Home

VERORDENING (EG) Nr. 335/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

VERORDENING (EG) Nr. 335/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

VERORDENING (EG) Nr. 335/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

Publicatieblad Nr. L 043 van 16/02/1994 blz. 0004 - 0006


VERORDENING (EG) Nr. 335/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3641/93 van de Raad van 20 december 1993 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Republiek Bulgarije anderzijds (1), en met name op artikel 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3642/93 van de Raad van 20 december 1993 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en Roemenië anderzijds (2), en met name op artikel 1,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2193/93 van de Commissie (4), en met name op artikel 9,

Overwegende dat bij de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Gemeenschap en de Republiek Bulgarije (5), die op 8 maart 1993 in Brussel is ondertekend en die op 31 december 1993 in werking is getreden, is voorzien in een verlaging van de heffing bij de invoer van sommige produkten van de sector granen; dat de bedoelde verlaging geleidelijk wordt toegepast en slechts voor bepaalde hoeveelheden geldt;

Overwegende dat bij de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Gemeenschap en Roemenië (6), die op 1 februari 1993 in Brussel is ondertekend en die op 1 mei 1993 in werking is getreden, is voorzien in een verlaging van de heffing bij de invoer van sommige produkten van de sector granen; dat de bedoelde verlaging geleidelijk wordt toegepast en slechts voor bepaalde hoeveelheden geldt;

Overwegende dat de bij deze verordening vastgestelde maatregelen voor de toepassing van de Interimovereenkomsten op 1 januari 1994 in werking moeten treden; dat, om rekening te houden met de tussen de Gemeenschap en de beide bovengenoemde landen ondertekende Aanvullende Protocollen bij de Interimovereenkomsten en in afwachting dat bepaalde andere elementen die samenhangen met het juiste tempo waarin de communautaire concessies ten uitvoer worden gelegd, worden verduidelijkt, de toepassing van deze maatregelen evenwel vooralsnog tot de eerste twee kwartalen van 1994 moet worden beperkt;

Overwegende dat om de oorsprong van de produkten te waarborgen, moet worden voorgeschreven dat de produkten slechts in het vrije verkeer kunnen worden gebracht na overlegging, overeenkomstig het bepaalde in Protocol nr. 4, van een door het land van uitvoer afgegeven certificaat EUR.1;

Overwegende dat moet worden voorgeschreven dat de certificaten betreffende de invoer van de betrokken produkten, binnen de vastgestelde hoeveelheden, worden afgegeven na afloop van een bedenktijd en, in voorkomend geval, na vaststelling van een uniform percentage voor de vermindering van de aangevraagde hoeveelheden; dat, ingeval de aangevraagde hoeveelheden met een uniform percentage worden verminderd, de marktdeelnemers hun aanvragen kunnen intrekken;

Overwegende dat moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, daarbij afwijkend van het bepaalde in de artikelen 8 en 21 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3519/93 (8);

Overwegende dat het, met het oog op de leveringsvoorwaarden, aanbeveling verdient om de geldigheidsduur van de invoercertificaten te laten ingaan op de dag van afgifte en te laten verstrijken aan het einde van de derde maand volgende op de maand van afgifte;

Overwegende dat, met het oog op een doeltreffend beheer van deze regeling, de zekerheid voor de invoercertificaten op 25 ecu per ton wordt vastgesteld, waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 891/89 van de Commissie (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3579/93 (10);

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 15, leden 2 en 4, van de Interimovereenkomsten komen de in de bijlage bij deze verordening genoemde produkten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije en Roemenië, binnen de perken van de in die bijlage aangegeven hoeveelheden en verlagingspercentages, in aanmerking voor een gedeeltelijke verlaging van de invoerheffing.

Overeenkomstig het aan de Interimovereenkomsten gehechte Protocol nr. 4 moeten de produkten, om in aanmerking te komen voor deze regeling, wanneer zij in het vrije verkeer worden gebracht op de interne markt van de Gemeenschap, vergezeld gaan van het origineel van het door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer afgegeven certificaat EUR.1.

Artikel 2

1. De aanvragen voor invoercertificaten worden telkens op de tweede maandag van elke maand tot 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteiten van iedere Lid-Staat ingediend.

Certificaataanvragen voor een hoeveelheid die groter is dan de voor de invoer van het betrokken produkt in het betrokken jaar beschikbaar gestelde hoeveelheid, zijn niet ontvankelijk.

2. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de dag van indiening van de certificaataanvragen per telex of per telefax mee welke aanvragen die dag zijn ingediend.

Deze gegevens mogen niet tegelijk met de mededeling over andere aanvragen voor invoercertificaten voor granen worden verstrekt.

3. Wanneer de in de invoercertificaten aangevraagde hoeveelheden het jaarlijkse contingent overschrijden, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen een uniforme coëfficiënt vast waarmee deze hoeveelheden worden verminderd. De certificaataanvraag kan binnen een werkdag na de datum van vaststelling van de verminderingscoëfficiënt worden ingetrokken.

4. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid worden de certificaten afgegeven op de vijfde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag.

5. In afwijking van het bepaalde in artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

Artikel 3

In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 891/89, gaat de geldigheidsduur van de invoercertificaten in op de dag van afgifte en verstrijkt hij aan het einde van de derde maand volgende op de maand van afgifte.

Artikel 4

In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt dan ook het cijfer 0 ingevuld.

Artikel 5

Voor de invoer van het betrokken produkt met verlaagde heffing als bedoeld in artikel 1 moeten de certificaataanvraag en het invoercertificaat de volgende vermeldingen bevatten:

a) in vak 8, de naam van het land van oorsprong van het produkt:

b) in vak 20 een van de volgende vermeldingen:

Reglamento (EG) no 335/94;

Forordning (EF) nr. 335/94;

Verordnung (EG) Nr. 335/94;

Kanonismos (EK) arith. 335/94;

Regulation (EC) No 335/94;

Règlement (CE) no 335/94;

Regolamento (CE) n. 335/94;

Verordening (EG) nr. 335/94;

Regulamento (CE) nº 335/94.

Het certificaat brengt de verplichting mee om uit het betrokken land in te voeren.

Bovendien is in vak 24 van het invoercertificaat de al naar gelang van het geval toepasselijke onderstaande vermelding opgenomen:

Exacción reguladora reducida un 40, 60 %;

Nedsaettelse af importafgiften med 40, 60 %;

Ermaessigung der Abschoepfung um 40, 60 %;

Meiomeni eisfora kata 40, 60 %;

Levy reduction 40, 60 %;

Prélèvement réduit de 40, 60 %;

Prelievo ridotto del 40, 60 %;

Met 40, 60 % verlaagde heffing;

Direito nivelador reduzido de 40, 60 %.

Artikel 6

In afwijking van het bepaalde in artikel 12, onder a) en b), van Verordening (EEG) nr. 891/89, bedraagt de zekerheid voor de in deze verordening bedoelde invoercertificaten 25 ecu per ton.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 februari 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 333 van 31. 12. 1993, blz. 16.

(2) PB nr. L 333 van 31. 12. 1993, blz. 17.

(3) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 21.

(4) PB nr. L 196 van 5. 8. 1993, blz. 22.

(5) PB nr. L 323 van 23. 12. 1993, blz. 2.

(6) PB nr. L 81 van 2. 4. 1993, blz. 2.

(7) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

(8) PB nr. L 320 van 22. 12. 1993, blz. 16.

(9) PB nr. L 94 van 7. 4. 1989, blz. 13.

(10) PB nr. L 326 van 28. 12. 1993, blz. 15.

BIJLAGE

I. PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT DE REPUBLIEK BULGARIJE

"(in ton)"" ID="1">Verlaging van de heffing (in %)> ID="3">40"> ID="1">1001 90 99> ID="2">Zachte tarwe> ID="3">875"> ID="1">1008 20 00> ID="2">Gierst> ID="3">550">

II. PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT ROEMENIË

"(in ton)"" ID="1">Verlaging van de heffing (in %)> ID="3">40"> ID="1">1001 90 99> ID="2">Zachte tarwe (1)> ID="3">7 855""

>

(1) Wanneer Roemenië in een bepaald jaar voor in de vorm van tarwe verleende communautaire voedselhulp in aanmerking komt, zou op het voor dat produkt geopende contingent de in het kader van die voedselhulp uitgevoerde hoeveelheid in mindering worden gebracht.