Home

Verordening (EEG) nr. 1950/92 van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

Verordening (EEG) nr. 1950/92 van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

Verordening (EEG) nr. 1950/92 van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

Publicatieblad Nr. L 197 van 16/07/1992 blz. 0005 - 0010


VERORDENING (EEG) Nr. 1950/92 VAN DE RAAD van 13 juli 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap in het kader van de GATT de verplichting op zich heeft genomen voor vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen, een jaarlijks communautair tariefcontingent te openen van 20 000 stuks tegen een recht van 6 %; dat de Gemeenschap in een briefwisseling met Oostenrijk van 21 juli 1972 de verplichting op zich heeft genomen bedoeld tariefcontingent autonoom van 20 000 op 30 000 stuks te brengen en het recht van het contingent van 6 tot 4 % te verlagen; dat intussen dit aantal autonoom op 38 000 stuks werd gebracht; dat, overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk op het gebied van de landbouw van 14 juli 1986, goedgekeurd bij Besluit 86/555/EEG (1), het contingent op 42 600 stuks werd gebracht vanaf 1 juli 1986; dat het dan ook dienstig is het bovengenoemde tariefcontingent voor de periode van 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993 te openen tegen een recht van 4 % en wel voor 42 600 stuks; dat dient te worden gecontroleerd dat de ingevoerde dieren niet zijn geslacht binnen een bepaalde termijn;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van het contingent en dat de contingentrechten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de bedoelde dieren tot op het tijdstip waarop het contingent is uitgeput; dat het wenselijk is de nodige maatregelen te nemen met het oog op het waarborgen van een doeltreffend beheer van dit tariefcontingent, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak om het communautair karakter van genoemd contingent te respecteren en de bijzondere elementen van de handel in deze dieren in aanmerking te nemen; dat het te dien einde wenselijk is te bepalen dat de Commissie aan de Lid-Staten die hierom verzoeken de nodige hoeveelheden toekent voor het dekken van de reële invoer, volgens een vast te stellen procedure, die vanuit economisch oogpunt geschikt is;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de door genoemde Economische Unie opgenomen hoeveelheden kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Het recht bij invoer in de Gemeenschap van de hierna genoemde dieren wordt van 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993 geschorst tot het niveau en binnen de grenzen van het daarnaast aangegeven tariefcontingent:

Volg-

nummer GN-code

(a) Omschrijving Volume van het

contingent Contingent-

recht

(in %) 09.0001 ex 0102 90 10

ex 0102 90 31

ex 0102 90 33 Vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van de volgende bergrassen: het grijze ras, het bruine ras, het gele ras, het gevlekte Simmentalerras en het Pinzgauerras 42 600 stuks 4

(a) Taric-codes 0102 90 10 * 20, 0102 90 10 * 40, 0102 90 31 * 11, 0102 90 31 * 19, 0102 90 31 * 31, 0102 90 31 * 39, 0102 90 33 * 10 en 0102 90 33 * 30.

2. Binnen de grenzen van dit tariefcontingent passen Spanje en Portugal rechten toe die worden berekend overeenkomstig de bepalingen ter zake in de Toetredingsakte.

3. Voor de toepassing van deze verordening worden beschouwd als niet bestemd voor de slacht, de in lid 1 bedoelde dieren die niet worden geslacht binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer.

In gevallen van overmacht, naar behoren gestaafd door een verklaring van een lokale autoriteit waarin de redenen worden gegeven voor het slachten, kunnen evenwel afwijkingen worden toegestaan.

Artikel 2

1. De omvang van het in artikel 1, lid 1, bedoelde contingent wordt onderverdeeld in twee gedeelten.

Het eerste beloopt 80 %, zijnde 34 080 stuks, en wordt gereserveerd voor de traditionele importeurs die kunnen bewijzen dat zij in de loop van de laatste drie jaar dieren hebben ingevoerd die onder dit contingent vallen.

Het tweede gedeelte, gelijk aan 20 %, zijnde 8 520 stuks, is gereserveerd voor de importeurs die zich op het ogenblik van hun aanvraag ertoe verbinden het ingevoerde vee op het door hun gebruikte bedrijf te houden of die sedert ten minste een jaar in levend rundvee handelen en in een openbaar register van de Lid-Staat zijn ingeschreven, dan wel kunnen aantonen deze door de bevoegde autoriteit erkende handel uit te oefenen.

2. De 34 080 stuks worden over de verschillende importeurs verdeeld naar verhouding van de in de in aanmerking genomen drie jaar, of van de aangevraagde hoeveelheden indien deze kleiner zijn dan de eerdere invoer terwijl de 8 520 stuks worden verdeeld naar verhouding van de verzoeken om deelneming die door de importeurs worden ingediend. In laatstgenoemd geval

a) worden verzoeken om deelneming die op meer dan 50 dieren betrekking hebben automatisch tot dat aantal beperkt;

b) worden verzoeken die leiden tot een deelnemingscertificaat voor een hoeveelheid van minder dan vijf dieren, niet in aanmerking genomen;

c) worden hoeveelheden die niet zijn toegekend wegens de beperking tot minimaal vijf dieren toegekend via loting (met een aantal van vijf stuks).

3. Hoeveelheden die eventueel niet zijn aangevraagd in het kader van een van de in lid 1 vermelde gedeelten van het tariefcontingent, worden automatisch overgedragen naar het andere gedeelte.

Artikel 3

1. De verzoeken om deelneming in elk van de gedeelten van het tariefcontingent moeten worden ingediend bij de gemachtigde instanties van de Lid-Staten, op de wijze en binnen de termijnen die door deze instanties zijn vastgesteld, en eventueel vergezeld gaan van bewijsstukken van eerdere invoer in de vorm van het document waarmee de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, welk document door de bovengenoemde instanties moet worden afgestempeld nadat het als bewijsstuk is voorgelegd.

Uiterlijk op 17 juli 1992 delen deze instanties aan de Commissie de aldus verzamelde gegevens mee en met name:

- het aantal aanvragers en het gevraagde aantal dieren voor elke categorie van importeurs,

- het gemiddelde van de eerdere invoer die door de verschillende aanvragers wordt aangetoond in het kader van de 34 080 stuks die zijn gereserveerd voor de traditionele importeurs.

2. De Commissie deelt aan de andere Lid-Staten tegen 22 juli 1992 de hoeveelheden mee die moeten worden toegekend aan elk van de aanvragers, eventueel in de vorm van een percentage van hun oorspronkelijke verzoek of van hun eerdere invoer.

3. Op basis van de in lid 2 bedoelde gegevens leveren de Lid-Staten aan de aanvragers certificaten van deelneming af, waarop staat voor hoeveel stuks ze gelden en waarvan de geldigheid uiterlijk op 30 juni 1993 ten einde loopt.

Dit certificaat, waarvan het model als bijlage aan deze verordening is gehecht, wordt afgegeven mits een zekerheid wordt gesteld van 20 ecu per dier, die wordt vrijgegeven zodra het certificaat, voorzien van de notities van de douaneautoriteiten die de invoer van de dieren hebben geconstateerd, aan de instantie van afgifte wordt terugbezorgd.

De certificaten van deelneming zijn niet overdraagbaar en geven slechts recht op gebruikmaking van het tariefcontingent wanneer ze op dezelfde naam zijn gesteld als de aangiften voor het in het vrije verkeer brengen, die ze vergezellen.

De in Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1599/90 (3), vervatte voorschriften inzake het vrijgeven dan wel de omzetting in ontvangsten van de voor invoercertificaten gestelde zekerheid zijn van toepassing op de in de tweede alinea bedoelde zekerheid.

4. De hoeveelheden waarvoor op 31 maart 1993 geen certificaten van deelneming zijn afgegeven worden een laatste keer verdeeld op de in de voorgaande leden omschreven wijze. Deze verdeling is gereserveerd voor de belangstellende importeurs die certificaten van deelneming hebben aangevraagd voor de totale hoeveelheden waarop ze recht hadden, zulks volgens de voorschriften van de vorige alinea's.

Te dien einde stellen de Lid-Staten de Commissie uiterlijk op 10 april 1993 in kennis van de op 31 maart 1993 niet daadwerkelijk gebruikte hoeveelheden, alsmede van de gegevens bedoeld in lid 1, tweede alinea. De Commissie stelt de nieuwe deelnemingspercentages vast voor elk van de categorieën en deelt ze uiterlijk op 15 april 1993 mee aan de Lid-Staten, die onder de in lid 3 vermelde voorwaarden aan de aanvragers certificaten van deelneming afleveren, die uiterlijk tot en met 30 juni 1993 geldig zijn.

Artikel 4

1. De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen om bedoeld tariefcontingent te reserveren voor dieren die voldoen aan de in artikel 1, lid 1, omschreven voorwaarden.

2. De Lid-Staten waarborgen aan de importeurs te allen tijde in gelijke mate toegang tot het betrokken tariefcontingent.

3. De benuttingsgraad van genoemd contingent wordt vastgesteld op grond van het aantal dieren dat bij de douane ten invoer in het vrije verkeer wordt aangegeven.

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat de bepalingen van deze verordening worden nagekomen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 13 juli 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

J. GUMMER

(1) PB nr. L 328 van 22. 11. 1986, blz. 57. (2) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1. (3) PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 29.

BIJLAGE

CERTIFICAAT VAN DEELNEMING Nr. COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN VOOR - vaarzen en koeien, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen; - stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen. 1. Houder (naam, volledig adres en Lid-Staat) 2. Autoriteit van afgifte OPMERKINGEN

A. Dit certificaat is geldig in alle Lid-Staten van de Gemeenschap.

B. Dit certificaat moet bij de aangifte voor het vrije verkeer worden gevoegd die op dezelfde naam moet zijn gesteld als die van de houder van het genoemde certificaat. 3. Dit certificaat is geldig tot en met dag maand jaar C. Het betrokken douanekantoor boekt de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden af en geeft het certificaat terug aan de houder of aan zijn vertegenwoordiger.

D. De houder moet dit certificaat aan de autoriteit van afgifte terugbezorgen om teruggave van de zekerheid te bekomen. Plaats en datum van afgifte:

Handtekening en stempel van de autoriteit van afgifte: 4. Omschrijving van de dieren 5. GN-code 6. Aantal dieren, in cijfers 7. Aantal dieren, voluit geschreven

8. AFBOEKINGEN DOOR DE DOUANEKANTOREN (in deel 1 van kolom 9 de beschikbare hoeveelheden en in deel 2 de afgeboekte hoeveelheden vermelden) 9. Aantal dieren

in cijfers 10. Aantal afgeboekte dieren, voluit geschreven 11. Nummer en datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer 12. Naam, Lid-Staat, handtekening

en stempel van het douanekantoor 1. 2. 1. 2. 1. 2.