze steunmaatregelen onrechtmatig (de consequenties van onrechtmatige steunmaatregelen zijn nader omschreven in de verordening inzake procedurele regels ten aanzien van steunmaatregelen van de staten) en medefinanciering daarvan zal worden behandeld als een onregelmatigheid in de zin van de artikelen 38 en 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

Bijgevolg zijn verzoeken om tussentijdse betalingen en saldobetalingen als bedoeld in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voor de Commissie onontvankelijk als het gaat om maatregelen waarbij nieuwe steun of een gewijzigde steunmaatregel, als omschreven in de verordening inzake procedurele regels ten aanzien van steunmaatregelen, wordt medegefinancierd, ongeacht of het steunregelingen dan wel individuele steun betreft, totdat van deze maatregelen kennis is gegeven en ze formeel door de Commissie zijn goedgekeurd.

Artikel 5

De uitgaven vanaf 1 januari 2000 zijn subsidiabel. De uiterste datum waarop de in aanmerking te nemen uitgaven kunnen worden gedaan, is 31 december 2008. Deze periode wordt verlengd tot 30 april 2009 voor uitgaven door instanties die steun toekennen in de zin van artikel 9, onder l), van verordening (EG) nr. 1260/1999. De uiterste datum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven in gebieden waarvoor overgangssteun wordt verleend, is 31 december 2007.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2001.

Voor de Commissie

Michel Barnier

Lid van de Commissie

(1) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

(2) PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1.